Dit weekend hervat de competitie. Was de affaire een kantelmoment, of gaan we gewoon door? Stemmen van spelers, een bestuurder, een scheidsrechter én een psycholoog. ‘Het is moeilijk om een gentleman te zijn.’
Was de affaire een kantelmoment,
of gaan we gewoon door?
Stemmen van spelers, een bestuurder, een scheidsrechter én een psycholoog. ‘Het is moeilijk om een gentleman
te zijn.’
J eroen Simaeys is profvoetballer en psycholoog. Zijn eerste indrukken zijn dat in deze zaak geen winnaar is. Simaeys: “Het grootste slachtoffer is uiteraard MarcinWasilewski, omdat hij lang out zal zijn en er momenteel zelfs onzekerheid bestaat over het vervolg van zijn carrière. Maar ik denk dat ook AxelWitsel zich slecht voelt bij wat hij nu allemaal doormaakt. Natuurlijk is het een erge fout, natuurlijk kan zoiets niet en verdient het een rode kaart en een straf, maar vaak zijn bij zulke acties de gevolgen veel minder erg en krijg je al die heisa niet. Hij heeft die zware gevolgen niet gewild.
“Het is gebeurd in het heetst van de strijd. Elk duel ga je aan met een bepaalde agressie en wie zelf ooit op een voetbalveld stond, weet dat er niet bij elke actie voldoende tijd is om na te denken over hoe je de situatie het best aanpakt. Als je de beelden bekijkt, krijg je de indruk dat Witsel zijn voet bewust op het been van Wasilewski zet. Hijzelf beweert dat hij de bal wou blokkeren. Wat is de waarheid?
“De verwijzingen van ploegmaats van Witsel naar wat er in het verleden tussen hem en Wasilewski is gebeurd, vind ik wel raar. Het is best mogelijk dat je daardoor nog iets harder in duel gaat, maar ik kan mij niet voorstellen dat je dan met het idee zit: deze keer breek ik zijn been. Neen, dat geloof ik niet.
“Ik vind niet dat het geweld op de velden de laatste jaren is toegenomen. Dit is mijn vijfde seizoen in de eerste klasse en ik merk geen kwalijke evolutie. Het is ook niet de eerste keer dat tijdens een voetbalwedstrijd het been van iemand wordt gebroken. Ik zag op tv de beelden van de fout van Desloover op Lozano destijds ( in 1987, nvdr) en die vond ik nog zwaarder. De arbitrage is strenger.
“De heisa die nu is ontstaan, bewijst ook dat er wel degelijk nog altijd normen en waarden zijn. Heel België laat duidelijk merken: dit gaat te ver. Natuurlijk zou het leuk zijn, mochten Standard en Anderlecht hun onderlinge spanningen oplossen en uiteraard stel ik mij soms ook vragen bij wat er allemaal in de media verschijnt. Ik vraag mij wel eens af waarop veel meningen in de pers gebaseerd zijn. Onlangs beweerde een gereputeerde sportpsycholoog als Jef Brouwers in een dagblad zelfs dat ik mij ‘pervers’ gedraag, terwijl ik met die man nog nooit drie zinnen sprak. Zogezegde analisten krijgen vaak een forum om gratuite uitspraken te doen die dan klakkeloos worden overgenomen door journalisten. Daardoor kan een volledig verkeerd beeld van iets of iemand ontstaan. Ook in ‘de zaak-Witsel’ valt het op dat iedereen zijn mening kan geven over dit voorval, zelfs politici.
“Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Misschien ben ik ouderwets, maar ik kan mij niet voorstellen dat ik in dezelfde situatie zou zeggen: ‘Het is de schuld van de media en de clubs.’ Anderzijds is het zo dat geen enkele mens in zijn leven over elke situatie de volledige controle heeft. Soms maak je fouten, soms denk je achteraf: dat had ik toch beter anders opgelost. Dat moet je aanvaarden. Ik zou zeggen: wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.”
Wél agressiever
João Carlos staat te boek als een van de fairste spelers op onze Belgische velden. Toch viel ook hij enkele weken geleden uit zijn rol toen hij tegen Zulte Waregem eerst geel kreeg voor een zware tackle en nadien een tweede keer geel voor aanhoudend protest bij de scheidsrechter. Frappant was dat Genktrainer HeinVan Haezebrouck na die wedstrijd zo’n gedrag aanmoedigde en verklaarde dat de Braziliaan “nu eindelijk een topper wordt.”
João Carlos nuanceert: “De trainer bedoelde vooral dat hij tevreden was eindelijk die zegedrang bij mij te zien, want hij vindt dat ik doorgaans te gelaten speel. Hij vraagt mij niet om vuile tackles uit te voeren. Sowieso zit dat niet in mij. Het gaat hem vooral om meer verbetenheid.
“Als ik de competitie van nu vergelijk met vijf jaar geleden, stel ik vast dat de wedstrijden een pak agressiever zijn. De duels zijn feller en vooral: de relatie tussen de spelers onderling is bitser. Er wordt veel meer gescholden en geprovoceerd. Ik moet toegeven: je gaat daarin mee. Je moet, anders lopen ze zo over je heen. Het is moeilijker om als een gentleman te voetballen.
“Aan de scheidsrechters om de limieten te stellen. Zij moeten dringend aangeven waar de grens ligt. Ik heb het in Bulgarije ook meegemaakt, daar werd ook agressief gespeeld omdat de scheidsrechters dat toelieten. De mate waarin je overtredingen of provocaties toelaat bepaalt de ethiek in het voetbal. Als je zoals in Brazilië iemand voor een jaar schorst na een gemene tackle, zal je wel een heleboel spelers voorzichtiger in duel zien gaan.
“Reacties vanuit het publiek, daar moet een voetballer boven staan. Als je niet sterk bent in je hoofd, kun je je laten meeslepen door wat supporters of trainers je toeroepen. De ervaren spelers in de ploeg moeten waken over hun jongere ploegmaats. Dat probeer ik bij Genk te doen. Daarom dat ik mijn actie tegen Zulte Waregem betreur. Ik had daar een voorbeeld moeten stellen in plaats van te protesteren bij de scheidsrechter.”
Vliegende tackle
Thomas Buffel voetbalde in Nederland en Schotland. Hij kan net als Carlos vergelijken met het buitenland. Buffel: “Bij Rangers maakte ik de beenbreuk mee van mijn ploegmaat Alan Hutton. Als je dat ziet, besef je welk risico je loopt en voel je je plots heel broos.
“Enkele weken geleden was Wasilewski nog mijn rechtstreekse tegenstander. Na zijn beenbreuk dacht ik: qua body is hij misschien de sterkste van de hele competitie, als hem dat kan overkomen, hoe kwetsbaar zijn wij dan niet in duel? Iemand zei mij ondertussen dat de spiermassa niets zegt over de sterkte van de botten.
“Als je te veel bezig bent met jezelf te beschermen, ga je misschien wel zelf iemand blesseren. Ik geloof niet dat er één voetballer het veld op komt met de intentie om het been van een tegenstander te breken. Wat je wel vaak hoort, is: wie een ander wil blesseren, blesseert zichzelf.
“Als speler weet je: als ik uitgesloten word, dupeer ik mezelf en mijn ploegmaats. Het gebeurt dus onbewust. Gangmakers gaan er wel eens bewust stevig tegenaan om zichzelf of hun ploeg in de wedstrijd te knokken. Wat ook een feit is: als speler kweek je op den duur reflexen om jezelf te beschermen en daardoor kan de tegenstrever gevaar lopen op een blessure. Wat geregeld gebeurt, is dat dan de voet over de bal wordt gezet om die af te schermen. Zo kan je iemand blesseren die zich met een gestrekt been naar de bal gooit. Zo brak ook Hutton zijn been, geloof ik.
“In elk geval: uit de foto’s leid ik af dat Witsel heel erg geschrokken is, hij beseft nu wat hij op die manier kan aanrichten. Ervoor kende hij dat gevoel niet.
“Hoe groter de rivaliteit en de spanning, hoe harder de duels en hoe groter de kans op zware letsels. Ik maakte het bij de Rangers in extreme mate mee: twee weken voor de wedstrijd tegen Celtic begon de heisa al. Als dan de dag van de derby aanbreekt, word je door de sfeer meegezogen, voel je je meer vechter dan voetballer en vergeet je te voetballen. De supporters willen strijd zien en applaudisseren voor een duel waarbij een tegenstander blijft liggen alsof er een doelpunt is gemaakt. Ik deed zelf ook wel eens een vliegende tackle waarvan ik achteraf dacht: met wat meer rust kon je het misschien op een voetballende manier oplossen.
“De enige manier om te proberen zware blessures te verminderen, is bepaalde manoeuvres strenger bestraffen en de nadruk leggen op het mooie spel van het voetbal. Helemaal krijg je het er volgens mij nooit uit, want het gebeurt meestal onopzettelijk in het vuur van de strijd. Zelf ga ik er ook wel eens stevig in. Vorig seizoen pakte ik zelfs zeven gele kaarten. Nooit eerder in mijn carrière kreeg ik er zo veel, maar misschien was het wel om mezelf te beschermen.”
Ethische commissie
Kunnen clubleiders de boel afremmen? Frans Schotte duidt als voorzitter van Cercle Brugge het fenomeen breder. “Toegenomen onrust is zeker een maat- schappelijke realiteit. Voetbal is een onderdeel van die maatschappij en dan luidt voor ons de vraag: wat kunnen we daar zelf aan doen? Ik denk: enorm veel.
“Ik wil graag bovenaan beginnen: met het bestuur, het toporgaan. Naar aanleiding van de zaak- Ye zijn alle voorzitters samengeroepen door Jan Peeters, toenmalig voorzitter van de voetbalbond. Onder meer op vraag van Jos Vaessen is toen gezegd: zouden we geen ethische commissie oprichten? Er is nooit iets van gekomen. Nochtans drong ik daar bij Ivan De Witte herhaaldelijk op aan. Er zijn toch niet altijd incidenten nodig om te beseffen dat het zover zal komen als je er niets aan doet?
“Nu promoveert Ivan De Witte zichzelf tot bemiddelaar, maar als voorzitter van de profliga kan hij toch niet ieder brandje blussen? Dan zeg ik: steek er een structuur achter en zorg voor een cultuur waarin besturen met elkaar kunnen spreken. Als het er nu, enkele jaren te laat, wél van komt, hoop ik dat die ethische commissie zich voornamelijk bezig zal houden met hoe besturen met elkaar en met trainers en spelers van de tegenpartij omgaan.
“Ethische normen worden meestal overtreden als het eigenbelang speelt en dat begint steeds sneller te spelen. Ik ben acht jaar voorzitter en de financiële belangen wegen almaar meer door. Ook de sportieve belangen zijn eigenlijk financiële belangen. In de zakenwereld is er meer respect voor ethische normen dan in het voetbal, omdat er minder persoonlijke belangen spelen. In het voetbal speelt de korte termijn ook meer en in de zakenwereld is de lange termijn langer dan in het voetbal. Hoe lang is de lange termijn voor een trainer? Vaak is dat kort.
“Het maakt de relaties er niet gemakkelijker op. Ik verneem dat besturen steeds minder goed overeenkomen omdat er zaken gebeuren die niet kunnen. Maar als bestuurders met messen tegenover elkaar staan, weet je dat het zal doordringen tot de supporters, de trainers en de spelers en vroeg of laat zal escaleren. Zo maak je het de arbitrage alleen maar moeilijker.
“Volgens mij spelen de media daar ook een rol in. Welke aandacht wordt besteed aan fair play? Cercle pakte de voorbije twee seizoenen het minste aantal kaarten, maar nergens wordt dat als een prestatie vermeld. Als iemand zijn wagen in de prak rijdt of rare dingen doet, is het wel een item.
“Ik zie niet in waarom bij de ethische commissie geen externen betrokken zouden kunnen worden. Bijvoorbeeld iemand uit de media. Die moet daar wel zitten uit hoofde van zijn deskundigheid, niet om primeurs te rapen. Uiteindelijk zijn we allemaal met hetzelfde bezig. We willen geëngageerd voetbal, geen brutaliteit. Laten we voorbeeldfuncties creëren voor de jeugd. Maar de grootste opdracht ligt bij het bestuur: om jeugdvoetballers normbesef mee te geven, ouders te kalmeren en vetes niet in de media uit te vechten maar als grote mensen uit te praten.”
Beeldimpressie
Ook de arbitrage deelt in de klappen. Als Jérôme Nzolo eerder een fout op Steven Defour had gefloten of andere agressie in het begin van de wedstrijd had beteugeld, was het allemaal niet gebeurd. Dat was de teneur achteraf. Er werd ook verwezen naar de twee testmatchen eind vorig seizoen, toen Wasilewski een paar ferme elleboogstoten uitdeelde. Paul Allaerts floot toen de return. Eén forse tik ontging hem, een andere bestrafte hij met geel.
Wat kunnen de refs doen om het geweld een halt toe te roepen? Alles fluiten wat ze zien, zoals Ariël Jacobs suggereert, tot die fases verdwenen zijn? Allaerts: “Dan valt er niks meer te zien, vrees ik. Ik vind dat wij als scheidsrechter daarin ook onze rol hebben. De kunst van een goeie arbitrage is het spel wat laten lopen, zodat de toeschouwers er wat aan hebben. Maar de harde fouten moeten eruit.”
Geweld op een veld is van alle tijden. Allaerts herinnert zich nog periodes in het voetbal, ten tijde van Costantin of VanLangenhove, waarin fysiek geweld schering en inslag was. De tackle langs achteren was berucht. Allaerts: “Onder impuls van UEFA is die verdwenen. Ik heb niet de indruk dat het nu ruwer is. Wat wel veranderde, is de snelheid van het spel én de betere beeldweergave. Vroeger had je één camera die de actie registreerde, nu krijg je zo’n actie vertraagd, vanuit alle hoeken. Zo krijg je sneller de indruk van verruwing.”
Het incident ziet hij als een mogelijk kantelmoment, zoals de kredietcrisis er een was voor de banken. Allaerts zit op de lijn van Schotte: “Misschien klinkt het wat wollig, maar ik wil pleiten voor actie en iemand die er zijn schouders onder zet. Zoals Michel Platini bij de UEFA. Iemand die niet verbonden is aan een club, die het voetbal door en door kent en die een stuk leiderschap uitstraalt, moet de zaak in handen nemen en een duidelijke visie creëren. Van daaruit moet een concreet actieplan uitgewerkt worden waarin alle betrokken partijen (bond, ploegen, arbitrage, media, …) hun rol en verantwoordelijkheid opnemen. Het ergste wat nu kan gebeuren, is dat je op korte termijn dingen gaat afspreken. Als het dan toch weer fout loopt, zal men zeggen: zie je wel, we hebben het geprobeerd, maar het werkt niet.
“Wat me ook opvalt, is dat wij internationaal met coaches te maken hebben die soms in eigen land problemen kennen, maar internationaal niet. Waarom niet? Omdat ze dan beseffen dat alle ogen op hen gericht zijn en ze de waarde van hun product moeten uitdragen? Waarom begaat Anderlecht tegen Lyon zo weinig overtredingen en loopt het anders tegen Standard? Omdat ze de scheidsrechter minder goed kennen? Omdat de boetes hoger liggen? Hier bedraagt die 250 euro. Daar lacht iedereen toch mee. Of is het omdat ze bekommerd zijn om het product dat ze uitdragen?”
Het verschil eind vorig seizoen was alleszins frappant: een Champions Leaguefinale, mét veel inzet, voor diverse honderden miljoenen kijkers, kende amper fouten en veel kansen, terwijl Anderlecht-Standard een veldslag was. Allaerts: “Kom niet aandraven met het argument ‘inzet’. Vijftien miljoen euro, daar ging het toen in Luik om. Wat was de inzet in de finale van de Champions League? Sommige Belgische ploegen maken zich zo druk om Europees voetbal maar overleven dan amper de voorrondes. Iedereen beseft dat het met ons Belgische voetbal achteruitgaat. Ik denk dat dit echt een hefboom kan zijn om ons te herpakken.”
door raoul de groote, matthias stockmans, peter t’kint & christian vandenabeele
De heisa die nu is ontstaan, bewijst dat er wel degelijk nog altijd normen en waarden zijn.Jeroen Simaeys
Als je zoals in Brazilië iemand voor een jaar schorst na een gemene tackle, zal je wel een heleboel spelers voorzichtiger in duel zien gaan. João Carlos
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier