De dopingbekentenissen van Floyd Landis en zijn beschuldigingen aan het adres van Lance Armstrong en Johan Bruyneel deden de wielerwereld nog maar eens op zijn grondvesten daveren. Opnieuw werd de sport ingehaald door haar verleden. Een analyse.

Het imago van het wielrennen werd de voorbije drie jaar heel voorzichtig opgepoetst. De dopingcontroles waren strenger en talrijker dan ooit, het bloedpaspoort werd in het leven geroepen en grote schokgolven bleven uit. Er werden wel nog renners betrapt – ook toppers als Danilo Di Luca en Davide Rebbelin – maar dat was alleen maar een bewijs dat de dopingjacht zijn vruchten afwierp. In België zette Tom Boonen met zijn cocaïneplasjes het land wel tweemaal op zijn kop, maar van een dopingstorm was toen geen sprake. Tot vorige week.

In een paar ellenlange en gedetailleerde e-mails betichtte Floyd LandisJohan Bruyneel en Lance Armstrong ervan dat ze hem in zijn US Postalperiode, van 2002 tot 2004, leerden hoe bloedtransfusies werkten en hoe hij testosteron en groeihormoon moest gebruiken. De zoveelste dopingbeschuldiging aan het adres van de zevenvoudige Tourwinnaar en zijn ploegleider. Op de koop toe vertelde Landis dat Hein Verbruggen, voormalig UCI-voorzitter, met Armstrong een ‘financiële regeling’ getroffen had om een positieve dopingplas van de Amerikaan in de doofpot te stoppen.

De hele wereld vraagt zich af waarom Landis nu pas met het verhaal naar buiten komt. Het staat haaks op alles wat hij tot nu toe beweerde. Nadat hij in de Tour van 2006 betrapt werd op testosteron, deed hij er alles aan om zijn onschuld te bewijzen. Hij schreef een boek Positively False en begon een juridische uitputtingsslag die hem uiteindelijk zijn huwelijk en zijn fortuin zou kosten.

Vier jaar later maakt hij een bocht van 180 graden, naar eigen zeggen omdat hij ‘niet meer met een leugen kan leven’. Dat hij volledig aan de grond zit en in wielermiddens als een paria beschouwd wordt, zal ook een rol gespeeld hebben. Landis wilde graag de Ronde van Californië rijden voor RadioShack, de ploeg van Armstrong en Bruyneel, maar toen zij weigerden, deed hij waar hij al maanden mee dreigde.

Nonchalant

Waarheidsgetrouw of niet, dat is de hamvraag. Wie toegeeft dat hij vier jaar gelogen heeft, komt niet geloofwaardig over. Maar volgens waarnemers is zijn verhaal te gedetailleerd om verzonnen te zijn. Al kan je die stelling ook omdraaien: sommige details zijn zo absurd dat je eraan kunt twijfelen. Een ploegbus die op een afgelegen landweggetje stopt om alle renners samen aan een infuus te leggen, Armstrong die Landis vraagt om op zijn bloedzakje te passen, omdat hij een tijdje weg moet … Zo’n nonchalance past niet bij het beeld van de hyperprofessionele Armstrong die er altijd mee pochte dat hij niets aan het toeval overliet. Het is dus mogelijk dat Landis sommige zaken uitvergroot heeft.

Anderzijds waren zijn bekentenissen niet zo verrassend. Bloedtransfusies, testosteron en groeihormoon waren in de eerste helft van de jaren 2000 een bekend fenomeen in het peloton. Zowat alle Tourfavorieten van toen zijn ondertussen betrapt of ten minste in opspraak gekomen. Het zou heel onwaarschijnlijk zijn dat de man die zijn gedopeerde concurrenten ver achter zich liet, op kraantjeswater fietste. Ook al is de Amerikaan enorm getalenteerd en trainde niemand harder dan hij.

Velen lijken te vergeten dat Armstrong in 2005 alsnog betrapt werd op epogebruik tijdens zijn eerste Touroverwinning in 1999. Omdat alleen de B-stalen werden onderzocht en er van een reglementaire controle geen sprake was, kreeg deze zaak geen staartje. Ook in de jaren daarna stapelden de indirecte bewijzen zich op: getuigenissen van ex-ploegmaats en ex-verzorgers, aanvallen van journalisten Pierre Ballester en David Walsh die twee boeken schreven over Armstrongs dopinggebruik. Maar zonder harde bewijzen deed de Amerikaan alle beschuldigingen af als baarlijke nonsens en gingen hij en ploegleider Johan Bruyneel telkens over op damage control. Daarbij schoten ze vooral op de boodschapper en gingen ze nauwelijks in op de inhoud van de aantijgingen.

Diezelfde strategie passen ze ook nu weer toe met Floyd Landis, ‘een triestige figuur’, die, volgens hen, ‘psychologische hulp nodig heeft’. Maar van een geloofwaardigheidsprobleem voor henzelf willen Armstrong en Bruyneel niet weten: “Er staan nog veel fans aan onze bus.” Alsof dat een referentie is …

Failliet

Veel opiniemakers schreeuwen nu om een diepgaand, onafhankelijk onderzoek door de Internationale Wielerunie, maar de kans dat dat ooit zal gebeuren, lijkt heel klein. Als het waar is dat voormalig voorzitter Hein Verbruggen zich liet omkopen, dan zal de UCI niet happig zijn om deze zaak eigenhandig uit te spitten. Mochten er bewijzen van fraude op tafel komen, dan kan dat niet alleen het failliet van de UCI, maar van het hele wielrennen zijn. Zover zal huidig voorzitter Pat McQuaid het nooit laten komen. Niet toevallig schilderde hij Landis meteen na het bekendraken van de e-mails af als iemand die alleen maar wraak koestert.

Alle hoop rust nu bij het USADA, het Amerikaans dopingagentschap, en de Food and Drug Administration, die onder meer de Balco-affaire rond ex-atlete Marion Jones onderzocht. Beide instanties hebben Landis al gevraagd om zijn beschuldigingen verder toe te lichten, maar zolang hij niet met harde bewijzen afkomt, blijft het woord tegen woord.

Als hij de waarheid spreekt, zal veel afhangen van de personen die Landis, naast Armstrong, beschuldigd heeft. Zij moeten zijn verhaal bevestigen – desnoods anoniem – maar het lijkt weinig waarschijnlijk dat zij dat zullen doen. Alle genoemde renners, ploegleiders en medewerkers zijn nog in dienst bij RadioShack of zitten nog altijd in het wielrennen. De omerta zal dus allicht standhouden, want niemand wil zoals Landis een verschoppeling worden. Net daarom heeft de Amerikaan vier jaar lang alles ontkend.

Circus

Vreemd is wel dat Armstrong niet geneigd is om een rechtszaak aan te spannen tegen zijn ex-ploegmaat. Dezelfde Armstrong vervolgde de voorbije jaren onder meer zijn ex-verzorgster Emma O’Reilly, de Britse krant The Sunday Times en verzekeringsmaatschappij SCA Promotions na beschuldigingen over vermeend dopinggebruik. Nu zou dat ’te veel energie en geld’ kosten. Bang dat er bij een onderzoek toch iets aan het licht komt?

Wie gelijk krijgt, zal de toekomst (misschien) uitwijzen. Ondertussen werd opnieuw het beeld bevestigd dat het wielrennen een farmaceutisch circus is, dat er steeds weer in slaagt zijn eigen credibiliteit te ondermijnen. En dat in een tijd waarin de dopingcontroles nooit strenger waren en waarin er, volgens alle waarnemers, veel minder gespoten en geslikt wordt dan vijf of tien jaar geleden. Helaas blijft het dubieuze verleden van het wielrennen zijn toekomst steeds maar voorbijhollen. Alles komt terug, zeker in de koers …

door jonas creteur

Veel zal afhangen van de andere personen die Landis, naast Armstrong, beschuldigd heeft.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content