Club Brugge liet zijn oog vallen op Yoni Buyens. Bij KV Mechelen ontpopte de karaktervolle middenvelder zich in een mum van tijd tot een vaste waarde. ‘Ik zie nu in dat een rol zoals die van Timmy Simons mij beter ligt dan die van een box-to-boxspeler.’

Y oni Buyens parkeert zijn blitse Mercedes aan de achterkant van het appartementsgebouw waarin hij sinds vorig jaar zijn eigen stekje heeft. Op teenslippers sloft hij naar de voordeur. Het interieur van zijn flat is stijlvol en modern, zwart en wit, sober en strak. Hij neemt plaats in de sofa. Zowel op als naast het veld straalt Buyens zelfverzekerdheid en zelfbewustheid uit, toch blijft hij erbij dat hij verlegen is. “Meestal laat ik alles op mij afkomen”, zegt Buyens terwijl hij begint te frunniken aan het touwtje van zijn short, iets wat hij een uur lang zal volhouden. “Ik spreek zelden zelf iemand aan. Bij ploegmaats is dat natuurlijk anders, maar als ik bijvoorbeeld de voorzitter ergens zie, zal ik niet zomaar op hem afstappen om te vragen of alles goed gaat. Om bij mijn vriendin het ijs te breken, vroeg ik eerst via via haar mailadres.”

Hoe dan ook, bij interviews komt Buyens altijd vlotjes uit zijn woorden. Na een match belanden de microfoons dan ook vaak voor zijn mond. “Ik zeg meestal mijn mening. Waarschijnlijk is het omdat ik iets te vertellen heb dat ze blijven terugkomen.”

Durf tonen

Een dik jaar na je eerste groot interview met dit blad staan ook wij hier opnieuw. Is er in tussentijd veel veranderd?

Yoni Buyens: “Vorig seizoen was ik nieuw bij KV Mechelen en zocht ik mijn draai een beetje. Tijdens je tweede jaar moet je toch iets meer verantwoordelijkheid nemen, de lat weer wat hoger leggen. Dat probeerde ik. Ik kreeg ook een andere rol. Vorig seizoen werd ik dikwijls aanvallender uitgespeeld, links of rechts in de ruit. Dit seizoen ben ik echt de man voor de verdediging.”

Wat doe je het liefst?

“Die rol voor de verdediging past het best bij mij; de gaten opvullen als anderen weg zijn. Dat van hier naar daar hossen vind ik leuk. Onlangs was ik twee speeldagen geschorst en stond ik op training bij oefenmatchkes in de ploeg die niet zou spelen. Toen moest ik als centrumverdediger of rechtsback voetballen. Ik verveelde mij bij momenten dood, omdat je op die posities soms weinig in het spel betrokken wordt.”

De klemtoon in je uitleg ligt nu heel anders dan in het verleden, toen benadrukte je altijd dat je graag mee in de aanval ging.

“Dit seizoen bracht die verandering wat met zich mee. Marc Brys is een trainer die graag iemand heeft die de controle houdt. In de voorbereiding gebeurde het vaak dat er in mijn rug heel veel ruimte lag. Hij hamerde erop dat zoiets niet mocht. Dat zorgde bij mij voor een klik.

“Ik speelde ook vaak samen met Kevin Geudens. Hij is op het aanvallende vlak iets beter dan ik en ik groeide in mijn verdedigende rol. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet één of twee keer per match mee kan oprukken.”

Begin 2010 zei je nog dat je vaker wou scoren.

“Ik weet dat scoren nooit mijn sterkste punt zal zijn. Elke keer als ik voor het doel kom, denk ik dat mijn spieren een beetje gecrispeerd zijn. Onbewust sluipt er dan nervositeit in mij. Het is moeilijk te beschrijven, ik weet zelf niet goed wat het is, anders zou ik er absoluut iets aan doen. Er zijn nog spelers die dat hebben.

“Ik stapte af van het idee dat ik elk seizoen vijf of zes goals moet maken. Ik zie nu in dat een rol zoals die van Timmy Simons mij beter ligt dan die van een box-to-boxspeler. Ik weet nu wat ik kan en zal wel binnen mijn kwaliteiten blijven.”

Je sprak daarstraks over meer verantwoordelijkheid nemen. Hoe doe je dat?

“Door de ploeg te sturen. Die plaats vlak voor de verdediging is misschien wel de belangrijkste in het team, omdat de speler daar vaak bepaalt of de ploeg druk zet of terugzakt. Hij is ook de schakel tussen de verdediging en de aanval. De omschakeling is in het hedendaagse voetbal vaak cruciaal.”

Die omschakeling is ook belangrijk in het organisatorische voetbal dat Brys dit seizoen vraagt.

“We proberen als eerste te scoren, maar letten erop dat we niet te veel goals binnenkrijgen. We wonnen dit seizoen een aantal keren met 1-0. We hadden toen ook met 4-3 kunnen winnen. Maar ik vind 1-0 leuker dan 4-3, omdat ik mij dikwijls een deel van het verdedigende compartiment voel.”

Begin vorig jaar zei je dat je nog te vaak laterale passes gaf.

“Ik probeer sindsdien vaker een verticale lijn in mijn spel te brengen en dat lukt. Als je een leider bent in je team, moet je je ploegmaats tonen dat je durft. Het heeft natuurlijk ook te maken met vertrouwen en maturiteit.”

Het zelfvertrouwen van Joe

Hoopte je na het vertrek van Joachim Mununga op de aanvoerdersband?

“Niet echt, omdat ik mezelf toen al wat ontplooid had in de groep. Op stage werd duidelijk dat het zou gaan tussen mij en Julien Gorius, maar ik begon me daardoor niet gigantisch anders te gedragen, Julien trouwens ook niet. We probeerden wel met z’n tweeën recht te staan. Als we gedaan hadden met eten, vroeg ik de trainer of we van tafel mochten. Als de spelers niet wisten waar ze moesten zijn, probeerde ik dat op te lossen. Uiteindelijk gaf de trainer de band aan Julien. Hij had daar een uitleg voor waarin ik me honderd procent kon vinden.”

Die was?

“Dat de band voor Julien een echte meerwaarde zou zijn en voor mij misschien iets minder, omdat ik sowieso leiding zou geven.”

Toen Mununga vertrok, zei hij: ‘Yoni verpersoonlijkt de mentaliteit van KV Mechelen, hij heeft klasse en straalt iets uit. Hij moet alleen nog iets meer in zichzelf gaan geloven.’

Goh … Ik geloof echt wel in mezelf, maar Joe geloofde in zichzelf voor drie. Hij had zó veel zelfvertrouwen en verwachtte van elke speler hetzelfde. Maar dat gaf hem ook iets heel moois.”

Hij is een jongen die vooral aan zichzelf denkt, zeiden sommigen.

“Dat klopt ook wel een beetje, maar welke voetballer doet dat niet? In de eerste plaats ben je voetballer om centjes te verdienen, dan moet je niet te veel naar iemand anders kijken. Maar ik denk dat je Joe niet kunt verwijten dat hij zichzelf boven de groep stelde.”

Yonibehang

Is ook voor jou het moment aangebroken om aan jezelf te denken nu Club Brugge interesse toont?

“Ik sta heel erg open voor dat verhaal en ben er absoluut klaar voor. Het is een enorme kans. Ik denk dat het ook een mooi moment is om te gaan.”

Johan Timmermans, de voorzitter van KV Mechelen, zei eerst dat er van een transfer geen sprake kon zijn. Nu klinkt hij al milder: ‘Een speler tegen zijn goesting houden heeft geen zin.’

“Die eerste uitspraken illustreerden de ambitie van de voorzitter. Niemand neemt hem dat kwalijk. Ik denk dat er wel een mogelijkheid is om te spreken over een transfer, absoluut.”

Net nu Club Brugge zegt te willen terugkeren naar de oude waarden, denken ze daar aan jou. Dat is fijn, neem ik aan.

“Als een topclub je wil, zelfs al is het maar voor je schone benen, dan is dat altijd fijn. Al veel mensen zeiden me dat mijn stijl echt past bij Club Brugge. Ik voel dat zelf ook zo aan.”

Als je een transfer versiert, verliest KV Mechelen weer een publiekslieveling. De Supportersfederatie riep je uit tot ‘meest verdienstelijke speler van 2010’.

“Dat was een onbetaalbare appreciatie van de supporters.”

Iets wat vermeld werd bij de uitreiking van die trofee, is je beschikbaarheid voor de fans.

“Ik woon in Onze-Lieve-Vrouw Waver, met allemaal Mechelensupporters om me heen dus. En ik ben iemand die moeilijk nee kan zeggen. Als een jongen me vraagt of ik met hem wil poseren voor zijn communiefoto’s, dan doe ik dat. Als fans me na een match om een handtekening vragen, dan geef ik die, terwijl andere spelers langs de achterkant van het stadion geniepig naar buiten lopen.”

Communiefoto’s met voetballers, is dat de nieuwste trend?

“Twee weken geleden vroeg een jongen dat toch. Hij ging van die foto’s ook behangpapier maken om zijn kamer mee te versieren.”

Met wie wou jij vroeger op de foto?

Nico Van Kerckhoven. Die woonde in Lint, waar ik opgegroeid ben. Ik speelde lang met een truitje waar alleen zijn handtekening op stond. Nico was een speler die er op het veld ook altijd voor ging en iemand die ernaast geen escapades had. Hij bleef altijd nuchter. Dat zal misschien een beetje eigen zijn aan de streek. Hij was ook altijd een heel slimme voetballer, die speelde volgens zijn kwaliteiten.

“Ik herinner me nog hoe ik eens riep: ‘Kijk daar mama, den Nico!’ En dan stak die zijn hand op en was ik zo content als iets. Een handtekening geven of even je hand opsteken, dat betekent voor sommigen heel veel, voor kleinere fans, maar ook voor oudere mensen, terwijl dat voor jou als voetballer geen moeite is.”

Vind je het ook leuk, al die aandacht?

“Het is zeker niet tegen mijn goesting dat ik door het volk stap na een match, zelfs niet na een slechte. Dan roepen de mensen: ‘Het was niet goed vandaag’, of: ‘Volgende week beter.’ Dat moet je erbij nemen. Als je groot bent in de overwinning, moet je ook groot zijn in de nederlaag.”

DOOR KRISTOF DE RYCK

“Ik stapte af van het idee dat ik elk seizoen vijf of zes goals moet maken.”

“Die plaats vlak voor de verdediging is misschien wel de belangrijkste in het team.”

“Al veel mensen zeiden me dat mijn stijl echt past bij Club Brugge. Ik voel dat zelf ook zo aan.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content