Volleybalclub Maaseik treedt komend weekend aan in de finaleronde van de CEV Cup, die evenwaardig is aan de UEFA Cup in het voetbal. Voor aanvaller Kay van Dijk wordt dat een uitgelezen kans om te tonen waar hij staat op weg naar de top.

De ene derde plaats is de andere niet. In de groepsfase van de Champions League moesten Roeselare in poule E en Maaseik in poule F elk twee teams laten voorgaan. Maar de West-Vlamingen mochten zich op het nippertje, als beste derde, nog bij de elite scharen die naar de volgende ronde ging. De Limburgers werden, net als de overige derdes, in het vangnet van de CEV Cup gegooid.

Roeselare kreeg – niet gediend door het lot – in het vervolg van de Champions League Panathinaikos tegenover zich en werd overklast. Bye-bye Europa.

In de CEV Cup moest ook Maaseik niet tegen Janneke en Mieke aan de bak; Czestochowa won onlangs de Poolse beker. Het team van trainer Vital Heyen versloeg hen thuis met 3-1, maar ging in Polen met dezelfde cijfers onderuit. Dat betekende dat er onmiddellijk na de tweede wedstrijd een beslissende golden set gespeeld moest worden. In een haast ondraaglijk spannend slot werd het 17-19. Het leverde de Limburgers een ticket op voor de Final Four van de CEV Cup, de finaleronde met vier teams. Het is zes jaar geleden dat een Belgisch team een Europese finaleronde speelde. In 2002 pakte Roeselare de Top Teams Cup.

Kans op finale

In Rome speelt Maaseik zondag in de halve finale tegen Budva uit Montenegro. In de tweede halve finale staat de thuisploeg tegenover Urengoi uit Rusland. De verliezers spelen maandag de troosting. De winnaars nemen het tegen elkaar op in de finale.

“Tegen de Montenegrijnen zijn er mogelijkheden”, blikt Maaseikaanvaller Kay van Dijk vooruit. “Er bestaat een goede kans dat we de finale halen. Vandaag zeg ik dat ik teleurgesteld zal zijn als dat niet zou lukken. Je gaat ook geen oorlog voeren als je vooraf denkt dat je hem zal verliezen.”

Met het oog op de strijd om de Belgische titel, waarvan de eerste echte fase afgelopen weekend is begonnen met de play-off, is deze Final Four voor de Maaseikspelers een extra gelegenheid om vertrouwen te tanken. Al wijst het metertje dezer dagen sowieso een gezond peil aan, net dankzij de deelname aan de finaleronde van de CEV Cup zelf, en voorál dankzij de bekerwinst vorige maand in eigen land. In die strijd gaven de Limburgers Roeselare een onverwacht zwaar pak voor de broek: 3-0.

“Het enige waarvoor we moeten opletten, is dat we niet te vroeg gepiekt hebben qua prestaties”, zegt van Dijk. “Ik ben daar niet bang voor, maar het is zeker een reëel gevaar. We behaalden nu al twee mooie dingen, maar het belangrijkste is dat we een CL-ticket bemachtigen voor volgend seizoen ( wordt gegeven aan de ploegen die op de eerste twee plaatsen eindigen in de play-off, nvdr). En in die strijd staan we nog gewoon zo goed als op nul, net als alle andere teams.”

Snel of hoog?

Ondertussen is de Final Four in de CEV Cup voor Van Dijk een ideale gelegenheid om nog eens te meten hoe ver hij staat. De 23-jarige Nederlander is een van de speerpunten van het huidige Maaseik. Vital Heynen voorspelt al jaren dat de boomlange opposite (2,14 m) op termijn een topcompetitie als de Italiaanse aankan.

“Het eerste jaar had ik het moeilijk bij Maaseik, nog altijd mijn eerste buitenlandse avontuur. Er waren hier heel veel nieuwe, jonge spelers en er moest snel een team gesmeed worden. Ik kwam uit een zware campagne met de Nederlandse nationale ploeg en arriveerde hier maar laat. Als je dan in het begin een paar steekjes laat vallen, wordt het een heel lastig seizoen.

“Bovendien hadden we speltechnisch nog niet echt een keuze gemaakt tussen: de bal snel of hoog slaan. Bij het ene probeer je de tegenstander te rap af te zijn, tracht je zo ruimte te creëren. Bij het andere geef je jezelf meer tijd om een hoek te maken. Aanvankelijk deden we het dan weer zus, dan weer zo. Ik had daar last mee. Uiteindelijk beslisten we om de bal snel te slaan, en dat leverde me een superseizoen op in mijn tweede jaar hier.”

Shitballen

De tijd waarin Van Dijk met open mond naar een kanjer als Iván Contreras (34) – zijn collega-opposite bij Roeselare – keek, is intussen gepasseerd. “De eerste jaren deed ik dat wel, maar de laatste tijd gaat het bij mij bijna net zo goed.

“We zijn heel andere types. Mijn troeven zijn mijn lengte en kracht. Daarin ga ik hem iets voorbij, denk ik. Wat weliswaar meebrengt dat er bij mij misschien vaker een foutje insluipt. Maar dat is al drastisch verminderd. Toch speel ik nog een tikje onstuimiger, hij wat meer bekeken.

“Ik ben jong, beschik over de potentie om verder te groeien. Waarschijnlijk ligt mijn topniveau iets hoger dan dat van Contreras. Maar hij blijft altijd binnen 80 of 90 procent van zijn kunnen, terwijl ik nog een keer naar 50 of 40 procent kan zakken. Dat is het grote verschil.

“Die bedenking maak ik me ook als ik naar Italiaanse jongens kijk. Die hebben dezelfde fysieke krachten als ik, maar gaan daar wat stabieler mee om. Op dat vlak kan ik nog het meest vooruitgang boeken. Het is het essentiële aspect van een speler op mijn positie. Als opposite krijg je een hoop shitballen, ben je in feite puinruimer. Je moet leren inschatten wanneer je een lel tegen de bal geeft en wanneer je hem op een dusdanige manier weglegt dat de tegenstander er problemen mee krijgt terwijl hij voor jou eigenlijk al een probleem was. Dat zijn vaak breekmomenten in een wedstrijd. Een Contreras heeft al meer van die situaties voor zich gekregen dan ik.”

Escapemogelijkheden

“Op dit moment gaat de evolutie voor mij zo hard dat ik ook weer stappen wil zetten. Misschien wel een beetje het gevoel dat ik het hier wat gehad heb, ja. Ik heb in principe nog een contract tot volgend jaar, maar daar zitten wel escapemogelijkheden in. Hoe lang ik hier nog blijf en waar ik eventueel naartoe ga, hangt volledig af van wat er op me afkomt. Het heeft ook voordelen om te blijven. Zoiets is echt wikken en wegen.

“Ik zie me op termijn wel in Italië volleyballen. Dit seizoen heb ik zowel bij Maaseik als bij mijn nationale ploeg laten zien dat ik op bepaalde momenten echt bij de wereldtop hoor. Dan gaat het niet over één prima match tussendoor, maar over vier, vijf wedstrijden na mekaar die erg goed waren. Als je dat niveau steeds vaker kan laten zien, bewijst dat dat je almaar beter wordt.” S

door kristof de ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content