Winnen is zaterdag een must voor de Rode Duivels tegen Bosnië. Aan aanvoerder Timmy Simons om de ploeg op sleeptouw te nemen. En de bondscoach ? ‘Die zoekt oplossingen, net als wij.’

T immy Simons (28) tussen Brugge en Brussel. Het verhaal van een aanvoerder die kan vergelijken. Het Brugse is een successtory : Club zette in 2004 een reeks neer van 31 ongeslagen wedstrijden en stevent onbedreigd af op de titel. De andere kant van de medaille is zijn ‘Brusselse’ story, bij de Rode Duivels : slechts één keer winst in 2004 en behoudens een mirakel na de uitschakeling voor het EK straks ook geen WK. In beide teams is hij aanvoerder, zij het dat zijn rol anders is. Middenvelder in Brugge, verdediger in Brussel. Wat is zijn grip op het succes ? Wat is zijn rol in het falen ? De aanvoerder noemt man en paard in zijn vergelijking. Simons : “Het verschil ? De ene is een geoliede ploeg die op elkaar is ingespeeld en waar iedereen werkt, de andere is een som van individualisten, waarbij door de coach ook wordt geschipperd om te overleven.”

Eerst de successtory. Die is er dankzij de regelmaat, ook tegen kleinere ploegen. “Het eerste jaar dat ik hier was, in 2000, hebben we in de terugronde zoveel punten verspeeld tegen de kleinere ploegen dat we uiteindelijk ook de titel verspeelden. Je mag en kan al eens een misstap zetten in een topper, zoals in Genk, als de rest maar foutloos is.”

En dat het allemaal wel goed in elkaar zit, maar soms weinig spectaculair is ? “Dat kan, maar bekijk ons doelpuntensaldo. Ze moeten niet overdrijven. Mijn indruk is dat er gewenning optreedt, mensen verwachten steeds meer. Ze mogen ook eens tevreden zijn met 1-0, vind ik, en we moeten ook eens verlies durven accepteren. De rest is ook ambitieus en kan voetballen, hoor. Misschien ontbreekt nu het sprankelende, maar dat was er in de heenronde evenmin altijd. Voor mij telt het resultaat, ik wil niet met sprankelend voetbal tweede worden. Waar spreken de mensen over ? Over het goeie voetbal van Barcelona tegen Chelsea ? Neen, vandaag in de straat hoor je : Barcelona ligt eruit, niet goed bezig die mannen. Idem met de Rode Duivels na Bulgarije. Zuivere penalty. Maken we die, dan gaan wij wél naar het EK. Maar nu fluit hij niet en zeggen ze : niet goed bezig, die Duivels, want ze gaan niet naar het EK. Mensen kijken naar tabellen, uitslagen.”

Toch was hun reactie na de wedstrijd op Genk nogal rustig. Bal over de lijn, strafschop in de slotfase na hands van Gert Claessens. Simons zei beleefd voor de camera’s : “Ach, die mensen, ze moeten zo snel beslissen.” Hij gaf scheidsrechter Frank De Bleeckere net geen schouderklopje. Dat was bij een spannende titelstrijd allicht anders geweest. Hij gaat in de verdediging : “Wij verslappen niet, maar wat moet ik zeggen ? Ons opjagen deden we, je had ons in de kleedkamer bezig moeten zien. Maar moet ik voor de camera zeggen dat hij niet kan fluiten ? Of doodsbedreigingen uiten, zoals bij Frisk ? Iedereen maakt fouten, hij ook.”

Wie zijn voor hem de architecten van het succes ? “We spelen iets slimmer, vanuit de organisatie, en maken minder individuele fouten. Ander verschil met vorig jaar : Nastja ( Ceh, nvdr) en Gaëtan ( Englebert, nvdr) : toen af en toe afwezig, dit keer niet. Je kan gerust andere mensen zetten met dezelfde kwaliteiten, maar als de jus tussen de spelers er niet is… Wij spelen inmiddels vier jaar samen en kennen elkaar als onze broekzak. Zet er iemand anders en we moeten meer nadenken. De jongens die later kwamen, pakten soms hun kans, maar vielen dan twee, drie weken later met een blessure uit, dat is hun pech. Sollied kijkt immers niet naar namen, wie goed bezig is, blijft staan. Kijk naar Hans ( Cornelis, nvdr), kijk naar Peter ( Van Der Heyden, nvdr) : allebei tekenden ze elders. Bij hoeveel ploegen zou de voorzitter niet zeggen : ‘Denk al eens aan volgend seizoen’ ? De beste speelt, vindt Sollied.”

Ter voorbereiding van het verhaal hebben we wat kranten gelezen en dit citaat van WimDe Coninck opgepikt : “Sollied, dat is elke dag wat sprinten, wat techniek, wat shadowgame. Perfect.” Simons : “Bijna elke dag oefenen we alles in, ja, meestal wedstrijdgericht. Niet zomaar wat centerkes en afwerken, maar looplijnen, positie houden : geen nattevingerwerk.”

Ander citaat van De Coninck : “Europees klopt het in Brugge niet, maar dat ligt niet aan Sollied, maar aan de spelers.” Simons : “Dat is zo. We zijn optimaal voorbereid, maar op dat vlak komt veel meer kijken dan fysiek of de wil om te winnen. Techniek, snelheid, andere dingen. Daar word je geconfronteerd met de beperkingen van ons kampioenschap en de spelers die we kunnen aantrekken. Redden met tactisch vernuft lukt dan één keer, maar poules schakelen dat soort verrassingen meestal uit.”

Hoe moeilijk is het om je bij die realiteit neer te leggen ? “Ik heb het daar helemaal niet moeilijk mee. De verandering moet aan de basis gebeuren, maar die moet je kunnen betalen. Aandachtig volgde ik de uiteenzetting van Michel Preud’homme in De Zevende Dag. Hij spreekt over een investering van 300 miljoen oude Belgische frank bij de jeugd. Dat is mooi, maar welke club heeft dat geld op een moment dat ze alles bij elkaar moeten harken om een eerste ploeg te betalen en een licentie te halen ?”

We duikelen een ander citaat van De Coninck op : “De mentaliteit van Simons gekoppeld aan het talent van Kompany…” Simons :… “Dan heb je een goeie…” Een topper voor Barcelona, zegt De Coninck en hij gaf Kompany de raad met hem te praten. Simons, cynisch : “Moet ik dan ook met hem praten ? Zo slecht ben ik ook niet ( lacht). Akkoord, hij staat op een ander niveau qua talent en begaafdheid, dat geef ik toe. Ik heb hard moeten werken aan mijn passing, hij heeft het van nature. Maar meneer Broos zei het ook : talent alleen is niet genoeg, je zit in een groep en daar moet je discipline opbrengen. Het is al een grote, maar als hij dat oppikt, wordt het een héél grote. Alles begint met dagelijkse regels. Sommige gasten hebben dat van nature, anderen moet je aansporen. Dat ligt aan hun opvoeding, je kan het niet veranderen.”

Vindt hij Kompany een goeie verdediger ? Simons, ontwijkend : “Hij heeft klasse.” Maar kan hij ook verdedigen ? “Ja, maar zijn nadeel als pure verdediger is misschien dat hij te goed kan voetballen. Ik weet nog goed hoe Barcelona hier in december 2000 speelde. Een bal in de zestien werd keihard weggekeild, ik meen door Puyol of De Boer. Ik zette grote ogen op : is dat nu Barcelona ? Vijf jaar later zeg ik : dat is de essentie. Niet mooi doen, maar zo snel mogelijk uit die backlijn. Jongens met het talent van Vincent proberen dat anders op te lossen.”

Vindt Simons dat Kompany voldoende discipline heeft om het eventueel te maken als verdedigende middenvelder ? “Ik kan niet oordelen over zijn fysieke sterkte. Als je gewoon bent achteraan te spelen, is de omschakeling naar het middenveld groot. Dat voel ik ook. Verdedigen is heel anders : korter, meer concentratie. In het middenveld tellen loopvermogen en uithouding. Dat krijg je met de tijd, vergeleken bij acht jaar geleden ben ik sterk geëvolueerd qua fysieke paraatheid. Vincent is er gekomen als verdediger, laat die jongen in die positie doen wat hij het best kan. Op twee gedachten hinken is voor niemand goed : niet voor de speler, niet voor de ploeg. Omgooien moet vaak al door blessures of schorsingen maar ook nog eens spelers van positie wisselen is niet goed.”

Eén punt op negen in de WK-voorronde, waarbij twee keer thuis werd gespeeld, plus een zware vriendschappelijke 4-0 in Egypte : van kwaad naar erger ? “Egypte was het einde van een slechte periode.” Is er genoeg kwaliteit ? Brugge stelde Europees teleur, Anderlecht kon niet mee. “De pers heeft deze lichting omhoog geschreven. We gingen een gouden tijd tegemoet. Ik heb altijd gewaarschuwd voor iets moeilijker momenten. Opletten met talent, het gaat om ploegverband.”

Sven Vermant noemt de nationale ploeg een verzameling individualisten. Simons : “Dat zeg ik net, talent alleen volstaat niet.” Is het niet de taak van de bondscoach om er een ploeg van te maken ? “Dat kan niet. Je moet er op twee, drie dagen iets van maken en dat kan blijkbaar niet. Brugge is werk van vijf jaar, elke dag bijsturen en vijlen. Ginder heb je twee, drie dagen en voortdurend andere namen. Dat kan je niet opvangen, zelfs niet als je vertrekt vanuit een vast systeem. Ik vind het een probleem dat de bondscoach te veel moet schuiven met jongens om posities ingevuld te krijgen die zij niet gewoon zijn te spelen. Daarnaast kan je van spelers die in hun club niet in volle vorm zitten, ook niet verwachten dat ze renderen voor de nationale ploeg.”

Er was niet alleen Egypte. Negentien tegengoals in negen matchen sinds de uitschakeling voor het EK. Dat is veel. “De les ? Zelfs als je het centrum dichtmetselt, maar je laat de flanken open, kom je ook in de problemen. Op dat niveau wordt zoiets afgestraft. Je kan een keer mensen zetten op posities die niet de hunne zijn, maar het zal meer tegenvallen dan renderen. Wie kun je dat verwijten ? De bondscoach ? Die zoekt oplossingen, net als wij.”

Geeft hij daarbij voldoende richtlijnen ? “Twee uur theorie of vijf minuten : het begint en eindigt met de spelers. Wie constant moet nadenken, komt soms te laat en dus in de problemen. En wat de bondscoach betreft : iedereen maakt foutjes, soms werden we daardoor de pineut, maar naar buiten toe heeft hij ons altijd verdedigd. Daar kan je alleen maar respect voor hebben.”

Hoe is het met de hiërarchie gesteld ? Wordt zijn aanvoerderschap door iedereen geaccepteerd ? “Inspraak groeit met de tijd. Het is niet omdat je plots die band draagt, dat je van de ene dag op de andere wat te zeggen krijgt. Er zijn ook zoveel spelers die op een degelijk niveau spelen dat je niet kan spreken van een leider. Wel is het zo dat je voor- en tegenstanders hebt als je beslissingen moet nemen. Soms lopen er jongens die meer caps hebben ( dat zijn alleen de twee broers Mpenza, nvdr) of in andere competities spelen, en zie je die denken : die speelt in een MickeyMousecompetitie en gaat het hier eens zeggen.”

Zes goals in negen matchen, drie keer na elkaar niet kunnen scoren. Ook op dat vlak scoren de Duivels slecht. “Als je in veel matchen problemen kent en je komt er amper uit, kan je moeilijk verwachten dat je spitsen vlot scoren. Als wij de boel gesloten houden en we kunnen goeie aanvoer brengen, is het voor hen ook makkelijker.” Rukt er voldoende volk op ? “Neen. Maar als de backs niet over hun mannetje kunnen, kom je niet voorin. Is het een gebrek aan kracht ? Is het een gebrek aan technisch vermogen en balvastheid ? Is het lengte ? Is het snelheid ?”

Een fitte EmileMpenza zou schelen, vindt Simons. Wat vindt hij van zijn terugkeer. “Hij zal zijn redenen gehad hebben en de mensen die met hem hebben gesproken, zullen daar wel over gebabbeld hebben. ( Schamper.) Bij mij zouden ze niet zoveel tamtam maken. Mijn standpunt in die zaak is duidelijk : je stopt volledig met de nationale ploeg of je houdt je beschikbaar.”

Dus wat Vermant zegt – ‘Ik wil over een terugkeer nadenken nadat Anthuenis weg is’ – kan in zijn ogen niet ? Simons : “Dat is een persoonlijk conflict… Ik las nog van iemand dat hij niet komt om op de bank te zitten.” Daniel Van Buyten ? Simons, kijkt gespeeld verrast : “Ja ? Hoe wil je dan aan een ploeg werken ? Als bondscoach sta je machteloos. Schorsingen, geblesseerden, zulke redeneringen… Begin maar. Wie zich met een eventuele invallersrol niet kan verzoenen, moet consequent zijn en ermee stoppen.”

Ziet hij voor zichzelf blijvend een rol achterin of moet de coach, zijn pleidooi voor clubervaring op een vaste plaats indachtig, Timmy Simons een rij naar voren schuiven, zoals in Brugge ? Zo maak je ook meteen plaats voor Van Buyten. Simons : “Wie ga je dan in het middenveld slachtofferen ? Jullie hebben de gewoonte mensen in en uit de ploeg te schrijven of naar een andere plaats te duwen. Diezelfde pers heeft al zoveel geschreven over mij en Philippe ( Clement, nvdr), zowel in Brussel als in Brugge. Wat is de reden voor die positiewissel ?”

Meer snelheid achterin ? “Oké. Niet omwille van meer power op het middenveld, want dan doe je mij tekort. Dat spelletje is al twee, drie jaar aan de gang. Kompany hebben jullie allemaal naar het middenveld geduwd. Nu moet er plots plaats worden gemaakt voor Kompany en Van Buyten achterin en vlieg ik naar het middenveld.” De pers maakt toch de keuzes niet ? “Je zit hier wel met ’twee kanten’. De pers maakt misschien geen keuzes, maar speelt wel een grote rol.”

Is Anthuenis dan een slap figuur, als hij daaraan toegeeft ? Simons, cynisch : “Als je wil dat je kop er helemaal af gaat, moet je vooral je eigen zin doen. Je moet nadenken en af en toe iets geven, anders was het al lang finito.” Dus was Kompany op het middenveld in Egypte slechts een cadeautje ? Simons : “Dat en nog andere dingen. Hij krijgt nog de boel over zich, maar als Anthuenis niet schippert, is het al lang over.”

door Peter T’Kint en Bert Boonen

‘Wie zich met een eventuele invallersrol niet kan verzoenen, moet consequent zijn en ermee stoppen.”Omgooien moet vaak al door blessures of schorsingen. Ook nog eens spelers van positie wisselen is niet goed.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content