Met de wedstrijden tegen Turkije en Estland staat Dick Advocaat voor zijn eerste twee interlands als Belgisch bondscoach. ‘Spelers met talent moeten weg uit Nederland en België.’

We spelen hetzelfde spelletje als altijd wanneer hij komt. En ja hoor. Het horloge springt van 16.29 uur op 16.30 uur en daar marcheert De Kleine Generaal het hotel binnen. Weer precies op tijd. Je zou bijna denken dat hij op de hoek van het hotel heeft staan wachten in zijn grote zwarte Mercedes. De huismus is weer thuis na een lange vlucht over de wereld. Hij is gek op Nederland. Maar wil er niet meer werken. Dus is hij nu bondscoach van België. Wie denkt dat hij de Rode Duivels er even bij doet, kent de wereld van Advocaat nog niet. De autodidact scoort altijd en overal een tien voor vlijt. Daarmee is hij ver gekomen. Hij neemt zijn werk mee naar huis. Naar bed. Ook nu. Het begon al op de nacht voor de perspresentatie in Brussel. Een tweetalige bijeenkomst, zo hoorde hij tot zijn schrik. Rechtstreeks op de Belgische tv ook nog: “Ik lag vorige week te dromen in het Frans: nous avons tres années en toen wist ik het niet meer. Verder kwam ik niet. Ik wilde eigenlijk zeggen: Ik heb drie jaar om Frans te leren.”

Uiteindelijk poneert hij een stevig verhaal over internationals die niet moeten denken dat ze al vedettes zijn. De spelers van België weten waar ze aan toe zijn. “Ik dacht: Waarom zou ik niet gewoon vertellen wat ik vind?”

Diep in de nacht leest hij de commentaren op internet. Zijn pak voor de volgende dag hangt al in positie. Dan gaat hij alweer naar Luik om een wedstrijd te bekijken. Lekker zelf achter het stuur. Dat is weer wat anders na de jaren met chauffeurs in Zuid-Korea en Rusland. Voorafgaand aan de match in Luik heeft hij met zijn assistent Marc Wilmots afgesproken. Advocaat slaat op zijn knieën. “Ik kom dus met Wilmots bij Standard. Hij reed voor mij, ik erachter. Tussen de massa door, nou, dat had ik bij Feyenoord niet hoeven proberen. Dan had mijn auto in puin gelegen. Die mensen hier waren enorm gelukkig dat ze ons zagen. Ik naar het hek en vraag aan de portier of hij Nederlands spreekt. ‘Non!’ Maar ik moest hem wel duidelijk maken dat ik tien minuten voor het einde van de wedstrijd wegging, dus niemand moest mijn auto blokkeren. De wedstrijd zou om kwart over tien afgelopen zijn. Ik tegen die portier in mijn beste Frans: ‘ Apres la match. Match fini dix heures. Onze, douze, treize, quatorze, quinze. Dix heures quinze dus. Partir dix heures.’ Zo kom je er toch uit? Die auto stond om tien uur helemaal vrij.”

Op de lange terugweg merkt Advocaat dat de dagen toch lang zijn. “Om twee uur ’s nachts was ik thuis. Dat is toch nog een heel eind rijden. Soms wilde ik even één oog rust geven door een hand ervoor te houden. Om en om. Dat is op de snelweg toch gevaarlijk. Ik neem niet de moeite om een kwartier te stoppen. Als ik dan even mijn ogen dichtdoe, dan wordt het niks meer. In Rusland en Korea had ik een chauffeur, maar zelf rijden vind ik leuk. Dan kom ik thuis en ga ik even de mail doornemen. Daarna de voetbalwebsites. En dan nog even zappen op tv om te kijken of er voetbal op is. Alles moet gecheckt zijn voor ik ga slapen. De volgende ochtend weer vroeg op om van Schiphol naar Zürich te vliegen. Ik ga altijd voor tweehonderd procent. Even Luzern-FC Sion kijken. Maar Emile Mpenza speelde niet. Ja, alleen het laatste kwartiertje.” Belt hij zo’n jongen dan niet even van tevoren? “Nee. Zo’n speler weet niet dat ik kom. Ik wil hem observeren.”

Russisch volkslied

In Brussel waarschuwde hij voor vedettegedrag bij een selectie vol subtoppers. Pittig begin. “Ik was van plan om duidelijkheid te geven en gewoon te zeggen wat ik denk. Niet eromheen draaien. Maar wel zonder de spelers te beschadigen.” Ook in België komen de jeugdige sterren meer in het nieuws door stapavondjes en ruzies dan door hun goede voetbal. “Kijk, bij het Nederlandse elftal gebeuren net zo goed dingen. Daar kan ik een boek over schrijven. Alleen het verschil is: in België komt alles naar buiten. En dat moet veranderen. Als mensen niet meewillen met die visie, ben ik daar heel gemakkelijk in. Andrei Arshavin was bij Zenit net Speler van het Jaar geworden toen ik zei: ‘Ga jij maar bij het tweede trainen.’ Het was dat hij na een week zijn excuses kwam aanbieden, anders had ik hem nooit teruggenomen. Spelers moeten graag voor het nationale elftal willen spelen, anders gaan ze maar weg. Daar kan ik niks mee. In België schijnt het niet zo te zijn dat alle spelers zo graag komen. De vraag is: hoe komt dat? De komende acht maanden ga ik kijken wie er geschikt is en wie niet. In de staf en in de spelersgroep. Als iemand niet past, dan moet hij weg.”

De kritieken over het kordate optreden van de Nederlander waren meer dan goed. Misschien ook wel een reden voor de uitbundige bui van De Advocaat van de Duivels, zoals hij nu gedoopt is. “Ik was vroeger toch wel redelijk stug. Dat krijg ik nu in de gaten.” De benen gaan een stuk de lucht in, de handen op de buik: “Grappig dat ik dat nu zelf zeg. Mensen die me goed kennen, zeggen dat ik altijd zo ben als nu. Alleen niet als de camera er is.” Dan gelden de lessen van Rinus Michels. “Voor de camera ben ik alleen maar aan het denken: geen fouten maken. Iedereen in zijn waarde laten. Als voetballer zei ik juist alles. Daarom stond ik ook altijd in de kranten. Ik was overal aanvoerder, omdat ik mijn mening altijd ventileerde. Toen ik trainer werd, is dat veranderd. Komt door Rinus Michels. Die zei altijd: ‘Dick, niet te veel vertellen. De media zuigen je helemaal leeg. De media: ze zijn niet te verzadigen.’ Zijn wijsheid was altijd: alles wat je te veel zegt, moet je verantwoorden.”

Advocaat mag dan alleen het ‘meer uitgebreid lager onderwijs’ hebben afgemaakt, hij was een ijverige leerling. In Nederland staat hij nog steeds bekend om zijn nukkigheid. Een beeld dat niet te rijmen is met de onbevangen, vrolijke man die tegenover ons zit. Kunnen de Michelsmanifesten in de la? “Ik ben het nu nog steeds met Michels eens. Ik heb er geen probleem mee om dingen uit te leggen, maar sommigen overpraten zich. Dat heb ik niet. Ik ben – dat schrijven de Belgische kranten nu ook – niet-Belgisch. Kort. Duidelijk. To the point.”

Kennen wij de echte Advocaat dan niet? Miskend, bars, nukkig, iemand die alles persoonlijk neemt. Zomaar wat observaties van een lange loopbaan. “Dat heb ik zelf ge-creëerd. Voortgevloeid uit de zes jaar die ik met Michels heb meegelopen. Ik was 36 jaar en had één keer voor een groep gestaan. Ik moest stoppen bij FC Utrecht, omdat ik mijn ene been niet meer voor het andere kon krijgen. Toen trainde ik al DSVP. We hadden nog geen droge boterham. Er was nooit geld. Maar we waren wel heel succesvol. Toen belde Michels of ik bij de KNVB wilde komen werken. Ik was ver-schrik-ke-lijk leergierig. Ik keek torenhoog tegen hem op, als ik hem alleen al zag zitten. De grote Michels. Ik was niks gewend. Dan moest ik een speler bij Atlético Madrid gaan bekijken en stond ik al twee uur voor de wedstrijd bij de ingang om de grote Tomislav Ivic uit de bus te kunnen zien stappen.

“Hoe je iets moet overbrengen op een groep, daar had ik geen kaas van gegeten. Ik was wel altijd dominant, als speler al. Ik bemoeide me overal mee, ook naar de trainers toe. Als speler kun je gemakkelijk dingen zeggen, dan heb je niet de verantwoor-delijkheid voor een hele groep, club of bond. Maar het mooie is wel dat mensen nu tegen me zeggen dat ik het altijd goed heb verkocht. Ik kan overal terugkomen. Of dat nou bij PSV, Rangers of Zenit is, of waar dan ook. Ik heb nooit mensen in diskrediet gebracht. Dat is dus de leerschool geweest van Michels.”

Advertentieverkoper

Advocaat schiet overeind: “Hebben jullie laatst dat stukje geschreven waarin stond dat ik in mijn tijd een topspeler was? Nee? Nou, die man had er wel verstand van. Vele mensen denken dat ik maar een dravertje was, maar dat klopt niet helemaal. Ik was een harde werker, maar kon aardig voetballen. Ik heb meer dan vijfhonderd wedstrijden gespeeld. Dat weet de jonge generatie niet.”

De speler Advocaat kennen alleen de oudere lezers. De trainer kwam in Rusland pas van zijn stempel conservatief en behoudend af. Zijn Zenit Sint-Petersburg oogstte tot alle uithoeken van Europa lof voor de gedurfde speelwijze.

Als we het toch over stempels hebben. Hoe zit dat nou met dat geld? Geen commentaar zonder dat zijn zucht naar geld wordt genoemd. Erst das Fressen dann die Moral. “Ik bepaal de waarde van mijn contract niet. De mensen vinden mij dat waard.” Het is algemeen bekend dat in Rusland topsalarissen worden betaald. “Dure reizen, verbouwen, auto’s kopen – dat doe ik allemaal niet. Als ze iets over mijn privéleven willen schrijven, kunnen ze alleen maar zeggen dat ik saai ben. Haha, ik had aandelen, maar daar heb ik ook mee verloren. Als het mij alleen om het geld ging, was ik nou toch geen bondscoach in België? Er zijn clubcoaches in België die meer verdienen dan ik. Ik verdien 550.000 euro bruto, dat mogen jullie best weten, want het heeft in alle Belgische kranten gestaan. Anders zou ik dat nooit vertellen. Met vakantiegeld erbij 600.000 euro. Maar goed, ik ken de waarde van geld.”

Generatiegenoten als Guus Hiddink en Co Adriaanse genieten met volle teugen. Maar voor Advocaat geen wekenlange safari’s of sabbaticals. Eén keer besloot de Hagenaar het rustig aan te doen, maar de muren kwamen binnen een paar weken van vier kanten op hem af. “Het was na het EK in Portugal. Toen zat ik thuis. Twee maanden ging de telefoon niet. Er belde niemand. Ik heb tv gekeken, kranten gelezen, een beetje getennist. Ik had er al snel genoeg van. De eerste die belde was Borussia Mönchengladbach. Ik wist niet hoe snel ik ja moest zeggen.”

Witte Bentley

Naar de letter werd hij in Sint-Petersburg voor het eerst ontslagen, maar de beelden van zijn afscheid vertellen een ander verhaal. We zagen een Advocaat die we nauwelijks kenden. Zwaar geëmotioneerd. Huilend stortte hij zich in de armen van zijn boezemvriend Bert van Lingen. “Ik werd heel emotioneel toen ik tussen de supporters stond die voor me zongen. Maar het mooiste hebben de mensen niet kunnen zien op tv. Later ben ik nog een keer teruggegaan. Toen ben ik in een grote witte Bentley cabriolet rond gereden door het stadion. Ze hadden net verloren en waren uitgeschakeld voor de Europa League. Het regende pijpenstelen. En ik maar langs die oranje tribunes rijden in die witte cabrio. Dick we love you! Dick you are the best! Huilende mensen. En dan het lied Simply the best dat werd gedraaid. Nou, dan moet jij het maar eens droog houden! Dat nummer van Tina Turner gooi ik er overal in. Bij PSV. Bij Rangers. Bij Korea. En straks ook weer. Als ik er nu nog aan denk … Die mensen waren zo teleurgesteld vanwege de uitslag en toch bleven ze met dat slechte weer speciaal voor mij zitten. Ik heb ze toegesproken: ‘Zenit zit in mijn hart en zal altijd in mijn hart blijven. En vooral dankzij jullie!’ Ze werden natuurlijk helemaal gek toen ik uit die open Bentley stapte.”

Het adagium hired to be fired leek voor iedere trainer behalve Advocaat op te gaan. Nooit eerder werd hij ontslagen. Tot bij Zenit Sint-Petersburg. “Eerlijkheidshalve begrijp ik het nog steeds niet. Kijk, als je me ontslaat om een reactie te creëren, oké. Maar dan moet je een andere trainer hebben. Nu heeft de trainer van het tweede het overgenomen. Onbegrijpelijk. Vier grote namen waren weg. Arshavin, Pogreb-nyak, Tymoschuk, Domingues. En twee van mijn beste spelers waren geblesseerd. Danny en Lombaerts. Dan verwachten ze nog dat je op hetzelfde niveau kunt blijven. Het was een geweldige periode met ook heel veel onmogelijkheden. De topspelers wilden niet komen. We moesten altijd te veel betalen aan transfers. We waren altijd te veel geld kwijt aan bonussen voor de zaakwaarnemers. En we waren altijd te veel geld kwijt aan salarissen. Het was de enige manier om spelers naar Rusland te krijgen. Ik had de pech dat we het slachtoffer werden van ons eigen succes. Alle spelers werden weggehaald. We hebben het mooiste voetbal van Rusland gespeeld.”

Iedere wedstrijd winnen

Advocaat was in het Wilde Oosten op zijn bekende omslagpunt beland. “Na drie à vier jaar moet ik weg. Dan heb ik het gezien.” Nu is hij weer thuis. Onder de rook van zijn Den Haag. “Man, de regen is heerlijk. Als het hier regent, regent het anders dan in ieder ander land. Wanneer het daar regent, is het guur. Je moet niet vergeten hoe zwaar het is om zo lang in een ander land te wonen. Als je dan terugkomt en die eerste bui valt … Geweldig. Je herkent alles, omdat je in je eigen omgeving bent. Ik ben een huismus die nooit thuis is. Een die de hele wereld is overgevlogen.”

Maar wonen is wat anders dan werken. Het respect in Schotland, Zuid-Korea en Rusland voelt goed. “Hier komt het juist als een boemerang terug als je succes hebt. Dat is ook een reden dat ik in Nederland niet meer werk. Dan moet ik weer met al die media in de slag om alles uit te leggen, daar begin ik niet meer aan. Zelf ben ik ook anders teruggekomen. Zo’n Europese prijs is bepalend voor je carrière.”

Advocaat zal de komende jaren regelmatig te zien zijn op de tribunes van de Eredivisie. De Nederlandse competitie is het podium waar vele van zijn jonge internationals acteren. Advocaat: “Ik vind wel dat spelers met talent zo snel mogelijk weg moeten uit Nederland en België. Johan Cruijff zegt altijd dat je niet te vroeg moet gaan. Dat je hier eerst moet doorontwikkelen. Ben ik het niet mee eens. Hoe eerder je op hoger niveau traint met de beste spelers, hoe sneller je ontwikkeling gaat.”

Voor excuses is geen plaats meer. Opbouwen? “Ik wil iedere wedstrijd winnen. Alleen het EK telt.” Zo heeft hij het altijd gedaan. Hij is er, qua aantal duels, recordbondscoach van Oranje mee geworden. De enige Nederlander ook die in drie verschillende competities landskampioen werd.

Dick Advocaat denkt niet aan inbinden, de discussies over zijn leeftijd gaan aan hem voorbij. “In 2012 ben ik 64 jaar. Dan ga ik sowieso nog niet stoppen. Oranje, dat heb ik wel gehad. Hierna wil ik alleen nog een club in Engeland. Joh, dat lijkt me zo mooi.”

door iwan van duren & tom knipping

In België komt alles naar buiten. En dat moet veranderen.

Ik ben een huismus die nooit thuis is.Hoe eerder je op hoger niveau traint, hoe sneller je ontwikkeling gaat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content