Zondagochtend in de provincie, dauwdruppels in het gras, modderspatten op een kindersnoet en, glunderend aan de zijlijn, vijf bekende vaderharten met één gedachte : ‘Niets zo mooi als je zoon die voetbalt.’

Patrick Goots & Killian

Leeftijd : 8 jaar

Club : Dessel Sport

Positie : spits

PatrickGoots : “Controverse rond een Goots zal er altijd wel zijn. In augustus moest mijn zoontje tegen Turnhout spelen, maar er was geen scheidsrechter, dus heb ik dat maar gedaan. D’r stond nogal een geblokte achteraan en ze hebben hem daar, moet ik zeggen, serieus aangepakt. Ik had bewust geen fouten op hem gefloten, maar op den duur heeft hij zich gerevancheerd met een tackle. Dus ik heb mijn eigen zoon van het veld moeten sturen. Wenend natuurlijk, maar daar wordt hij hard van. Alleen zal ik nu wel geen wedstrijdjes meer fluiten, denk ik. Zó geviseerd worden…

“Daarom ook ben ik in een wedstrijd waarin ik zelf speelde, nog maar één keer naar de tribune gelopen waar hij zat en stond ik aanvankelijk ook huiverachtig tegenover dit interview : ik vind namelijk dat hij niet te veel in de belangstelling moet komen. Daar wordt op school over gepraat en dan… Onlangs las ik in de krant een stuk over hoe Heusden-Zolder moest scoren, met – omdat hij makkelijk scoort – drie foto’s die ze ooit van hem op training hadden gemaakt : aannemen, trappen en doelpunt. Er zijn dan wat gastjes die daar jaloers op worden en hij is er een die begint te vechten als het hem niet aanstaat. Want als ze hem echt raken, gáát hij ervoor. Al is het de laatste maanden, moet ik zeggen, wel verbeterd. Hij is ook heel sociaal : je mag die in een ploeg met tien zwarte of tien Chinezen zetten, hij gaat daar mee samenspelen.

“Maar hij blijft iemand die altijd wat de leider wil zijn en het is van tijd wel eens goed hem met zijn twee voeten op de grond te zetten. Een paar weken geleden wonnen ze met 40-0 en had hij 18 of 19 doelpunten gemaakt. Toen heb ik hem gewoon gezegd dat hij heel slecht gespeeld had. Hij heeft ook strenge trainers nodig die hem kort houden, want als hij voelt dat hij baas wordt, dan valt er niks meer mee aan te vangen. Mijn vrouw zegt altijd dat er zoveel gelijkenissen zijn met mij, dat hij dat ook wel van mij zal hebben ( lachje). Maar soms zie ik hem in de tuin een Zidane-beweging doen die ík zelfs niet kan zonder mijn enkels te breken. Dan zeg ik wel eens tegen mijn vrouw hoe technisch beter hij wel is dan ik. Ik was ook gedreven vroeger, maar hij is meer een winnaarstype, terwijl bij mij de match al goed was als ik gescoord had. Hij kan ook niet zo goed tegen zijn verlies, zelfs als we thuis vier op een rij spelen. Hij zou vals spelen om toch te winnen.

“Mijn zoon heeft het nu wat te makkelijk : in Dessel is hij begonnen als zesjarige, bij de nationale duiveltjes, maar nu die afgeschaft zijn, speelt hij gewestelijk en voor het derde jaar bij de duiveltjes. Ik had eigenlijk graag gezien dat ze hem doorschoven naar de preminiemen, maar ik denk dat er in Dessel bepaalde personen dat wat tegenhouden omdat hij zoon ván is. Ik ben in de jeugd van Dessel zelf nooit bemind geweest en als ik voel dat dat voor mijn zoon ook geldt, ga ik ermee op een ander. Dus vorige week vrijdag ben ik ermee naar Lierse getrokken, waar hij mocht meetrainen. Die hadden hem twee of drie keer gescout, denk ik. Het is hem heel erg bevallen. Je voelt dat hij ambitie heeft, maar ik zet er zeker geen druk achter. Hij moet het plezant blijven vinden.

“Ik hoop dat hij zo lang als ik in eerste kan spelen, dan zal hij een mooie carrière gehad hebben. Ik was een van de eerste die een oorring droeg, ik kwam ervoor uit dat ik een pint ging drinken na de match en iedereen dacht ook dat ik met een motor reed, terwijl ik dat nooit gehad heb ( lachje). Iedereen herinnert zich Goots als de rocker met de paardenstaart en de oorring, en ik denk dat mijn zoon op dat vlak dezelfde weg zal opgaan. Hij heeft zoveel van mij, dat het bijna ongelooflijk is dat dit kan. Ik hoop alleen dat hij net als ik van de drugs afblijft. Daar zal ik zéker alles aan doen. Maar als hij in een verkeerde groep vrienden terechtkomt, zal het héél moeilijk worden, vrees ik.

“Ik wil met hem heel België doorkruisen, maar dan moet hij er wel honderd procent voor gaan. Onlangs hadden ze een paar spelertjes tekort, dus ik zeg : nu is het moment om te tonen dat je iets extra wil doen. Achteraf hoorde ik van mijn vrouw dat hij heel goed gespeeld heeft, gewérkt heeft voorin én achterin. Kijk, dán ben ik fier.”

Harold Meyssen & Yentl

Leeftijd : 6 jaar

Club : Cercle Brugge

Positie : spits

HaroldMeyssen : “Ik heb, sinds mijn zoon er is, toch wel een andere instelling gekregen. Je gaat, merk ik, na een wedstrijd alles meer relativeren. Ik bedoel : je komt thuis, je ziet die kinderen lachen en spelen en dan vergeet je je eigen zorgen. Kinderen compenseren heel veel als je een wedstrijd verloren hebt. Je ziet ook dat die mannekes zelf heel snel vergeten. Na een verloren wedstrijdje zijn ze al meteen weer op een bal aan het shotten.

“Bij ons profs is het wel niet belangrijk wie scoort, áls we maar scoren, maar op die leeftijd willen ze natuurlijk allemáál scoren ( lacht). Papa, jij hebt nog niet gescoord en ik wel, ja, dat moet ik geregeld aanhoren ( lacht). Vorig seizoen maakte hij meer dan honderd doelpunten ; nu zit hij al aan een stuk of twintig. Ze verliezen nu ook wel veel, maar dat is goed, daar wordt hij harder van. Vorig jaar ging het te gemakkelijk : hij maakte er meestal meer dan tien per wedstrijd. Want hij is, zoals de meeste spitsen, wel een beetje egoïstisch. Maar ik zie dat hij elke week meer en meer passes begint te geven. Gelukkig maar.

“Waar ik nog het meest van schrik, is dat ik zo’n goeie linker heb en hij rechtsvoetig is. Maar hij heeft diezelfde trap die ik vroeger had. Alleen merk je dat hij tegen tweedejaars nog wat terughoudend en bang is omdat hij kracht tekortkomt. Maar techniek heeft hij zeker. Spijtig is dat ze in mijn jeugd nooit op mijn mindere voet hebben gewerkt. Later heb ik dat pas kunnen doen, dus ik probeer hem nu als rechtsvoetige al meer op zijn linker te laten oefenen. Misschien is verhuizen naar Cercle voor hem de stap vooruit : er wordt hier al veel meer op resultaat gespeeld en hij krijgt betere trainingen. Maar als ik die andere spelertjes aan het werk zie, merk je dat die meestal al verder staan omdat Yentl voor we naar Cercle kwamen niet diezelfde opleiding heeft gekregen. Na de school probeer ik daarom nog wat met hem te spelen. Als je zelf speler bent, zie je natuurlijk de fouten die hij maakt, maar ik ga daar niet op in. Dat hij er plezier in heeft, is voor mij het belangrijkste.

“Maar hij is er zot van, van voetbal, en ik laat hem doen. Nu er ’s avonds Champions League op tv is, moet ik hem zeker voor het begint in bed stoppen, want anders blijft hij kijken tot de laatste minuut ( lacht). Soms is het té, zoals hij naar voetbal kijkt. Hij volgt ook de meeste wedstrijden van Cercle en als we verloren, moet ik het wel horen dat papa slecht gespeeld heeft ( lacht). Hij was ook teleurgesteld dat ik bij Standard wegging, maar hij is hier al helemaal ingeburgerd. Via het voetbal maakt een kind ook sneller kameraadjes en hij integreert zich beter op school. Daarom ook vind ik het belangrijk dat hij aan sport doet en sta ik achter al zijn keuzes, wat hij ook zal doen. Dat betekent ook op zondagochtend vroeg opstaan, ontbijten, om halfnegen verzamelen om te vertrekken voor een verplaatsing en wij ouders in de auto achter de bus aan. Slapen kan ik na een wedstrijd nog altijd niet, dus als ik dan ’s zondags zo vroeg opsta, ben ik wel blij dat ik de namiddag nog heb om een beetje te rusten ( lacht).”

Anders Nielsen & Benjamin

Leeftijd : 8 jaar

Club : AA Gent

Positie : doelman

AndersNielsen : “Zelf heb ik als kind – ik speelde toen bij een relatief grote club – mijn eigen vader voor de keuze gesteld : hij zou mij naar een kleinere club, waar al mijn schoolvriendjes speelden, laten gaan of ik zou stoppen met voetballen. Mijn vader heeft mij laten gaan. Accountancy, dát was iets voor mij, aan voetballer worden dacht ik niet. Daardoor heb ik van mijn twaalfde tot mijn achttiende wel veel minder bijgeleerd, wat ik nu spijtig vind, anders was ik misschien nog hoger geraakt. Ik push mijn zoon zeker niet, maar ik ben met hem wel strenger geweest. Hij wou van AA Gent naar De Pinte, waar zijn kameraadjes spelen, maar we hebben hem kunnen overtuigen dat hij beter bij Gent blijft. De trainers zijn er beter, het niveau ligt hoger en naar welke club je ook gaat, het is toch niet om te spelen, maar om te voetbállen. Ook in De Pinte.

“Eigenlijk heeft hij niet zelf beslist om te voetballen, ík heb hem een beetje overtuigd : doe maar, probeer maar. De eerste vijf keer dat ik hem ergens mee naartoe pakte, was hij nog te klein. Maar ja, je weet nooit wanneer zo’n jongen klaar is. Ik wil alleen graag dat alledrie mijn kinderen sport gaan doen, want ik weet wat sport voor mij heeft betekend. Het heeft mij uit alles kunnen weghouden wat betreft drugs en criminaliteit. Ik voetbalde, badmintonde en handbalde. Dat wil ik doorgeven en als stimulerende factor gebruiken om uit andere zaken weg te blijven. Ik heb altijd gevoetbald zonder iets te gebruiken. Maar misschien is dat ook de reden waarom ik niet de top bereikt heb : ik heb altijd veel blessures gekend. Blessures waar ik vanaf had kunnen zijn als ik verboden producten had gebruikt. Mijn buikspier was altijd ontstoken omdat ze aan mijn blaas was vastgegroeid. Bovendien heb ik minder dan 5 procent vet, ook nu ik meer dan dertig jaar ben. Daardoor kom ik na een uur wedstrijd vet te kort om te verbranden, waardoor ik spieren verbrand. Dan is het normaal natuurlijk dat je blessures oploopt.

“Mijn zoontje, zo ziet het ernaar uit, zal sterker en groter worden. Wat van pas komt als je keeper bent ( grijnst). Bij zijn eerste training dachten ze : het is de zoon van Nielsen, we zetten hem in de spits. Maar dat was nog veel te vroeg ( lacht). Benjamin is uiteindelijk keeper geworden omdat hij in Denemarken eens een veteranenwedstrijd heeft gezien met Schmeichel in het doel. Plus dat we vorig jaar met Antwerp tegen Sunderland speelden en ThomasSorensen, de keeper, met hem op het veld is gelopen en hem een foto en handtekening heeft gegeven. Maar ik zou liever zien dat hij in de spits gaat spelen, want er is in het topvoetbal maar één keeper natuurlijk terwijl er tien plaatsen zijn voor andere spelers.

“Hij heeft veel vooruitgang geboekt en krijgt ook speciale training, niet alleen voetenwerk, maar ook sprongkracht, wat altijd goed is voor later, als hij toch veldspeler wil worden. Maar als ik zie wat mijn jongste zoon op zijn vierde al doet, is Benjamin een heel voorzichtige, brave jongen : als er een lange bal op doel afkomt, durft hij bijna niet te roepen dat hij voor hem is. Hij is zenuwachtiger als ik aanwezig ben, begaat dan fouten die hij anders niet zou maken. En pakt hij een bal, dan kijkt hij direct naar mij. Misschien ben ik soms wel te rap met kritiek op hem. Ik zie te gemakkelijk dingen die hij verkeerd doet, ook al probeer ik die positief over te brengen. Mijn vrouw is iets positiever als ze gaat kijken. Maar hij doet zijn best, ook op school, en uiteindelijk is het belangrijkste dat hij er plezier aan beleeft. En dat doet hij : Goal is heilig voor hem in het weekend ( lachje). Maar commentaar krijg ik nooit te horen. Jammer misschien, maar hij kijkt vooral of hij iets moois ziet, denk ik. Maar dat is ook goed.”

Philippe Clement & Miguel

Leeftijd : 10 jaar

Club : Varsenare

Positie : verdediger of middenvelder

PhilippeClement : “We hadden met Brugge eens een match met, geloof ik, 8-0 gewonnen en ik was thuisgekomen – toen ik bovenop de trap was, schrok hij wakker – met de mededeling dat we met 8-0 hadden verlóren ! ’t Was maar een grapje maar hij begon toen zo hard te wenen dat ik me daar achteraf wel schuldig over gevoeld heb. Hij leeft heel intens mee. Kom ik pas om twaalf, één uur van verplaatsing thuis, dan moet ik toch dikwijls eerst nog gaan vertellen wat het geworden is. Verliezen we, dan wordt er al eens een traantje weggepinkt. En er mag ook niks slechts van Club gezegd worden : hij is een echte supporter. Dus het is wel goed dat Varsenare ook in blauw en zwart speelt ( grijnst). BirgerMaertens en zijn broer voetbalden daar ook, dus, ja, het worden wel stevige jongens daar ( lacht).

“Kinderen spiegelen zich altijd aan hun ouders en aangezien hij al van klein af mee gaat naar het voetbal, lijkt het mij logisch dat hij meer verdedigende kwaliteiten heeft. Veel mensen zeggen ook dat hij heel erg op mij lijkt. Dat is wel grappig ( lacht veelbetekenend). Hij neemt heel veel dingen van mij over : de manier van spreken op het veld, wijzen, hoe hij zijn neus afveegt. Zelfs dat. Erg genoeg dat ik er zo al één in huis had, zegt mijn vrouw altijd ( lacht). Hij is heel actief, tennist bijvoorbeeld ook nog eens in de zomer, en die uitlaatklep heeft hij heel erg nodig, zoals ik dat vroeger ook had.

“Maar bij ons komt school veruit op de eerste plaats, want hij weet dat de kans om profvoetballer te worden heel, heel klein is. Zelf heb ik nooit de ambitie gehad om het te worden, wel om een goed diploma te halen. Je kan beter voor het zekere gaan. Achteraf gezien kan je zeggen dat ik een bepaalde achterstand heb opgelopen door langer te blijven studeren, maar als persoon en qua levenservaring kom je ook daar toch weer sterker uit. Ik schrik er wel altijd van als ik zie wat die kinderen op hun leeftijd al kunnen. Ze beginnen steeds vroeger, dus ze hebben zeker een grotere voorsprong op de vorige generatie. Zeker als ik dat vergelijk met mijn eigen debuut, op mijn tiende pas, bij Sint-Anneke Sport. Ik had eerst drie jaar gebasket. Mijn eerste wedstrijd herinner ik me nog heel goed : ik kon scoren en ik was daar geweldig blij mee ( lacht).

“Sporten vind ik heel belangrijk in de ontwikkeling van een kind. Ik vind het heel jammer dat er in België op dat vlak niet meer mogelijkheden zijn. Na drie van de vier jaar industrieel ingenieur ben ik ermee moeten stoppen. Veel van mijn professoren hadden geen binding met sport, dus die combinatie lag heel moeilijk. Daarom zou het me wel interesseren om na mijn carrière op dat vlak iets te kunnen doen.

Miguel moet vooral doen wat hij plezant vindt. Zelfs als hij ballet wil doen, is het voor mij goed. Een kind moet zich kunnen ontwikkelen in wat het graag doet, niet in de dromen die de ouders voor ogen hebben. Want sommige ouders, merk je, willen dat hun kinderen verwezenlijken wat ze zelf niet konden. Dat zie je aan de zijlijn, aan de druk die ze hun kinderen volgens mij veel te veel opleggen.

“Het mooiste blijft nochtans hoe die kinderen stralen op dat veld en hoe ook zij dat groepsgevoel ervaren. Je weet zelf hoe plezant het is om binnen een groep te functioneren en bij hen is die beleving nog eens zo fel. Als je ze hoort zingen in de kleedkamer, dat zijn hoogdagen. Niets zo mooi als een kind dat gelukkig is.”

door Raoul De Groote

‘Als het hem niet bevalt, begint hij te vechten.’ (Patrick Goots)

‘Kinderen compenseren veel als je verloren hebt.’ (Harold Meyssen)

‘Ze horen zingen in de kleedkamer, dat zijn hoogdagen.’ (Philippe Clement)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content