Emile Mpenza heeft op zijn 31e het voetbalgeluk teruggevonden. In de Zwitserse bergen dan nog wel. Hij is er een van de absolute sterren van de competitie, maar ‘ik kan hier een normaal leven leiden.’

Wat bij aankomst meteen opvalt, is de allesomvattende rust die het landschap te bieden heeft. In Zwitserland gaat alles een stapje trager. “Sion is een speciale club”, legt Stéphane Fournier, journalist van Le Nouvelliste, uit. “Voorzitter Christian Constantin leidt de club op een eigengereide manier. Hij is een kleurrijke man die ondertussen al 25 trainers heeft versleten. Zijn eerste termijn als voorzitter was geen onverdeeld succes, maar sinds zijn comeback in 2006 gaat het heel goed met de club. Sion promoveerde al één keer, won twee bekerfinales en behaalde in 2007 voor het eerst een Europees ticket – dankzij een derde plaats in de competitie. Er zitten hier altijd zo’n 10.000 à 12.000 toeschouwers in de tribune. Sion mag dan wel niet de uitstraling van Grasshoppers Zürich of Young Boys Bern hebben, het ontvangt wel meer supporters dan Grasshoppers.”

Het is hier dat Emile Mpenza in stilte aan zijn terugkeer werkt. Het leverde hem tot nu toe acht doelpunten in de competitie en een terugkeer bij de Rode Duivels op.

Niet voor het geld

“Aan zijn kwaliteiten hebben we nooit getwijfeld. Het was vooral een kwestie van weer wat orde te scheppen in zijn hoofd”, aldus Mpenza’s coach Didier Tholot. “Hij is erg teruggetrokken en stil, maar hij werkt enorm hard op training. Hij heeft torinstinct en beschikt over een meer dan gemiddelde détente. Het is goed dat hij nu weer wat meer in de picture komt, na die periode in de luwte.

“De transfer van Mpenza was een heel goede zaak voor het Zwitserse voetbal. Als je zijn palmares er even bijneemt en je ziet daar clubs als Schalke 04, HSV en Manchester City op staan, dan weet je het wel. Voor de Duitstaligen was hij sowieso al een ster omdat hij de Bundesliga als referentie heeft en ook de Franstaligen ontvingen hem als een ster omdat hij in de Premier League heeft gespeeld. Momenteel voldoet hij perfect aan de verwachtingen. In september kende hij een lichte terugval, maar dat is niet meer dan normaal voor iemand die lange tijd niet had gespeeld.”

Hoe komt het dat het niet gelukt is bij Plymouth?

Emile Mpenza: “Ik had nooit bij Plymouth mogen tekenen, maar ik was het beu om te blijven wachten op een goed bod. Individueel trainen, dat kun je een week volhouden, maar na een tijdje begint het toch te kriebelen. Toen Plymouth kwam, zei ik ja omdat ik wilde voetballen. Maar dat had ik dus beter niet gedaan.”

Wat had je dan wel moeten doen?

“Een terugkeer naar België zou me waarschijnlijk meer voetbalplezier opgeleverd hebben. Plymouth stond in de Engelse tweede klasse en was hoegenaamd geen professionele club. Er was gewoon geen structuur. De trainer had me gehaald omwille van mijn naam. Hij hoopte dat hij niet zou worden ontslagen als hij een grote vis zou binnenhalen en het lukte nog ook. Eens de transfer in kannen en kruiken was, had hij me niet meer nodig. Ik trainde vaak alleen en ik speelde met het B-team.”

Hoe ben je vervolgens bij Sion terechtgekomen?

“Dankzij een vroegere ploegmaat van bij Manchester City, Gelson Fernandes. Zelf speelt hij nu bij Saint-Etienne, maar als Zwitser en ex-speler van Sion wist hij me te overtuigen om hier te tekenen. We hebben een goede band, hij weet wie ik echt ben. Hij vertelde Sion over mijn goede ingesteldheid en de club heeft me – ondanks alle kritieken en roddels die de ronde doen – meteen een contract aangeboden.”

Maar op het financiële vlak heb je wel fors moeten inleveren?

“Mensen denken altijd dat ik het voor het geld doe, maar met mijn transfer naar Sion heb ik het tegendeel wel bewezen, denk ik. Ik wilde gewoon weer plezier beleven aan het voetballen zelf. Ik ben naar hier gekomen om de honger naar de bal terug te vinden.”

Is dat gelukt?

“Beetje bij beetje komt het terug. Mijn twee doelpunten tegen Turkije voelden echt aan als een bevrijding.”

Een van de beste aanvallers

Je hebt niet altijd de meest voorspelbare carrièremoves gemaakt …

“Als ik had kunnen kiezen, was ik naar AC Milan of Real Madrid gegaan hoor, maar zo werkt het niet. Ik heb geen spijt van het parcours dat ik aflegde, behalve van mijn verblijf bij Plymouth dan.”

Heb je ook geen spijt van je transfer naar Qatar?

“Dat was een goede ervaring en het heeft me mijn overstap naar Manchester City opgeleverd. Mensen kunnen wel zeggen: ‘Hij had naar die club of dat team moeten gaan’, maar uiteindelijk zijn het de clubs die beslissen. Ik was klaar om na Duitsland meteen naar Engeland te verkassen, maar er was een tussenstap in Qatar nodig vooraleer ik mijn grote droom – in de Premier League spelen – kon waarmaken. Het is gewoon een kwestie van kansen krijgen.”

Wat bevalt je hier zo?

“Dat de supporters me, ondanks het feit dat ze me een echte vedette vinden, met rust laten. Men controleert mijn doen en laten hier niet. Ik kan hier een normaal leven leiden.”

Je had het altijd al moeilijk om met de status van vedette om te gaan …

“Ik zoek die aandacht niet bewust op. Ik doe gewoon waar ik zin in heb en blijkbaar zijn er mensen die zich daaraan ergeren. Toen ik jong was, kocht ik graag mooie auto’s. Ik kon het me veroorloven dus waarom zou ik het niet gedaan hebben? Iedereen zou zich zo gedragen hebben. Tegenwoordig heeft elke jonge voetballer zo’n dure wagen en nu wordt daar niets meer over gezegd. Waarom kunnen mensen niet gewoon trots zijn op een Belgische speler die het goed doet in het buitenland? Een jonge gast zou beter beschermd moeten worden tegen de media. Ik heb niemand iets misdaan, ik ben geen terrorist, ik ben geen dief. Ik ben gewoon een voetballer die van het leven geniet.”

Waarom denk je dat je zo vaak de aandacht op je persoon vestigt?

“Waarschijnlijk omdat ik geen lelijke jongen ben en ik vaak in het gezelschap van mooie meisjes ben. Ik heb ongetwijfeld een uitstraling die weinigen onberoerd laat.”

Waaraan merk je dat je een ster bent in Zwitserland?

“Mensen feliciteren me spontaan op straat. En ik heb eens op een forum gelezen dat ik een van de beste aanvallers ben die ooit bij Sion heeft gespeeld. De supporters willen absoluut dat ik mijn contract hier uitdien. Dat doet me deugd.”

Van discotheek naar restaurant

Waar hoop je nog op bij Sion?

“Mijn carrière beëindigen zoals ik ze ben begonnen: met een goed gevoel. Ook al is het dan bij een kleine club uit een bescheiden Europese competitie.”

Een verlengd verblijf bij Sion of een transfer naar de Premier League, wat kies je?

“Ik zou mijn carrière graag hier beëindigen. Ik voel me hier goed en daar kan de nationale ploeg alleen maar van profiteren. Als er een Engelse club zou komen aankloppen, wil ik daar gerust eens over nadenken, maar ik zit nu hoegenaamd niet op een transfer te azen. Ik heb geen zin in dat hectische gedoe bij een topclub. Ik wil me in alle rust op mijn werk kunnen concentreren. Ik ben nu 31 en ik zou graag nog drie of vier jaar kunnen voetballen. Het zal dus zaak zijn om mij goed te verzorgen. Als ik dat doe, vind ik misschien nog wel een paar leuke verrassingen op mijn weg. Wie had gedacht dat ik twee keer zou scoren tegen Turkije? En dan nog in de 84e minuut. Dat is het gevolg van hard werken en gezond leven.”

Heb je dat in je jonge jaren te weinig gedaan, gezond geleefd?

“Vast en zeker. Het besef is met de jaren gekomen. Als je jong bent, maak je fouten. Ik ging te vaak uit. In de euforie na een overwinning dacht ik niet meer aan de gevolgen van mijn gedrag op lange termijn. Als ik nu wegga na de match, dan voel ik het de volgende dag op training. Naarmate je ouder wordt, word je ook rustiger. Ik ga nu vaker op restaurant dan naar de discotheek.”

Hoe zit het nu met je vormpeil?

“Ik zit dicht bij het niveau van bij Standard en Manchester City. Zonder die kleine blessure had ik dat niveau al opnieuw bereikt.”

Kleine spierblessures hebben je carrière wel vaker afgeremd …

“Kijk, ik heb de bouw van een sprinter. Aan iemand die de 100 meter loopt, vraag je normaal gezien niet of hij de 5000 meter wil lopen. Ik moest me wel aanpassen. Jammer genoeg begrepen weinig trainers hoe mijn lichaam in elkaar zit. Op Guy Namurois ( fysiektrainer van Standard, nvdr) na dan. Die maakte van mij bijna een langeafstandsloper.”

Je valt moeilijk in een vakje onder te brengen. Je bent niet echt een goalgetter, ook geen echte assistkoning …

(onderbreekt) “Ik ben onvoorspelbaar. Ik kan vijf doelpunten in drie wedstrijden maken, maar ik kan net zo goed zes doelpunten op twee seizoenen maken. Ik doe nog steeds mijn best om een completere spits te worden. Advocaat leerde me dat ik niet naar links en rechts moet uitwijken. Ik moet oorlog maken in de zestien.”

Volg je de Belgische competitie nog?

“Vooral Standard.”

Welke clubs liggen je het nauwst aan het hart?

“Zonder twijfel Standard en Moeskroen. Als ik nog kinderen krijg, of kleinkinderen, zal ik ze bij een van die twee clubs laten voetballen. Ik vind het echt jammer dat Moeskroen zich in zo’n lastig parket bevindt.”

door stéphane vande velde

Ik heb een uitstraling die weinigen onberoerd laat.

Naar Plymouth gaan was de enige fout in mijn carrière.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content