‘ALS JE HIER WINT, HEB JE SNEL VRIENDEN’

© GETTY IMAGE

‘Ik wil het voetbal van Inter een eigen identiteit geven, dat wordt ook van mij verwacht.’ Op bezoek bij Frank de Boer in Milaan.

Zijn hele leven al is het gezicht van Frank de Boer de spiegel van zijn ziel. Op momenten van voorspoed spat de vreugde ervan af, bij tegenslag of ergernis is daar die donkere oogopslag en de diepe frons. Zoals in Verona, na de late treffer van Chievo-uitblinker ValterBirsa op de openingsspeeldag. Balbezit had Internazionale tijdens het officiële debuut van De Boer genoeg – bijna 70 procent – maar het mes van de counterploeg Chievo bleek scherp. En de start van De Boer bij zijn nieuwe club dus vals.

De week erna bleef hij thuis tegen Palermo op 1-1 steken, pas op speeldag 3 pakte De Boer in Pescara zijn eerste driepunter (1-2). Inter kampt, zo klinkt het, met de naweeën van de zomertour door de VS en Noorwegen. De Boer: ‘Het was vliegtuig in, vliegtuig uit, jetlags… Dan houd je na terugkeer twee weken over om fysieke inhoud te kweken en tactisch te trainen. Je wil op een bepaalde manier spelen, maar dat lukt niet als de spelers dat maar een beperkte periode volhouden. De valkuil is dan dat je te veel in te korte tijd wil doen. Zoals vorig jaar bij Liverpool, waar JürgenKlopp in no time zijn speelstijl wilde introduceren. Niet veel later had Liverpool negen spelers met spierblessures. Die balans tussen wat je voor ogen hebt en wat de spelers aankunnen, houden we heel goed in de gaten.’

Het is de worsteling van elke nieuwe trainer bij een topclub: de hunkering naar succes op korte termijn versus de tijdrovende implementatie van het eigen gedachtegoed. En dat in de snelkookpan die Serie A heet, bij een gevallen grootmacht met hoge ambities. ‘Tijd is schaars in het topvoetbal, maar het duurt waarschijnlijk enkele maanden voordat we fysiek en tactisch zijn waar we willen. Ik wil het voetbal van Inter een eigen identiteit geven, dat wordt ook van mij verwacht. We willen komen tot een ploeg die hoog druk zet en als collectief aanvalt en verdedigt. Of dat gebeurt in een 4-3-3 of een 4-2-3-1 zal ook van de tegenstander afhangen. We streven naar een ploeg die verschillende systemen beheerst, waarmee je ook tijdens een wedstrijd kan variëren.’

PIEKEN VAN ONRUST

Op sportpark Angelo Moratti is de hectiek van het Italiaanse voetbal ver weg. In Appiano Gentile, een dorpje op het platteland tussen Milaan en Como, wordt het getjilp van vogels en het ruisen van de wind slechts verstoord door het rumoer van voetballers op een trainingsveld. We herkennen de stem van De Boer, in een mengelmoes van Engels en Spaans, gevolgd door het Italiaans van assistent Michel Kreek.

Het complex is een gesloten bastion waar bij de slagboom een micro-economie is ontstaan. Een ijscoman schept zijn karretje leeg, er staan snackverkopers en stalletjes volgestouwd met sjaaltjes en vlaggen. Achter een dranghekken wachten supporters op een glimp van spelers en trainers.

Ze zullen nog even geduld moeten hebben. In het hoofdgebouw lepelt de nieuwe T1 van Inter een bakje met vers fruit en cruesli leeg. Twee trainingssessies stonden er vandaag op het programma, straks wacht de Italiaanse les, tussendoor maakt Frank de Boer uitgebreid tijd voor zijn bezoek.

Het laatste beeld van hem als Ajaxcoach is dat van een verslagen man in Doetinchem, somber voor zich uit starend in de spelersbus, nadat op de slotspeeldag het kampioenschap met een 1-1 op De Graafschap werd verspeeld. We zijn bijna vier maanden verder, maar terugdenkend aan die zondagmiddag in mei krijgt De Boer opnieuw die donkere blik in zijn ogen. ‘Ik kan het eigenlijk nog steeds niet geloven.’

Hoe lang dreunde de dramatische ontknoping van de competitie met Ajax na?

FRANK DE BOER: ‘Behoorlijk lang. Als ik eraan terugdacht, zat ik meteen weer te vloeken. Kampioen worden is zó fantastisch. We hadden het in eigen hand, de titel lag voor het grijpen… Als je het dan alsnog weggeeft, is dat niet te bevatten. Het kán eigenlijk niet. En toch is het gebeurd. Ongelooflijk. Dat woord dekt de lading het best als ik eraan terugdenk: ongeloof. Voor mij is het vergelijkbaar met de halve finale op het EK in 2000, toen we met Oranje na strafschoppen verloren van Italië. Je bent zó dichtbij en dan gaat het mis. Dat zijn voor altijd zwarte bladzijden.’

Wanneer ontstond het gevoel dat je klaar was bij Ajax?

DE BOER: ‘Vorige zomer bekroop me ineens een vreemd gevoel. De voorbereiding zou beginnen en ik merkte dat ik mezelf ertoe moest aanzetten. Dat was een signaaltje. Ik dacht: daar gaan we weer. Opnieuw hetzelfde riedeltje, weer trainen op balbezit en druk zetten, opnieuw die oefenwedstrijdjes in de provincie. Zo had ik het nog nooit ervaren. Ik begrijp nu waarom sommige coaches af en toe een sabbatical nemen. PepGuardiola heeft het gedaan na zijn periode bij Barcelona, basketbalcoach TonBoot deed het standaard na een paar jaar intensief werken. Daarna gingen ze met hernieuwde energie weer aan de slag.’

Een paar jaar geleden zei je nog dat je jezelf niet in de Serie A zag werken.

DE BOER: ‘Sindsdien is het nodige veranderd, in goede zin. Het Italiaanse voetbal is de weg omhoog weer ingeslagen. Juventus draait weer mee aan de internationale top, Inter en AC Milan zijn met nieuwe eigenaars een nieuw tijdperk ingegaan, Napoli en AS Roma hebben zich positief ontwikkeld. De top wordt steeds beter en breder, dat is goed voor het hele Italiaanse voetbal.

‘Je ziet dat het spel de laatste jaren steeds verzorgder is geworden. Bijvoorbeeld: vroeger heb ik Juventusdoelman Gianluigi Buffon onder druk nooit een bal zien meegeven aan een verdediger. Tegenwoordig doet hij dat zo vaak mogelijk. Volgens mij hebben de Italianen een paar jaar geleden in de spiegel gekeken en kwamen ze tot de conclusie dat het anders moest. Je ziet steeds meer téáms in de Serie A. Voorheen waren veel clubs afhankelijk van één of twee spelers die het verschil moesten maken. Zij moesten het voorin uitzoeken, in ploegen die vooral leunden op een dichtgetimmerde defensie. Dat zie je hier steeds minder.’

Bij Inter moet je in korte tijd je visie op de groep overbrengen, terwijl er ook nog een taalbarrière is.

DE BOER: ‘Dat is lastig, inderdaad, en een van de redenen waarom ik Michel Kreek als assistent wilde. Voorop staan zijn voetbalkennis en organisatorische kwaliteiten, maar door zijn kennis van de Italiaanse taal sloegen we drie vliegen in een klap. Ik spreek Engels en Spaans, daarmee kan ik een groot deel van de spelersgroep rechtstreeks aanspreken. Voor de Italiaanse jongens treedt Michel op als vertaler. Dat werkt prima. Inmiddels krijg ik drie keer per week Italiaanse les, dus ik zal steeds meer zelf kunnen doen.’

Waarop heb je in de eerste trainingsweken de nadruk gelegd?

DE BOER: ‘Vooral op de veldbezetting wanneer de tegenstander in balbezit is. Voetballen kunnen ze hier allemaal. En goed ook. Tijdens de oefenwedstrijden in de zomer tegen topteams bleek de kwetsbaarheid zodra de organisatie binnen de ploeg niet klopte. Dan werden ze overrompeld. De veldbezetting, het heroveren van balbezit en de restverdediging staan in deze fase centraal.’

Bij Ajax verwacht de achterban winst én attractief spel. Hoe is dat hier?

DE BOER: ‘Als je hier wint, dan heb je snel vrienden. Naar de manier waaróp dat gebeurt, wordt minder kritisch gekeken dan in Amsterdam.’

Betekent die andere benadering dat je in Milaan je manier van werken moet aanpassen?

DE BOER: ‘Dat denk ik niet. Ik wil ook met Inter wedstrijden domineren, zonder naïef te zijn. Ook in Italië kun je attractief voetbal laten zien, maar het begint met een goede defensieve organisatie. Dat wordt in Nederland vaak negatief uitgelegd en geassocieerd met de boel dichttimmeren, terwijl een goede defensieve organisatie betekent dat je de bal sneller terug verovert en dus sneller een nieuwe aanval kan opzetten. Ik zie het als iets positiefs. Helemaal als je erin slaagt de bal op de helft van de tegenstander te heroveren. Dan zet je ze met de rug tegen de muur en leidt defensieve organisatie tot aanvallend voetbal.’

UITDAGEN

Toen Roberto Mancini hier in 2014 terugkeerde, voegde hij acht nieuwe mensen aan de staf toe. Heb jij er bewust voor gekozen een relatief klein groepje van vier assistenten mee te nemen?

DE BOER: ‘Ja. Je moet de clubcultuur en de mensen respecteren die er al werken. Als je daar met de botte bijl door gaat, wordt het lastig om iedereen op een lijn te krijgen. Ik heb de bevoegdheid om aanpassingen in de staf te doen als ik dat nodig acht. Ik kan me voorstellen dat we in een later stadium bijvoorbeeld een spitsentrainer toevoegen, iemand van de club zelf.’

Bij Ajax vertelde je ooit dat het psychologische aspect van het trainerschap niet je sterkste punt was. Hoe ga je daarmee om bij deze grote club, met een selectie vol grote ego’s?

DE BOER: ‘Ik heb mezelf op dat vlak ontwikkeld. Ik besef dat ik bij Inter soms spelers moet teleurstellen met een grotere status dan de jongens die ik bij Ajax op de bank zette. Daarom heb ik er vanaf het begin op gehamerd dat we iedereen nodig zullen hebben en dat niemand in een eventuele teleurstelling mag blijven hangen, want een week later kan je kans komen. Elke speler moet het gevoel hebben dat hij van waarde is.’

Na het vertrek van José Mourinho in het succesjaar 2010 heeft Inter zeven trainers versleten. Je beseft hoe complex deze club is?

DE BOER: ‘Bij elke topclub heb je te maken met grote belangen en verschillende stromingen, maar ik heb de indruk dat hier door de nieuwe clubeigenaren uit China een stabiele organisatie wordt neergezet. Ze willen een structuur waarmee de club vooruit kan. Ik concentreer me op de dingen waar ik rechtstreeks invloed op heb: de spelers, de staf. Dan nóg kan er van alles binnen een club gebeuren, maar daar heb je als coach geen invloed op. Dat heeft Clarence Seedorf meegemaakt als trainer van AC Milan. Clarence presteerde best goed, maar kwam in een krachtenveld terecht waarin het moeilijk was om te overleven. Volgens mij is dat niet te vergelijken met de huidige situatie bij Inter. Ik moet zorgen dat ik mezelf op mijn eigen werkgebied niks kan verwijten. Aan de top staat of valt alles met prestaties, zo simpel is het gewoon.’

Heb je als ex-topvoetballer in Italië meer krediet dan trainers met een andere achtergrond?

DE BOER: ‘Ik merk wel dat de hoofdtrainer in de Italiaanse voetbalcultuur nog echt de baas is. Hiërarchie is belangrijk. Je bent de mister en zo benadert iedereen je ook. Op zich is dat leuk, maar het kan ook bij anderen in de staf de vrijheid beperken om zelf initiatief te nemen omdat wordt verwacht dat jij als mister alle verantwoordelijkheid neemt. Ik ben een trainer die openstaat voor input van mensen met specifieke kennis en kwaliteiten. Dus als mensen op hun vakgebied eigen initiatief tonen, zal ik dat toejuichen. Op die manier haal je het beste in elkaar naar boven.’

Twee jaar geleden sprak je de hoop uit ooit bij een buitenlandse club te werken waar spelers al het niveau hebben waar de jonge talenten bij Ajax naartoe werken. Voldoet het in dat opzicht aan je verwachtingen?

DE BOER: ‘Zeker. Ik zie hier dingen op de training die ik bij Ajax nooit heb gezien. Een voorbeeld: omschakelmomenten zijn in het topvoetbal steeds belangrijker. Als ik zie hoe snel en slim dat hier gebeurt, dat is smullen. Het gebeurt ook allemaal in het hoogste tempo en met de hoogste intensiteit. En: ze herkennen zelf de momenten waarop ze moeten toeslaan. De jeugdigheid van de selectie bij Ajax bracht met zich mee dat je ze op dat vlak nog veel moest bijbrengen. Dat is logisch.’

Is de uitgesproken ambitie – minimaal derde worden – realistisch?

DE BOER: ‘Vind ik wel. Inter wil terug naar de Europese top en dan moet je Champions League spelen. Het zal niet gemakkelijk worden. We hebben te maken met Juventus, Roma, Napoli en Lazio. Milan wil ook weer aansluiten, Fiorentina doet het de laatste jaren goed en Sassuolo is een subtopper gebleken. Je kunt ervan uitgaan dat Juventus bij de eerste drie eindigt. Dus gaan zeker zes teams de strijd met ze aan. Het is een stevige maar uitdagende klus. Dat is precies waar ik van houd.’

DOOR SIMON ZWARTKRUIS IN MILAAN – FOTO GETTY IMAGE

‘Vorige zomer bekroop me ineens een vreemd gevoel. De voorbereiding begon en ik moest mezelf ertoe aanzetten. Dat was een signaaltje.’ – FRANK DE BOER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content