Ex-Genkenaar Barda en Hapoel Beër Sjeva mogen dromen van de Champions League. De 46-jarige Alona Barkat is de architecte van dat succes.

Vier jaar geleden kon Hapoel Beër Sjeva, een club met louter een korte succesperiode in de jaren zeventig, maar net de degradatie ontlopen in de Israëlische eerste klasse. Vorig seizoen verbaasden ze vriend en vijand door landskampioen te worden. Het succesverhaal gaat dit seizoen gewoon verder: in de derde voorronde van de Champions League schakelde de Israëlische club de Griekse grootmacht Olympiacos Pireaus uit en in de laatste voorronde wacht met Celtic Glasgow (heenmatch 17/8, terugmatch 23/8) geen onoverkomelijke hindernis.

De Schotten zijn er niet gerust in, vooral de uitwedstrijd vanavond wordt een heuse beproeving voor de troepen van Brendan Rodgers. Het Turner Stadium van Beër Sjeva, dat pal in de Negevwoestijn ligt, op dertig kilometer van de Gazastrook, werd door de UEFA officieel erkend als het meest zuidelijk gelegen stadion in het Europese profvoetbal. De temperaturen lopen er tijdens de zomer op tot veertig graden. Officieus zelfs nog wat warmer, want een van de grote troeven van Hapoel is de broeierige sfeer in de tribunes, die plaats bieden aan 16.000 hevige supporters.

Sportief gezien ligt de grote kracht van Hapoel in het defensieve compartiment, dat vorig seizoen slechts 23 tegengoals slikte in 36 competitiewedstrijden en ook nu in de CL-voorronde tegen Olympiacos tweemaal de nul hield. Geen grote namen maar een zeer hecht blok. In het offensieve compartiment lopen wel bekende namen, zoals die van Elyaniv Barda (34), tussen 2007 en 2013 actief bij KRC Genk. Barda is de aanvoerder en lokale publiekslieveling, hij groeide op in Beër Sjeva. Vorig seizoen maakte hij 15 competitiegoals. Samen met ex-Chelseatalent Ben Sahar en Mohamed Ghadir (ex-Lokeren) vormt hij een te duchten aanvalslinie. Achter hen loopt Maor Buzaglo, in 2013 overgekomen van Standard.

Maar de ster van de club is Alona Barkat, de 46-jarige CEO en hoofdaandeelhoudster van Hapoel. Ze is de echtgenote van de puissant rijke zakenman Eli Barkat en werd in 2007 eigenares van Hapoel. Aanvankelijk met argusogen gevolgd, maar die scepsis vervelde ondertussen in bewondering. Barkat durfde in haar eerste jaren als clubvoorzitter tegen de supporters in te gaan door hun agressieve houding tegenover de toenmalige coach Guy Azouri scherp te veroordelen en pleitte in interviews al meermaals voor een tolerantere samenleving in haar land. ‘Via voetbal kun je sociale verandering en opvoedkundige waarden meegeven’, luidt een van haar favoriete quotes. ‘In het voetbal is er geen plaats voor racisme en intolerantie, in mijn team spelen Arabieren, joden en christenen samen. Etniciteit en religie zijn niet van tel, enkel sportieve parameters.’ Ze installeerde ook integratieprogramma’s voor bedoeïenen en Ethiopische immigranten. Een gewaagde politiek in het nog steeds hermetische, starre Israëlische (voetbal)milieu. Verbaast ze straks ook de Champions League?

DOOR MATTHIAS STOCKMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content