Voor de tweede keer liet Club de kans liggen om aan de leiding te komen. De titel lijkt weer ver weg, maar de balans, zegt verdediger Jordi Figueras (24), tot dusver is positief. ‘Wij hebben een grote tactische flexibiliteit ontwikkeld.’

de leiding te komen. De titel lijkt weer ver weg, maar de balans, zegt verdediger Jordi Figueras (24), tot dusver is positief. ‘Wij hebben een grote tactische flexibiliteit ontwikkeld.’

25e minuut. Vrije trap voor Club Brugge. Joseph Akpala kopt de bal naar binnen en Jordi Figueras heeft – met rechts – maar binnen te duwen. De linksvoetige Spanjaard, mee opgerukt vanwege zijn sterkte in de lucht, ziet de bal evenwel afketsen op zijn scheenbeen. De bal verdwijnt naast het doel van Silvio Proto. Jordi grijpt zich naar de haren.

Het was de eerste topper tegen Anderlecht voor de Spaanse verdediger, die eind januari naar Jan Breydel verhuisde. Hij bleek er al snel een bepalende factor in het succes. Met hem in de ploeg haalde Club 24 op 27 in de laatste negen wedstrijden van de reguliere competitie en tot zondag 7 op 12 in de play-offs. Sinds zijn komst verloor Club alleen in Genk, na een Europese uitschuiver tegen Hannover, en in Kortrijk, twee wedstrijden waarin Figueras zelf ook matig presteerde.

Zondag bleef de Catalaan dus voor de derde keer met lege handen achter. Hij had er – samen met een op hoge ballen steeds afweziger reagerende Ryan Donk – tegen een aanvalslijn waarin vooral Dieumerci Mbokani een gesel bleek, geen al te makkelijke avond op zitten. Figueras startte nochtans goed, in balbezit een rustpunt als er van achteren moest worden opgebouwd, en offensief aanwezig met een ferm schot, dat Proto in de problemen bracht. Maar toen gaandeweg het tempo verhoogde en Club na de rust meer en meer uit positie ging spelen, kreeg de Spanjaard het steeds zwaarder. Van rust brengen en oog voor organisatie was geen sprake meer. Hij gesticuleerde nog wel dat iedereen in positie moest blijven om de counter uit het spel van Anderlecht te halen, maar hij was een roepende in de woestijn. Woester en woester werden de gebaren, maar veel hielp het allemaal niet.

Drie dagen eerder, tijdens een gesprek, had hij “tactische balans” nochtans geroemd als een van de sterke punten van het huidige Club Brugge. De posities, stelde hij, werden heel goed doordacht ingenomen. Hij was de laatste om te zeggen dat Club na zijn komst op kampioensritme was gaan spelen, maar dat nam niet weg dat hij best tevreden was over het rendement van het tactische werk. Want werk is het, ze trainen in Brugge hard en gericht om zo dicht te kunnen blijven in het spoor van Anderlecht. Er is minder finesse, maar dat wordt gecompenseerd met inzet. No sweat, no glory, weet u wel. Figueras: “De rivaal en zijn manier van spelen zijn heel belangrijk tijdens onze voorbereiding. We werken ook op het uitvoetballen en de constructie van ons spel. Dat lukt steeds beter, bij momenten.”

Bij momenten. Wat kan hij toevoegen aan de ploeg? Figueras: “Verdedigers zijn in de eerste plaats verdedigers, geen aanvallers. Het belangrijkste is goed verdedigen. Lukt daarna het uitvoetballen ook, des te beter. Mijn rol daarin? Als ik kan uitvoetballen, zal ik het doen, maar zonder te vergeten dat de grootste aandacht eerst naar het verdedigende werk moet gaan.”

Succes op termijn

Zondag lieten de verdedigers zich na een kwartier vangen. Nogal kinds. Een kettingreactie van fouten was het: linksachter Høgli liet zich uitspelen door een wel vaker naar de flank uitwijkende Mbokani in een één tegen één. Toen de Anderlechtspits vervolgens naar binnen afspeelde, stond daar geen Zimling – die was tussen Donk en Figueras mee ingezakt in het spoor van de naar binnen opgerukte Jovanovic. Figueras zette daarop een stap in de ruimte, maar kwam te laat om de ook al van positie veranderde Suárez af te kunnen stoppen, waarna Høgli naliet om de ruimte dicht te knijpen die Mbokani wel vond: 0-1 en wedstrijd beslist. Geen echte linksachter als doublure voor de nagenoeg heel het seizoen geblesseerde Fredrik Stenman, en geen goeie verdedigende middenvelder die zijn positie houdt en zich niet zo makkelijk laat meetrekken met een infiltrerende aanvallende middenvelder: het zijn vaststellingen die eerder al werden gedaan. Club betaalde er cash voor. Net als voor het gegeven dat, in afwezigheid van Vadis, het scorend vermogen uit de tweede lijn beter kan, en dat, als het tempo wat hoger ligt en de ruimte groter, de techniciteit en zuiverheid van het team wat tegenvalt.

Drie maanden is hij er nu, Jordi Figueras. Drie maanden waarop hij, die paar nederlagen ten spijt, toch met enige voldoening terugkijkt. Figueras: “Ik ben blij, ja. Ik ben naar hier gekomen om de liga te winnen, om in de CL te komen, en zie ons staan. Ook wilde ik het maximum van de wedstrijden spelen, en dat lukt zeer goed. Ik kan echt over niks klagen. Niet over de manier waarop de club me behandelt, niet over de manier waarop de ploegmaats dat doen. We kunnen ook nog steeds kampioen worden en dat is zeer mooi.”

En het verhogen van de precisie in de balcirculatie, is dat werk voor volgend seizoen? Figueras: “Misschien wel. Er is dit jaar goed geïnvesteerd in nieuwe spelers, in goeie spelers, maar om daarmee al direct in een eerste jaar te gaan voor de titel is zeer moeilijk. En dat zijn we toch aan het doen. Ik denk dat de investeringen gebeurd zijn om op termijn succes te halen. We kunnen de volgende jaren volgens mij alleen maar beter worden.”

Ze scoren wel iets moeilijker dan de tegenstander, die van Brugge. Of zoals Daum het zondag na de match stelde: geef ons Mbokani en we winnen. Voor een coach die voor de start van de play-offs stelde dat de titel geen échte ambitie kon zijn en zich zondag afvroeg waarom niet wat meer mensen zich boven het resultaat konden plaatsen, oogde de Duitser overigens behoorlijk teleurgesteld na de match. Teleurgesteld, maar niet verrast, getuige zijn glimlach. De pijn waarover hij het had leek al bij al nog mee te vallen.

Figueras: “Misschien maken we inderdaad wat minder goals, maar we scoren toch. We kunnen op verschillende manieren spelen, vind ik. Soms wat defensiever, soms aanvallend. Dat is kenmerkend voor goeie ploegen. Tactische flexibiliteit. Joseph zit al aan 14 goals, dus … Oké, er is geen andere spits die er ook veel maakt, maar anderzijds hebben we er vier, vijf die elk vijf goals maakten. Ook dat telt. Het gevaar kan van alle kanten komen. We hebben een heel evenwichtige ploeg.”

Spelniveau

Donderdag sprak Figueras nog openlijk over de titel, terwijl de meeste anderen het liever allemaal nog wat afhielden. Dat begreep hij: “Ik zeg ook alleen maar dat we het gaan proberen en dat we gaan vechten tot het einde.”

Vechten, maar dan wel figuurlijk, want het valt op: hij maakt amper een fout, pakt nooit een kaart. Tenzij die ene keer, op Sclessin. Voor protest dan nog, na een strafschop die door Høgli werd veroorzaakt. Figueras: “Ik ben nooit een vuile verdediger geweest. Ik hou daar niet zo van. Typisch Spaans? Dat denk ik niet, ik ken voldoende Spanjaarden die zeer agressief zijn zonder bal en klappen uitdelen. Mijn stijl is het niet. Agressief op het veld, ja, maar tot een bepaalde grens. Niet erover. In Luik vond ik de strafschop onterecht, vandaar mijn reactie.”

In het Engels? Figueras: “Ja. Als ik ook maar even kan, spreek ik Engels, want als ik Spaans spreek, denken ze direct dat ik aan het beledigen ben.”

Opvallend: de snelste is hij niet, na de rust hield hij in een rechtstreeks spurtduel met Mbokani de Congolees slechts met wat moeite af. Hij verrast dan ook niet op de vraag welke spitsen hem tot dusver het meest problemen bezorgden. Figueras: “Ik kan er niet direct eentje uithalen. Tenzij … Jelle Vossen vind ik wel een intelligente aanvaller. Haakt slim af. En Vetokele is een snelle spits, die achter lange ballen holt. Tegen dat soort snelle spelers moet je in een flits beslissen wat je gaat doen: intercepteren of achter hem lopen. Ik ben niet al te snel, dat moet ik compenseren met mijn plaatsing.”

Dan heeft hij liever duels, vermoeden we? Knikt: “Ik verkies dat wel, ja, types als Coulibaly. Liever van die jongens dan snelle spitsen die in de ruimte gaan en zeer beweeglijk zijn.”

Met Genk dat in de nek komt hijgen, wordt het best nog spannend in de strijd om een ticket voor de voorronde van de Champions League. Stel dat Club het haalt, aan wat is dat dan vooral te danken? Resoluut: “Aan het werk. Werk, werk, werk. Ik kan alleen praten over de tijd dat ik hier ben; wat eerder op het seizoen gebeurde, weet ik niet. Maar al die tijd hebben we heel hard gewerkt op tactische discipline, op balbezit, op een paar systemen in ons hoofd proppen en die gebruiken op het veld.”

Is dat belangrijker dan de inspiratie van het moment van een spits? Figueras: “Werk en een constante zijn het belangrijkste in het voetbal. Als je voortdurend werkt en je zit constant boven op mensen, ga je op het einde sowieso goeie resultaten halen. Het individuele genie kan je vervolgens helpen om een wedstrijd te doen kantelen in je voordeel. Maar tactische discipline is een eerste vereiste.”

Raakt de kritiek op het spel van Brugge hen? Dat het niet zo uitzonderlijk is? Figueras: “We staan tweede, mensen mogen zeggen wat ze willen. Wat op het einde telt, is het resultaat. Als wij nog iets pakken, zal niemand later nog weten met welk soort voetbal dat gebeurde. Spelers en technische staf zullen vooral onthouden dat we het ticket pakten.”

Is het überhaupt van belang voor een speler, de kwaliteit van het spel?

Figueras: ” . Maar het belangrijkste is winnen. Wij spelen profvoetbal. Als je kan winnen met mooi spel, des te beter. Maar moet het door te lijden? Oké, het zij zo. Als je lijdt en toch wint, is de zege des te mooier.”

DOOR PETER T’KINT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“We kunnen de volgende jaren volgens mij alleen maar beter worden.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content