Marko Marin wilde bij Anderlecht zijn carrière opnieuw op gang brengen, maar voorlopig lukt dat niet echt. Toch kijkt de aanvaller niet in verbittering om.

Stipt op het afgesproken tijdstip zit Marko Marin aan de interviewtafel. Twee dagen later wil hij met Anderlecht zijn eerste prijs pakken: de beker. De voortekenen zijn gunstig. De zon schijnt door de glazen wand op Neerpede en Marin voelt zich helemaal klaar om een vooraanstaande rol te spelen in de bekerfinale en in de play-offs. Hij start de wedstrijd op de linkerflank. Dat is zijn beste positie, zegt hij, gevraagd naar waar hij zich het meest op zijn gemak voelt: “Als ik topfit ben, kan ik ook als tweede, hangende spits aantreden, maar het best voel ik me waar ik nu ook het vaakst speel, in een aanvallende positie op de linkerflank.”

In een vol Koning Boudewijnstadion grijpt hij in de 56e minuut naar de rechterdij, hij stapt meteen van het veld. Spierblessure aan de hamstrings. Terwijl hij in de kleedkamer de pijn verbijt, pakt Anderlecht naast de eerste van de twee prijzen die Marin graag wilde winnen.

Daarna wordt het stil rond hem. Het Laatste Nieuws meldt dat Anderlecht de optie tot definitieve aankoop niet zal lichten. Voor 6 miljoen zou het de speler bij Chelsea kunnen wegkopen. Veel geld voor iemand die amper fit was en voorlopig in de statistieken niets kan voorleggen.

Een paar dagen later zet Chelsea de deur op een kier om Marin, die bij de Londense topclub nog een contract heeft tot 2017, ook volgend seizoen opnieuw uit te lenen. Dat zou dan voor de vierde keer in drie jaar gebeuren. Eerder belandde hij op uitleenbasis al bij FC Sevilla en Fiorentina. Sindsdien gonst het van de geruchten over mogelijke bestemmingen. Volgens Bild Zeitung voetbalt Marin volgend seizoen bij de Spaanse eersteklasser Málaga. De Turkse media hadden het vorige week over een transfer naar Besiktas.

Youri Selak,die samen met Mogi Bayat zorgde voor het contact met Anderlecht toen Marin bij Fiorentina op een zijspoor zat, maakt zich niet ongerust. “Anderlecht zag Dennis Praet geblesseerd uitvallen en wilde een vervanger.” Stellen dat Marin mislukt is bij de Brusselse club, vindt hij een beetje voorbarig. “Op de bekerfinale na heeft Anderlecht alle wedstrijden waarin Marin meespeelde, gewonnen. Marko’s doel is om fit te geraken voor de laatste vier, misschien vijf wedstrijden van de play-offs. Als dat lukt, ligt alles nog open. U weet hoe snel situaties in het voetbal kunnen omkeren.”

Mönchengladbach

Vorige week keerde Marin terug op Neerpede om er de trainingen te hervatten, nadat hij met toestemming van paars-wit een paar weken in Duitsland revalideerde. Deze week hoopt hij bij de groep aan te sluiten. Een beslissing of het met Marin op huurbasis wil doorgaan, is bij Anderlecht nog niet genomen. De scepsis is groot, maar – zoals gezegd – in het voetbal kan het snel keren.

De pech drukt niet op het humeur van de man die op zijn achttiende als speler van toenmalig tweedeklasser Mönchengladbach debuteerde voor de nationale Duitse ploeg, maar na zijn overstap naar Chelsea ter plaatse lijkt te trappelen. De Jupiler Pro League is voor de 26-jarige Duitser van Bosnische afkomst al de vijfde competitie in evenveel jaar, maar ongerust wordt hij daar niet van: “Ik heb zelf altijd beslist waar ik naartoe zou gaan en ik wil dat ook zo houden. Natuurlijk overleg ik met Chelsea, maar op Fiorentina na – wat een foute keuze was – sta ik achter al mijn beslissingen. In Spanje had ik het bij Sevilla super, ik won er ook de Europa League. Italië had ik niet moeten doen: alles ging via het bestuur, de trainer was niet op de hoogte van mijn transfer.”

Trainers spelen, naast blessures, een bepalende rol bij een carrière van voetballers, vindt hij. “Een trainer is heel belangrijk, hij maakt een speler. Talent heb je of heb je niet, de rest krijg je van trainers mee: tactische bagage, richtlijnen en vooral: kansen. Een trainer bepaalt of hij een speler opstelt en verder vertrouwen blijft geven. Als je dat niet krijgt, mag je zo goed zijn als je wilt. Wie niet opgesteld wordt, kan niet tonen wat hij in zijn mars heeft. Omgekeerd kan een trainer een speler die nog niet zo goed is beter maken en kansen geven om zich te ontplooien, door hem op te stellen en hem te laten staan.”

De belangrijkste trainers vindt hij degene die een speler in het begin van zijn carrière een duwtje meegeven. “Jos Luhukay gaf me meteen vertrouwen bij Mönchengladbach, terwijl het tussen hem en Wesley Sonck, met wie ik nog samen in de kern heb gezeten, minder klikte. Voor Wesley was het een moeilijke periode, voor mij betekende het mijn kans. Ook omdat Mönchengladbach altijd bereid is jonge talenten door te laten stromen. Een andere trainer die me vormde, was Thomas Schaaf,met wie we bij Werder Bremen goed voetbal brachten.”

Dat Montella hem bij Fiorentina negeerde, maakt Marin niet bitter. Zo gaat dat soms: “Trainers komen en gaan en maken hun eigen keuzes. Maar je moet ook niet alles op de trainer afschuiven: leren op training, ervaring opdoen van de mensen rondom jou, dat is ook belangrijk. Of je dat doet, bepaal je zelf. Dat hangt niet van de trainer af.”

Traditieclub Anderlecht

Bij Fiorentina had hij niet vooraf met trainer Vincenzo Montella gesproken, iets wat hij bij Anderlecht met Besnik Hasi wel deed. “Er zat voor mij bij Fiorentina niets anders op dan op een kans te wachten. Die kreeg ik dan in twee wedstrijden van de Europa League, waarin ik scoorde en goed speelde, maar dat veranderde niets aan mijn situatie. Dan moet je daar je conclusies uit trekken en een oplossing zoeken. Met Anderlecht vond ik die.”

Dat is ook zijn antwoord op de vraag waarom hij in België voetbalt: “Ik heb niet voor België gekozen, maar voor Anderlecht. Dit is een Traditionsverein, met een grote naam, een club die synoniem staat met winnen. Zonder prijs zal het voor mij én de club géén goed seizoen geweest zijn.”

Hij koos voor Anderlecht omdat hij vooraf een goed gesprek had met trainer Hasi, zegt hij. Een trainer over wie hij zich alleen maar in lovende bewoordingen uitlaat: “Hij kan bijna iedereen in zijn moedertaal aanspreken. Op mij laat hij een zeer goeie indruk. Niet alleen vanwege zijn communicatie, maar ook om zijn tactische aanpak. De manier waarop hij een wedstrijd wil aanpakken, stopt hij doorheen de week al in het trainingsplan. Op het einde van de week weten de spelers wat de trainer in de match wil zien, hij legt dat nog eens zorgvuldig uit ook. Met altijd de nadruk op het feit dat wij de match moeten domineren.”

“Knap is ook hoe hij met jongeren omgaat”, geeft Marin nog mee. “Hij brengt ze precies op het moment dat ze er klaar voor zijn. Ook dat geluk moet je als jonge speler hebben, dat je op zo’n trainer valt net wanneer je er klaar voor bent.”

Marin had ook andere uitwijkmogelijkheden, zegt hij, “maar Anderlecht speelt verzorgd voetbal, heeft een jong team en had ervaring nodig. De trainer heeft precies uitgelegd wat hij van me verwacht: dat ik mijn spel speel en voetballende oplossingen breng. Wij moeten nog meer het spel durven maken. We zijn de grootste club in België, dat moeten we ook op het veld uitstralen.”

Bij zijn debuut in de slotfase van de turbulente uitwedstrijd op Sclessin verraste de grimmige sfeer hem, maar verder vielen de stadions in België hem mee. De competitie vindt hij goed, er is talent. Wie hem het meest verraste, is Leander Dendoncker. “Ik had nog nooit van hem gehoord, die heeft me de afgelopen maanden echt verrast. Hij speelt rustig, als een echte routinier, schuift ook goed in. Wat me opvalt, is dat hier jong talent al op jonge leeftijd kansen krijgt. Ik was ook nog maar achttien toen ik voluit mijn kans kreeg in de tweede klasse, maar hier in België stromen jonge talenten toch gemakkelijker door dan in Duitsland, waar er meer strijd is.”

Doelen

Zelf was Marin al Duits international toen hij met Borussia Mönchengladbach in tweede klasse speelde. Hij verliet de Bundesliga al op zijn 22e, toen Chelsea hem in de zomer van 2012 voor 7,5 miljoen wegkocht bij Werder Bremen. Is hij niet een beetje te vroeg vertrokken? “Absoluut niet”, vindt hij. De vraag verrast hem zelfs. “Ik vond het nog steeds het ideale moment. Ik had al een paar jaar Bundesligaervaring toen ik vertrok.”

Op zijn 22e mocht hij mee naar het WK in Zuid-Afrika. Achteraf bekeken was dat een kantelmoment. Zijn toenmalige ploegmaat bij Werder, Mesut Özil,brak in Zuid-Afrika helemaal door, terwijl het WK voor Marin beperkt bleef tot een paar invalbeurten. Maar ook daar bleef hij niet bij stilstaan: “Mesut was al basisspeler toen hij naar het WK afreisde. Hij heeft het daar fantastisch gedaan, net zoals hij zich bij Real heeft doorgezet. Terwijl ik me kort na mijn overgang naar Chelsea blesseerde en daardoor uit de nationale selectie viel.”

Deed het hem dan echt niets toen hij afgelopen zomer zijn voormalige vrienden met Duitsland zag vieren als wereldkampioen? Heeft hij er niet even aan gedacht dat hij daar ook had kunnen staan? “Even wel, maar ik ben nog altijd maar 26. Alles kan nog. Ik heb nog een paar doelen in het voetbal, maar die houd ik voor mezelf. En na mijn carrière komt nog een leven. Het leven is méér dan alleen maar een voetbalcarrière.”

Zijn droom, zegt hij, is om nog eens in een topteam te mogen spelen. “Bij Chelsea wordt dat moeilijk, dat is een van de beste drie clubs ter wereld. Wat telt, is dat ik blessurevrij blijf zodat ik elke week kan tonen wat ik kan. Waar dat dan is, is op dit moment van minder belang.”

Wanneer hij voor de spiegel gaat staan en terugblikt op wat hij de afgelopen jaren anders had kunnen of moeten doen, wat denkt of ziet hij dan? “Wanneer ik ’s ochtends in de spiegel kijk, zie ik een gelukkig mens. Natuurlijk maak je fouten, elke dag weer. Een paar zaken anders doen had me misschien nog gelukkiger gemaakt, maar zo bekijk ik het leven niet. Gelukkiger zijn dan ik ben, mag je niet verlangen. Ik houd van voetbal, ik mag het spelen. Ik heb zo veel landen bezocht, zo veel talen geleerd, ik heb een fijne vriendin. Wat zou ik me meer durven wensen?”

DOOR GEERT FOUTRÉ – FOTO’S BELGAIMAGE / LAURIE DIEFFEMBACQ

“Als we geen prijs pakken, zal het voor mij én Anderlecht geen goed seizoen geweest zijn.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content