In de eindjump naar de titel moet Ariël Jacobs slimmer proberen te zijn dan Laszlo Böloni. Gaat dat lukken? Getuigenissen over de Anderlechtcoach.

De man: intellectueel genot

“In de loop der jaren heeft Ariël Jacobs (55) ongetwijfeld aan zekerheid gewonnen”, bedenkt Herman Van Holsbeeck. “Toen we beiden nog voor RWDM werkten, in 1999, vroeg hij me op een dag of ik vond dat hij wel gemaakt was voor het trainerschap. Dat kwam omdat zijn entree op het hoogste vlak niet de meest gelukkige was. Hij stelde de vraag na een 0 op 21 … Hij vond op dat moment dat de kloof tussen theorie en praktijk breed was en hij vroeg zich af hoe hij die kloof kon overbruggen. Persoonlijk heb ik altijd vertrouwen in zijn capaciteiten gehad. Ik wist dat hij goed zat, dat hij alleen de tijd moest krijgen tot alles in de plooi viel. Na een eerste zege en vervolgens nog een zege gebeurde het ook en vielen de twijfels, ook bij hemzelf, weg.”

Jacobs, zo gaat Van Holsbeeck verder, heeft die vraag daarna nooit meer gesteld. Hij groeide in zijn rol en voelde er zich gaandeweg steeds beter in. Van Holsbeeck:”We zijn nu acht jaar verder en de man die ik alle dagen aan het werk zie, is een trainer die zeker is van zichzelf en veel meer volwassen. Ik denk dat de goeie resultaten bij La Louvière zijn zelfvertrouwen hebben opgekrikt. Met die ploeg en die beperkte middelen de beker winnen, kan niet iedereen. Zijn methode en discours zijn top. Intellectueel staat hij boven alle anderen en hij heeft geen hulp van een psycholoog nodig om hem te steunen in zijn relaties met de spelers.”

Een niet mis te verstane allusie op de manier van werken van Frank Vercauteren, die vaak een beroep deed op psycholoog JohanDesmadryl om een boodschap over te brengen. De huidige T1 van Anderlecht doet dat zelf. In drie talen – Frans, Nederlands en Engels, met noties van Spaans én Duits. Jacobs is in een vorig leven niet voor niets vertaler geweest bij de NAVO.

“Hij speelt met woorden in alle talen,” getuigt Thomas Chatelle, “maar gebruikt nooit taal met veel franje, alles is altijd heel direct. Zijn theorie voor de wedstrijd duurt drie minuten. De essentie.”

“Wat ik van Jacobs apprecieer, is zijn eerlijkheid”, zegt Jonathan Legear. “Toen mijn naam vorig seizoen gelinkt werd aan Dinamo Moskou en ik hier geen basisplaats had, liet hij me weten dat hij me, ondanks die belangstelling, toch geen stek in de startende elf kon garanderen. Ik vond dat eerlijk en duidelijk, er zouden ongetwijfeld andere trainers zijn geweest die me, om me te paaien, een plaats in de eerste elf zouden hebben voorgespiegeld. Zo is hij niet.”

Jacobs is een attente man, zeggen de spelers. “In juni vorig jaar kreeg ik op afzondering met de nationale ploeg een sms’je”, herinnert Marcin Wasilewski zich. “Het was er eentje van de trainer, om me te feliciteren met mijn verjaardag. Mooi gebaar, tenslotte zat hij ver weg en was hij met vakantie. Dan moet hij niet aan mij denken.” Ook Jan Polák kreeg aanmoedigingen tijdens het EK. Het zijn die attenties, zegt de Pool, die van Jacobs een grote meneer maken.

Een gentleman. Maar te zacht, vinden sommigen. “Te vriendelijk soms”, spreekt Herman Van Holsbeeck dat niet tegen. “Toen we in het begin van het seizoen tegen BATE Borisov moesten spelen, maakte hij ons erop attent dat zijn twee spitsen twee jongens van twintig zouden zijn. Matías Suárez en Kanu. Niet ideaal. We hebben er nota van genomen, zonder meer. Een ander zou ongetwijfeld hard op tafel hebben gebonkt tot er een ervaren rot kwam. Hij niet. Als ik mag kiezen, dan heb ik liever zo’n man: beleefd, welgemanierd, een gedroomde ambassadeur voor ons.”

Tactisch vernuft

“Tactisch is Jacobs sterker dan ik verwachtte”, zegt Philippe Collin. Een héél mooi compliment uit de mond van de nummer twee in het Brusselse bestuur. Collin staat immers bekend als iemand die geniet van een trainer die met een ingreep een wedstrijd kan doen kantelen. Voorbeelden van het tactisch vernuft van Jacobs zijn er genoeg. Onlangs in de wedstrijd tegen Club Brugge nog. Anderlecht stapte daarin af van de traditionele 4-3-3 (of 4-2-3-1) ten voordele van een 3-4-3. Op die manier kon Jelle Van Damme wat hoger spelen dan normaal, om sneller Nabil Dirar, zijn rechtstreekse tegenstander, af te blokken, terwijl GuillaumeGillet aan de andere kant hetzelfde deed met Koen Daerden. Zo waren voor Club de flanken geblokkeerd. Ondertussen nam het centrale duo Polák- Biglia vrij makkelijk de maat van OdjidjaKruska. Ook in de heenwedstrijd had Jacobs zich al geïnspireerder getoond dan zijn tegenstander op de andere bank, door aan de rust Legear links te zetten en Gillet rechts, zodat Mbark Boussoufa naar het centrum kon uitwijken. Met succes: het was de Marokkaan die voor de gelijkmaker zorgde.

En dan die andere topper, tegen Standard. Op Sclessin had Jacobs al een eerste keer iedereen verbaasd door van de nood aan een centrumspits een deugd te maken en Boussoufa centraal uit te spelen. Niet diep, maar een beetje teruggetrokken. De twee vleugelverdedigers van Standard, Dante en Marcos, kregen twee rechtstreekse opponenten (Chatelle en Stanislav Vlcek), zodat het centrale duo Sarr en Onyewu moest opbouwen. Gevolg: een pak verloren ballen. Standard won evenwel toch de wedstrijd, dankzij een geniale bevlieging van Milan Jovanovic. De return was voor Anderlecht, met 4-2, nadat de bezoekers nochtans met 1-2 op voorsprong kwamen.

Anderlecht was dit seizoen de beste Belgische ploeg in de duels tegen de top 5. Thuis won het van Standard, Club Brugge, Genk én Westerlo. Gelijk werd het tegen AA Gent (2-2), maar in Gent wonnen de Brusselaars dan weer (1-2). Ook daar een goeie tactische zet: Gillet speelde op de rechterflank en was betrokken bij de twee bezoekende doelpunten.

“Na de nederlaag tegen Cercle waren we allebei van mening, de trainer en ik, dat onze 4-3-3 te voorspelbaar werd”, zegt Herman Van Holsbeeck. “Het is Jacobs die opteerde voor een wijziging en in Gent wierp die al direct haar vruchten af. Ik leid daaruit af dat de spelers heel flexibel zijn en ontvankelijk voor wat hij bijstuurt. Dat bleek ook weer tegen Club Brugge. Voor mij is een goeie trainer een trainer die het juist ziet en die het in 95 procent van de gedurfde wijzigingen goed heeft. En als ik Jacobs analyseer, moet ik zeggen dat hij een groot trainer is. Hij had het zelfs nóg beter kunnen doen, de zege van Standard op Sclessin kwam er op een diefje en tegen Gent thuis had Legear de 3-0 aan de voet. Dit seizoen is de ploeg diverse keren op achterstand gekomen, maar de meeste keren hebben ze die situatie rechtgezet, dankzij een interventie van de coach en zijn perfecte visie op het spel.”

De toekomst

Ariël Jacobs ligt nog één seizoen onder contract. Op het moment dat hij hoofdtrainer werd, op 13 november 2007, verraste hij door luidop te verkondigen dat “veel mensen op dit moment wellicht in mijn plaats zouden juichen, maar ik niet.”

Het is immers zo dat hij nooit gevraagd had om eerste viool te spelen. Son truc, dat was T2. Met dat perspectief had hij een paar maanden eerder Moeskroen verlaten. Het ontslag van Frank Vercauteren besliste er anders over en richtten de schijnwerpers op Jacobs. Niet zonder succes. In 2008 haalde geen enkele andere Belgische ploeg meer punten in de competitie en in mei pakte hij met Anderlecht de beker, voor de club de eerste keer sinds … 1994.

En toch. Toen de directie hem na de Europese kwalificatie tegen Bordeaux vroeg om zijn Sporting van de toekomst uit te tekenen, reserveerde Jacobs voor zichzelf opnieuw een rol als adjunct. Als hoofdtrainer zag hij meer in een Nederlander als Sef Vergoossen of Louis van Gaal. Voorzitter Roger Vanden Stock wilde er echter niet van horen, met als argument dat geen enkele hoofdcoach zou willen werken met onder zich een trainer die zo’n palmares verzamelde. Toen Sporting niemand van dat kaliber wilde aanstellen, was het tegenvoorstel van Jacobs om dan maar zelf door te gaan als hoofdcoach. Met gemengde resultaten. Een Europese uitschakeling en een bekeruitschakeling door KV Mechelen tot dusver aan de minzijde. Blijft over: de titelstrijd.

En daarna? T1? Hij ligt nog onder contract en mocht hij dat zelf niet willen, zullen we het hem verplichten, zegt Philippe Collin. Het houdt een gevaar in: het derde seizoen werd in het verleden vaak een moeilijk seizoen voor een hoofdcoach. Hugo Broos en Frank Vercauteren werden ontslagen in hun derde jaar. Die laatste was beloofd dat hij technisch directeur mocht worden, een beslissing waar de club later op terugkwam.

Jacobs ziet zich ook langer in dienst blijven van de club. Kan dat wel als hoofdcoach, met alle stress die ermee gepaard gaat? Zijn humor, vroeger zacht, krijgt dezer dagen soms een ironische ondertoon die af en toe zelfs neigt naar sarcasme. Misschien is de job van technisch directeur een uitweg. Elke grote club die zichzelf respecteert heeft er een en Jacobs had die job al bij Genk. Die aanstelling zou wel een leemte opvullen bij Anderlecht, waar niet altijd een lijn zit in de transferpolitiek. Op de ene positie is er weelde, op een andere zijn er gaten. Als Anderlecht hem nu eens zou vragen een nieuw organigram uit te tekenen? S

door bruno govers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content