Komend weekend speelt AS Eupen zijn eerste echte thuiswedstrijd in het nieuwe stadion. Hoe kijken stad en club terug op de eerste maanden eerste klasse?

Dik twintig man staat aan de afsluiting van de hoofdtribune te kijken hoe de werken aan het stadion Am Kehrweg gestaag opschieten. Aan drie tribunes tegelijk wordt gewerkt, van zes uur ’s ochtends tot acht uur ’s avonds, van maandag tot zondag. Toen het langer licht was, werd er tot tien uur ’s avonds gewerkt. Eén keer greep burgemeester Elmar Keutgen in, toen de werken om twintig na tien ’s avonds nog doorgingen. Dat vond zelfs de ex-doelman van Eupen er lichtjes over.

“Spijtig dat jullie geen twee dagen later zijn gekomen”, zegt manager Manfred Theissen na het gesprek terwijl hij op de werken wijst. Een uur eerder was er op de nieuwe tribune tegenover de hoofdtribune nog niets te lezen, nu staan er al witte stoeltjes die op de grijze tribune ‘KAS EU…’ vormen. Theissen – in een vorig leven politiecommissaris in Eupen, ex-speler en hulptrainer van de club en sinds 1994 manager – kan zich amper herinneren wat vrije tijd is of hoe zijn gezinsleden eruitzien. Elke minuut telt. Vrijdag komt de inspectiecommissie het stadion, de grasmat en de veldverwarming keuren. Op 5 september speelde Eupen nog thuis tegen Genk, een dag later werden drie tribunes afgebroken en werden de offertes vergeleken. Op 7 september begonnen de werken, één dag nadat de bouwvergunning arriveerde. Het stadion ziet er met het uur anders uit, maar het wordt krap. Toch heeft Theissen een paar dagen eerder de licentiecommissie gebeld om te zeggen dat het stadion op tijd af zou zijn. “Als dit lukt, krijgt Eupen een plaats in het Guinness Book of Records. FCV Dender en Tubeke hebben ook hard moeten werken, maar daar ging het maar om één tribune, wij zetten er sinds 7 september drie.”

Kosten

De Marktplatz is het kloppend hart van Eupen. Hier zijn de lokalen gevestigd van Grenz-Echo, het enige Belgische Duitstalige dagblad. De krant prijkt als cosponsor op de broekjes, net als Chocolade Jacques. Op de voorpagina staat nieuws over de stadionbouw, binnenin is er nog een hele pagina. De lezersbrieven leren dat het voetbalhoofdstuk leeft in de regio, met voor en tegen die elkaar in evenwicht houden.

Net voorbij de markt ligt pizzeria La Dolce Vita: vandaag gesloten, maar doorgaans het trefpunt voor spelers en investeerders, wanneer Antonio Imborgia in de stad verblijft. Tegenwoordig spendeert hij 75 procent van de tijd in België, zegt Theissen. Op een steenworp van de pizzeria, in een zijstraat, bevindt zich het lokaal van Eupens enige supportersclub, de Panda’s. In Café Tam Tam geeft een bord aan dat de thuiswedstrijden van AS op groot scherm gevolgd kunnen worden. Er hangt een shirt van Mijat Maric (nu bij Lokeren), maar ook een sjaal van de plaatselijke motorclub, en een blauw-witte, met het logo van FC Eupen – de andere club uit de stad, uitkomend in eerste provinciale.

Heeft de promotie het Bureau voor Toerisme op de markt al extra bezoekers opgeleverd? Prompt haalt de vriendelijke juffrouw aan de balie er Alain Brock bij, sinds februari citymanager, voorheen werkzaam in de plaatselijke KBC-afdeling en tot 2004 actief in de jeugdwerking van AS Eupen. We komen op het ideale moment, zegt Brock, die een pin met de Belgische vlag op het revers van zijn jas heeft en vraagt in welke taal het gesprek best gevoerd wordt: Duits, Frans of Nederlands.

Deze week presenteert de dienst Toerisme samen met de club een aantal formules voor geïnteresseerde voetbalfans. Een wedstrijd combineren met een gastronomisch diner kost, inclusief pendeldienst van en naar het stadion, 65 euro. Wie langer dan één dag blijft, kan er ook een package met overnachting en ontbijt bij nemen, of voor of na het stadionbezoek gaan golfen. Er zijn ook al een paar restaurants die voor hun klanten zelf een package uitgewerkt hebben, zegt Brock, die in 2005 prins carnaval van Eupen was. “Twee jaar later was Manfred Theissen prins carnaval.”

De citymanager noemt de promotie nog steeds “een geschenk uit de hemel, ook al is het sportief iets minder. Hoeveel publicitaire waarde dit oplevert, is nog niet gemeten. Jammer genoeg zijn de kosten die er voor de stad en de regio aan vasthangen, wel gemeten.” Twintig procent van de investering van 5,6 miljoen euro in de verbouwingen van het stadion betaalt de club. Zestig procent draagt de Duitstalige gemeenschap, twintig procent de stad. “Dat kostenplaatje is in Eupen nog altijd gespreksonderwerp nummer één. Maar de impact voor het imago van de stad en de streek is niet te schatten. In mei en juni, net na de promotie, werd de website van de stad dubbel zoveel aangeklikt als gewoonlijk, net als de website van Grenz-Echo.”

Klein duimpje

Wat hem de voorbije maanden vooral frappeerde, zegt clubmanager Manfred Theissen, is dat Eupen als enige eersteklasser zonder eersteklasseverleden als klein duimpje in een wereld van ondernemingen belandde. “Pas in januari 2009 zijn we professioneel beginnen te werken. Sinds juni zijn we een echte profclub.” In een paar maanden is het aantal voltijdse werknemers (spelers en trainers niet inbegrepen) verdubbeld: van twee naar vier. Tot mei waren dat Theissen en één secretaresse, nu zijn er twee secretaresses en een marketingverantwoordelijke. Theissen wil er minstens nog een boekhouder bij. “Nu werken we met een bureau, maar ik wil de cijfers dagelijks zien in plaats van om de veertien dagen.” Alleen maakt de sportieve situatie zulke aanwervingen riskant. Theissen wil straks geen nieuw personeel moeten ontslaan als Eupen zakt. “Daarom hebben ze allemaal een contract van één jaar.”

Voor de komst van de Italianen moest de manager per seizoen gemiddeld twee appartementen voorzien voor spelers die niet elke dag over en weer naar huis reden, nu zijn dat er vijftien of zestien. De meeste kernspelers wonen en leven in het centrum. “De helft gaat dagelijks zijn krant halen in de krantenwinkel van mijn broer”, zegt citymanager Alain Brock.

Een hoofdsponsor heeft Eupen (nog) niet, maar het aantal abonnees steeg van 250 naar 1400, de 199 businessseats waren in een paar weken verhuurd. Vorig jaar bleven er 50 van de 140 leeg. En dat allemaal dankzij de Italianen. “Wij hadden ook graag een Brusselse of een Luikse investeerder gevonden, maar die waren er niet”, zegt Theissen die niet moet nadenken over de vraag waar Eupen nu zat zonder Italiaanse inbreng. “In derde klasse.”

Naambekendheid

Prins carnaval is burgemeester Elmar Keutgen (62) nooit geweest. Voetballer was hij wel. Op zijn zesde sloot hij zich al aan bij de club. In 1969 stond hij nog onder de lat toen Eupen voor het eerst naar tweede klasse promoveerde. In tweede speelde hij niet mee, want zijn studie geneeskunde aan de universiteit in Leuven (toen nog niet gesplitst) kregen voorrang. Eupen kocht bij Aachen een naam, Gerd Prokop, en Keutgen ging keepen voor Verviers, toen ook in tweede klasse. “Ik heb met Verviers nog tegen Ludo Coeck gespeeld, die toen bij Berchem zat.” Toen Eupen deze zomer promoveerde, zei hij tegen zijn vrouw dat de club de rode draad door zijn leven zou blijven: “Ik heb er gespeeld, mijn vader was schatbewaarder. Ik herinner me hoe de trainers bij ons thuis hun loon kwamen vragen en hoe vader soms vroeg om nog een week te wachten. Later zat ik ook even in het bestuur. Bij de promotie zei ik tegen mijn vrouw: ik ga op en af met Eupen. Wat straks met Eupen gebeurt, zal gevolgen hebben voor mijn politieke carrière.”

Toen hij met vakantie was in Frankrijk, merkte de burgemeester nog welke impact de promotie had. “Naast ons kwam een groep Vlaamse wielertoeristen aan een tafeltje zitten. Toen ze hoorden waar ik vandaan kwam, werden ze meteen enthousiast: ‘Proficiat met uw promotie!’ Ook al duurt dit maar één jaar, dit nemen ze Eupen nooit meer af. Ik ben al eens op verkenning geweest bij andere clubs die in eerste zaten. In Tubeke heeft Raymond Langendries een financiële kater overgehouden aan het avontuur, maar hij zei: ‘Mocht het te herdoen zijn, ik deed het opnieuw.’ Hij gaf me wel één goeie raad: ‘Geniet van elk moment in eerste.'”

Een voetbalstad is Eupen niet, geeft de burgemeester toe: “Toen ik nog speelde, praatte de stad de hele week over voetbal, later verdween dat. Tot voor een paar jaar kwam er hooguit zeshonderd man naar de thuismatchen. Om in Eupen weer voetbalbeleving te krijgen, moeten er weer mensen van bij ons in het bestuur, en in de ploeg. Van bij ons, dat kan ook uit het Luikse, Verviers of Tongeren zijn.” Keutgen weet dat de meningen in zijn stad verdeeld zijn. “Bij elke bouwaanvraag die niet op tijd ingediend is, zal ik horen: ‘Voor AS kon het wel!'”

Voorlopig gaat alles goed. Het verkeersplan dat voor de eerste twee thuiswedstrijden werd uitgetekend, werkte. De twee miljoen die de stad in het project investeert, hééft Eupen: “We hadden dat als reserve. Geen enkel ander project moet voor AS sneuvelen, het zal hooguit licht vertraging oplopen.”

De impact voor de regio – Eupen telt 18.800 inwoners, de Duitstalige gemeenschap 75.000 mensen – is groot, vindt de burgemeester. “Minister-president Karl-Heinz Lambertz organiseert in heel België tentoonstellingen om de Duitse gemeenschap naambekendheid te geven. Dat is promotie van bovenuit. Maar tegen deze voetbalpromotie, die aanslaat bij het volk, kunnen al zijn initiatieven niet op. Zo simpel is het.”

door geert foutré – beelden michel gouverneur (reporters)

“In een paar maanden is het aantal voltijdse werknemers verdubbeld: van twee naar vier.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content