‘Alles is te herdoen bij Standard’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

De heetgebakerde coach van Standard heeft twee uppercuts in minder dan een week geïncasseerd. Toch geeft hij zich niet gewonnen.

Hij babbelt best vlot, die Ricardo Manuel da Silva Sá Pinto, ook gekend als Ricardo Coração de Leão. Dat is Portugees voor Richard Leeuwenhart, een bijnaam die hij kreeg tijdens zijn mooie spelerscarrière met onder meer negen jaar Sporting Clube de Portugal, drie seizoenen Real Sociedad en 45 wedstrijden voor de nationale ploeg. Als de man in één woord samengevat moet worden, dan is dat wel: explosief. Of: temperamentvol. Hij is ook extreem geëngageerd bij alles wat hij doet of zegt. Ricardo Sá Pinto is een man die geen kalm tij kent. Hij vertelt ons over zijn eerste weken op Standard twee dagen na de 1-0-nederlaag op Sint-Truiden. Hij zegt ons dat hij sindsdien niet veel geslapen heeft. Na het pak slaag tegen Zulte Waregem kunnen we ons voorstellen dat het er niet veel beter op geworden is met zijn gemoedsrust. Tijd voor een diepgaand gesprek. Eerst een kleine taalkundige opmerking: wanneer hij zegt ‘dan is het casino’, moet je daaronder verstaan: dan is het einde zoek. Het is nogal veel ‘casino’ geweest sinds het begin van het seizoen.

Waarom leg je zoveel nadruk op het mentale aspect?

RICARDO SÁ PINTO: ‘Omdat de mentaliteit in het voetbal alles is. Zo eenvoudig is dat. Het is niet zo verwonderlijk dat ik er hier de klemtoon op leg. Ik ben hier in een club terechtgekomen waar de situatie van de voorbije twee jaar omgekeerd moet worden. Alles moet herdaan worden. Er moet weer een winnaarsmentaliteit komen en de spelers moeten een totale overgave tonen. Ik wil van Standard weer een team maken dat wint. We moeten terug naar de goeie jaren van de club. Het doel is dit jaar niet om kampioen te spelen, maar we moeten wel play-off 1 halen. Dat zou moeten lukken. Dat zal ook lukken, daar ben ik honderd procent van overtuigd. Standard mag niet drie jaar op rij play-off 1 missen.’

Je zegt dat in topvoetbal het verschil wordt gemaakt met het hoofd en het hart.

SÁ PINTO: ‘Ja, daar geloof ik sterk in. We hebben goeie spelers, maar wij niet alleen! En het is niet alleen bij Standard dat ze goed voorbereid zijn! Wij zijn gemotiveerd, maar anderen zijn dat ook. Heb je de match in Sint-Truiden gezien? Van zodra die gasten tegenover Standard staan, zijn ze bereid hun leven te geven. Het verschil kan gemaakt worden door een detail, door een beetje geluk of pech. Ik wil winnaars. Zoals ik er altijd een ben geweest. Ik ben nooit tevreden. Als we 1-0 voorstaan, ben ik niet tevreden. Dan wil ik een tweede. Ik wil geen goals tegen krijgen. En ik baal als we de tegenstanders cadeaus doen. Ik eis ook efficiëntie. Verliezen tegen STVV terwijl je vier geweldige kansen krijgt, dat mag niet. Normaal gezien win je zo’n match. Je moet geconcentreerd zijn, niks laten liggen. Ik wil gasten die zich negentig minuten concentreren met één doel: de tegenstander pijn doen. Daar werken we op. Maar je kunt onmogelijk alles veranderen op twee maanden tijd.’

Onrechtvaardigheid

Zitten de voorbije twee seizoenen nog in de hoofden?

SÁ PINTO: ‘Ze zijn gemotiveerd en zitten goed in hun vel, ik denk niet dat ze daar nog aan denken. Toch niet wanneer het goed gaat. Maar wanneer het minder loopt, denken ze er nog weleens aan, ja. Ze zijn zich ervan bewust dat dit een lastig seizoen zal worden. We gaan wedstrijden winnen, we gaan gelijkspelen, we gaan ook verliezen. Ik voorspel een competitie waarin het moeilijk wordt voor alle ploegen, zelfs zij die menen verzekerd te zijn van play-off 1. Kijk naar de start van Gent en Oostende. Zelfs het seizoensbegin van Anderlecht is moeizaam. De betere ploegen gaan veel punten laten liggen, daar ben ik zeker van. Concentratie, goesting en inzet zullen geregeld het verschil maken. Concentratie gedurende honderd procent van de tijd, niet negentig. Als je verdediging negentig minuten fantastisch speelt en een goal pakt in de toegevoegde tijd … wel, dan was je verdediging niet goed. Als je aanvaller een prachtgoal maakt en vervolgens een opgelegde kans mist … wel, dan was je aanvaller niet goed. Op dit niveau mag je geen cadeaus geven. Geen enkel. Ik besteed veel tijd aan de tactische voorbereiding, de strategie, maar ook het mentale aspect. Als ik een topspeler heb die een wereldgoal maakt vanop 35 meter, dan zal ik hem zeggen: ‘Geweldig, bravo.’ Maar dat hij nadien mijn tactische richtlijnen maar niet verwaarloost. De basics van de organisatie, offensief en defensief, mag je nooit vergeten.’

De lat hoger

Zeg je nu dat de esthetiek maar weinig belang heeft?

SÁ PINTO: ‘Alles is van belang. Maar ik ben hier bij Standard om resultaten te boeken, dat is mijn missie. Wedstrijden winnen, daar gaat het om. Als mijn ploeg de tegenstander kan domineren is dat prima. Als ze mooi voetbal kan brengen is dat prima. Maar ik leef voor het resultaat.’

Je redeneert zoals Javier Clemente, je coach bij Real Sociedad. Die zei: ‘Ik word betaald om te winnen, niet om filmpjes te maken.’

SÁ PINTO: ‘Daar ben ik het volledig mee eens. Winnen, dat is ons leven. Daarnaast is er de dimensie van de club waarin je werkt. Je kunt proberen om de mensen iets meer te geven. Ik ben gekomen om Standard er weer bovenop te helpen. Als ik hier langer mag blijven, zal de lat telkens wat hoger komen te liggen.’

Jij was meer een winnaar en een speler met grinta dan bijvoorbeeld een Luis Figo. Is het daarom dat je alom gewaardeerd wordt in Portugal? Zelfs door de supporters van Benfica, terwijl jij een Sportingman was.

SÁ PINTO: ‘Men heeft mij altijd gerespecteerd omdat ik voortdurend alles gaf, als speler én als trainer.’

Ben je dan nooit moe?

SÁ PINTO: ‘O, zeker wel… (zucht) Het is vreselijk. Toen ik voetbalde, was het een fysieke vermoeidheid. Nu is de mentale vermoeidheid heel groot. Ik heb mijn levensstijl helemaal veranderd door de verantwoordelijkheden die het voetbal meebrengt.’

Breuklijn

Je bent hier teruggekeerd met het etiket van een grote karaktervolle speler die ook graag van het leven genoot. Maar we hebben de indruk dat je sinds je terugkeer heel de tijd werkt!

SÁ PINTO: ‘Ja… maar ik ga nog altijd graag eens op restaurant, hé! Daar kan ik me ’s avonds ontspannen. Een leuke tent, een goeie wijn. Cola en zo, da’s niks voor mij… Liever een Franse wijn, of een Portugese, Italiaanse of zelfs Nieuw-Zeelandse – daar maken ze er ook lekkere. Op restaurant vind ik mijn energie terug, daar laad ik mijn batterijen weer op.’

Kom je echt los van je werk?

SÁ PINTO: ‘Neen, dat niet. In mijn hoofd stopt het nooit. Ik denk voortdurend aan beslissingen die ik had moeten nemen of die ik nog zal moeten nemen. Ik slaap nooit, ik rust alleen maar. Ik heb het gevoel dat ik altijd wakker moet zijn om de dingen goed te doen. Ik heb het ook nodig om aan sport te doen. Maar ik heb een knieprobleem… (kijkt beteuterd) Lopen is echt moeilijk geworden. Ik fiets nu. Dat is ook goed voor het hart.’

Bij de hervatting van de trainingen gaat het er vaak rustig aan toe. Enkele medische testen en andere lichte oefeningen. Bij jou was het intensief vanaf de eerste dag en de spelers waren verrast. Was dat jouw manier om de breuklijn met de vorige seizoenen duidelijk te maken?

SÁ PINTO: ‘Ik weet niet precies wat er de laatste twee seizoenen gebeurd is bij Standard, dat interesseert me niet.’

Het bestuur heeft daar toch met jou over gesproken, of niet?

SÁ PINTO: ‘Ik stippel mijn eigen weg uit. En ik heb mijn eigen trainingsmethode. Kijk, als de club me gevraagd had om een bepaald programma uit te voeren, dan had ik dat gedaan. Maar gezien men me niks gevraagd heeft, kon ik het op mijn eigen manier doen. En het klopt dat we er meteen in gevlogen zijn.’

Leg je niet te veel druk op je spelers door hen voortdurend achter de veren te zitten?

SÁ PINTO: ‘Maar ik zit hen niet constant achter de veren! Ik speel niet graag voor politieagent. Ik heb geen zin om hen voortdurend in het oog te houden, te zeggen dat ze op dit en op dat moeten letten. Op het veld wel, dan zijn er bepaalde trainingsfases waarin ik niet aflaat. Twee of drie momenten per training. De opwarming en de eerste minuten met de bal, die zijn meer ontspannen qua sfeer. Maar van zodra we tactisch beginnen te werken, laat ik niks passeren. Wanneer het werk begint, begint voor mij mijn leven. Dan begint de match van het weekend.’

Cristiano

Jij hebt veel topspelers meegemaakt, zoals Luis Figo en Cristiano Ronaldo. Kun je uitleggen wat het verschil is tussen een goeie speler en een topper?

SÁ PINTO: ‘Ja, Cristiano Ronaldo is begonnen toen ik bij Sporting zat. Een gewone speler is content na een goeie match. Vervolgens speelt hij drie, vier matige wedstrijden. Daarna weer een fantastische match. En zo gaat dat verder. Dat is casino. Een gewoner speler heeft niet genoeg honger vergeleken bij zijn talent. Een topspeler is nooit tevreden.’

Heb je altijd het temperament van een leider gehad?

SÁ PINTO: ‘Ik probeerde altijd het goede voorbeeld te geven, dat wel. Dat voorbeeld moet onberispelijk zijn. Ik was héél erg professioneel. Ik kwam altijd als eerste op het trainingscentrum aan. En aangezien ik veeleisend was voor mezelf, vond ik dat ik ook veeleisend mocht zijn voor mijn ploegmaats. Als speler was ik daar om te winnen. Als trainer ben ik er nu ook om te winnen. Als een ploegmaat slecht trainde, ging ik naar hem en zei ik: ‘Vriend, dat is niet de manier hé, we vormen een team. Jouw werk is mijn werk. Als jij niet doet wat je moet doen, verknal je het ook voor mij.’ Ik was niet perfect, ik maakte ook fouten, ik was soms te emotioneel, maar ik gaf altijd alles.’

Soms botste dat en kwam er ruzie van. We herinneren ons je aanvaring met Artur Jorge. Telkens opnieuw duikt dat beeld van een explosief type op…

SÁ PINTO: ‘Zo explosief nu ook weer niet. Maar als ik iets zag dat niet goed liep, dan deed ik er alles aan om dat te veranderen. En met onrecht had ik het helemaal moeilijk.’

Ook bij Standard was je als eerste op training, hoewel je geen titularis was. En als je mocht invallen, leek je op een dolle hond.

SÁ PINTO: ‘Ik was ook verbeten. Drie jaar eerder was ik naar een dokter gegaan met een knieprobleem. Hij zei me: ‘Stop met voetballen. Ga golf spelen.’ Dat maakte me razend. Ik wilde niet stoppen. En toen ik bij Standard terechtkwam, zag ik daar een mogelijkheid om mijn loopbaan te beëindigen in een grote club, dus ben ik er alles aan blijven doen opdat het goed zou gaan.’

Karel Geraerts zei dat je nog opvliegender was dan Sérgio Conceição. Kan zoiets?

SÁ PINTO: ‘Je moest niet raken aan Sérgio Conceição of aan iemand anders! Ik sprong altijd in de bres voor mijn vrienden en voor mijn ploeg. Als men mij had gezegd dat Conceição op sterven lag, dan zou ik gezegd hebben: laten we samen sterven. Ik kan een vriend niet in de steek laten…’

Old old old school

Als een speler van Standard er de kantjes af loopt, welke gevolgen heeft dat dan voor hem?

SÁ PINTO: ‘Dan zal ik hem persoonlijk zeggen wat ik daarvan vind. Ik zal niet aan Olivier Renard of de dokter vragen om dat in mijn plaats te doen. Neen, dan is het casino. Ik zeg het hem recht in zijn gezicht. Altijd respectvol, maar niet met fluwelen handschoenen. Dan zou ik bijvoorbeeld zeggen: ‘We zijn hier niet op de Académie, hé! De Académie ligt aan de overkant, dat is voor de jeugd. Hier zijn we onder mannen, jij bent een prof.’ Ik denk dat iedereen in mijn kern precies weet wat ik denk. Wanneer we niet gewonnen hebben, baal ik. Als ik dan thuiskom, dan kan ik niet meteen mijn zoon een knuffel geven of rustig op restaurant gaan met mijn vrouw. Het is ons leven! Het is ons leven! Ik heb nood aan spelers die op die manier leven, die helemaal mee zijn met het project van de club. Ik kan de mentaliteit niet veranderen in twee, drie maanden, maar ze weten al wel waar ik naartoe wil. Ik weet dat we daar kunnen geraken. Maar dat vraagt tijd.’

Als trainer ben je een beetje old school, is het niet?

SÁ PINTO: ‘In sommige facetten, sommige regels, op het vlak van professionalisme en dagelijks werk ben ik old old old school…’

De spelers zijn onder de indruk van je discours.

SÁ PINTO: ‘Wanneer je het woord neemt, moet je exact weten wat je gaat zeggen. En je moet het juiste moment grijpen om het te zeggen. Ik speel geen toneel, ik zet geen masker op. Dat is naturel, zo ben ik. Als je je ware gelaat verbergt, dan komen de spelers daar vroeg of laat achter. Tracht niet de slimmerik uit te hangen, je mannen zijn slim genoeg om te weten of je echt bent of niet.’

Toen je bij Standard voetbalde, zat er veel karakter en enkele sterke persoonlijkheden in de groep: naast jou ook Sérgio Conceição, Milan Rapaic, Oguchi Onyewu… Grote namen bovendien. Mist de huidige kleedkamer niet wat persoonlijkheid en ervaring?

SÁ PINTO: ‘Door Guillermo Ochoa aan te trekken en Sébastien Pocognoli en Paul-José Mpoku terug te halen, hebben we er ervaring en kwaliteit bijgekregen. Ik ben heel tevreden met mijn groep. Maar aan de ploeg zijn we nog aan het bouwen, dat is een feit.’

Heeft Mpoku gelijk wanneer hij zegt dat Standard geen angst meer inboezemt?

SÁ PINTO: ‘Toen ik hier speelde, was er op zijn minst een groot respect voor Standard. Vandaag zie ik dat dat er niet meer is. Als ik zie wat die arbiter met ons uitspookt in Sint-Truiden… Dat is casino. In onze eerste wedstrijden heb ik geen enkel respect van de scheidsrechters gemerkt.’

De supporters willen dat je een ploeg die al twee jaar slaapt weer leven inblaast.

SÁ PINTO: ‘Ja, dat is mijn verantwoordelijkheid. Maar dat gaat niet zonder de spelers, ik ben geen tovenaar.’

Wat heb je aan Bruno Venanzi verteld om hem ervan te overtuigen voor jou te kiezen?

SÁ PINTO: ‘Hij is het die mij overtuigd heeft! (schaterlacht) Zo is dat gegaan. En ik wilde ook terugkeren. Ik weet zelfs niet hoeveel ik hier verdien… Ik weet dat ik bij deze club pas. Standard is mijn thuis. Mijn grootste betrachting is nu om kampioen te spelen met Standard. Dat is mijn droom.’

DOOR THOMAS BRICMONT EN PIERRE DANVOYE – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Ik wil gasten die zich negentig minuten concentreren met één doel: de tegenstander pijn doen.’ Ricardo Sá Pinto

‘In alle wedstrijden, overal ter wereld, maken de arbiters fouten. Maar als het tegen ons gebeurt, is dat jammer…’ Ricardo Sá Pinto

‘Ik voorspel een competitie waarin het moeilijk wordt voor alle ploegen, zelfs zij die menen verzekerd te zijn van play-off 1. Kijk maar naar de start van Gent, Oostende en zelfs Anderlecht.’ Ricardo Sá Pinto

‘Als mijn ploeg de tegenstander kan domineren is dat prima. Als ze mooi voetbal kan brengen is dat prima. Maar ik leef voor het resultaat.’ Ricardo Sá Pinto

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content