Supportersparticipatie staat niet hoog op de Belgische voetbalagenda. Wat een verschil met Duitsland. Sport/Voetbalmagazine reed naar Gelsenkirchen en sprak met een voormalig leider van de Ultras. Ondanks drie jaar stadionverbod nam Schalke 04 hem in dienst. ‘De meesten zegden: beter jij dan iemand anders.’

Er viel niet naast te kijken het afgelopen seizoen in de Belgische voetbalstadions: supporters die zich afkeerden van het beleid in hun club. Het gebeurde in Genk, in Luik, in Antwerpen. Eerder ook al in Brugge. Fanprotest, op het randje van het oproer – of erover al. Opvallend daarbij: het onvermogen van de clubbesturen om met de onvrede bij hun achterban om te gaan. Dat was ook Vlaams minister van Sport Philippe Muyters opgevallen. Muyters besloot te laten onderzoeken of de overheid clubs kan verplichten een vorm van supportersparticipatie te organizeren. Het advocatenkantoor Curia boog zich het afgelopen jaar met een in verenigingsrecht en sportrecht gespecialiseerd team over de opdracht. De resultaten van het onderzoek werden in februari 2015 voorgesteld in het Vlaams Parlement.

Curia onderzocht de Belgische situatie en vergeleek haar met die in Duitsland, Engeland en Nederland. De enige verplichting die clubs hebben op het vlak van supportersinspraak komt van de UEFA. De Europese voetbalbond verplicht hen om een zogenaamde Supporter Liaison Officer (SLO) aan te stellen, die optreedt als aanspreekpunt voor de supporters. Verscheidene nationale voetbalbonden namen die verplichting op in hun reglement. Ook de KBVB: alle clubs uit de Jupiler Pro League moeten voldoen aan de toelatingsvoorwaarden van de Europese licentie, inclusief een SLO aanstellen.

Tot daar de regeltjes. Maar hoe wordt die SLO-verplichting nu concreet ingevuld in België? Curia stuitte op het njet van de Pro League om hierover contact op te nemen met haar clubs. De Pro League nam de coördinatie van de bevraging zelf in handen, wat de kwaliteit van de antwoorden niet ten goede kwam. Alle clubs gaven aan een SLO te hebben, maar bij de helft heeft hij geen omlijnd takenpakket – bij één club heeft hij zelfs géén taken. Bij de helft van de clubs is de SLO vast in dienst. Mooi, ware het niet dat hij in al die gevallen ook andere taken heeft: als communitymanager, communicatieverantwoordelijke of ticketingverantwoordelijke. Clubs gaven aan de functie geen echte noodzaak te vinden.

Curia besluit: supporters worden gehoord, maar hebben geen of slechts een beperkte vorm van directe inspraak. Volgens het advocatenkantoor is het verrassend dat er buiten de SLO zelfs geen enkele andere structureel verankerde vorm van supportersbetrokkenheid bestaat in België. Met uitzondering van de unieke situatie bij KV Mechelen, waar de supporters zitting hebben in de raad van bestuur. Voor het overige bestaan er nog wel initiatieven om de fans via een coöperatieve vennootschap te laten participeren in de club. Maar voorlopig blijft de concrete uitvoering van die plannen steken in de goede bedoelingen.

Sjaals om de arm

Uit het onderzoek in opdracht van minister Muyters komt Duitsland naar voren als het gidsland inzake supportersparticipatie. Dat heeft historische gronden. Voetbalclubs ontstonden er uit bredere omnisportverenigingen, waardoor er altijd een sterke band heeft bestaan tussen de oorspronkelijke ledenvereniging – zeg maar: de ‘moedervereniging’ – en de voetbalclub. Tot 1998 was een club nog verplicht georganiseerd als een e.V. (eingetragener Verein), vergelijkbaar met een vzw bij ons. Pas sinds 1998 mag een voetbalclub in Duitsland zich in een (commerciële) vennootschap laten verzelfstandigen. Onder één belangrijke voorwaarde echter: dat de meerderheid van de stemmen in handen blijft van de moedervereniging. Een voorwaarde die bekendstaat als de befaamde 50+1-regel. Door die regel zit de supportersinspraak als het ware ingebakken in de juridische context van de clubs. Wegens het vaak grote ledenaantal verloopt ze wel meestal onrechtstreeks.

Bovenop de 50+1-regel heeft de Bundesliga een jarenlange traditie van Fanbeauftragten, het moeilijk te vertalen Duitse woord voor Supporter Liaison Officer, lang voor het begrip bestond. In het Duitse licentiesysteem moet elke club er twee hebben, niet als vrijwilliger, maar voltijds op de loonlijst. Sport/Voetbalmagazine stapte in de wagen en reed naar Gelsenkirchen, waar het zich een wedstrijddag lang in het spoor van Thomas Kirschner zette. Kirschner (35), geboren en getogen Gelsenkirchener, is – samen met Daniel Koslowski – sinds anderhalf jaar Fanbeauftragte bij Schalke 04, na Bayern München en Borussia Dortmund de club met de grootste supportersschare in Duitsland.

“Mijn verhaal is heel klassiek”, vertelt hij bij de kennismaking op Parking 4 van de Veltins Arena. “Mijn vader nam me als kleine jongen mee naar het oude Parkstadion. De mensenzee in de bocht achter het doel fascineerde me altijd meer dan de wedstrijd. Met mijn vrienden belandde ik uiteindelijk in de Nordkurve, kap op en sjaals om de arm. We begonnen op verplaatsing mee te reizen en kwamen in aanraking met de opkomende Ultracultuur. We zagen foto’s van wat er in Italië en de Balkanregio gebeurde, met vlaggen en tifo’s. Dat inspireerde ons. In 2002 richtten we de Ultras Gelsenkirchen op. Ik leerde er mijn vrouw kennen. Tien jaar was ik lid, waarvan acht als leider. In 2012 ben ik eruit gestapt: ik zag dingen verkeerd gaan. Dan moet je consequent zijn.”

Eigen standjes opzetten

Het is twee en een half uur voor aanvang van het duel met VfB Stuttgart, het nummer laatst in de Bundesliga en getraind door Huub Stevens, de man onder wiens leiding Schalke in 1997 de UEFA Cup won. Rood-witte fans schuiven al aan, met 4300 zijn ze vandaag. Kirschner overlegt met zijn collega uit Stuttgart. Onder meer over de twee vlaggenchoreografieën waarvoor vandaag toestemming is verleend: een in de Nordkurve en een voor de bezoekers. “Wij proberen ook voor de uitfans veel mogelijk te maken. Soms maakt politie of brandweer weleens een probleem van iets, maar dan zijn wij er om te bemiddelen. Fans kunnen altijd naar ons stappen met hun vragen. Wij hebben een directe lijn met de raad van bestuur. Elke maand hebben we overleg met onze contactpersoon daar. Iedereen in de club weet wat er leeft bij de fans en wil graag helpen. Van ons mogen supporters hun eigen standjes opzetten en stickers, magazines en vlaggen verkopen. Als iets niet kan, dan is het ook zo, maar dan discussiëren we tot er een oplossing is. Het is geven en nemen.”

Kirschner kijkt op zijn horloge. Tijd voor zijn ronde rond het stadion. Eerste halte: het gebouwtje waar de overkoepelende supportersorganisatie kantoor houdt. Fans van beide clubs verbroederen buiten aan de biertent. Overal wordt Kirschner begroet, maar uitbundigheid lijkt niet aan hem besteed. Terwijl we onze weg verder zetten, vertelt hij over het stadionverbod dat hij ooit opliep. “Het was in Dortmund, onze grootste rivaal. We kwamen aan bij het stadion, maar het was al laat. Er ontstond herrie met de security en de politie. Ik kreeg drie jaar stadionverbod. Toch bleef ik meegaan, ook op verplaatsing, maar dan bleef ik buiten en dronk mijn biertje.”

We kruisen een groep Ultra’s. Kirschner zwijgt. De keuze voor zijn huidige job werd hem aanvankelijk niet door iedereen in dank afgenomen. “Ik werk nu voor de club. Niet iedereen vond dat kunnen. Toch zegden de meesten: beter jij dan iemand anders. Iedereen weet dat ik nu het standpunt van de club moet uitdragen, maar al bij al zijn ze blij dat er iemand is die weet wat er leeft onder de fans. Ik ken die gasten tenslotte al jaren. Die overweging heb ik ook gemaakt toen ze me vroegen voor de job.”

Respectvolle dialoog

We klimmen op een glooiend grasveld naast de Veltins Arena. Fans verzamelen en drinken bier. Kirschner haalt een stapel enveloppes met tickets voor de volgende uitwedstrijden tevoorschijn. Zijn aanwezigheid gaat als een lopend vuurtje rond. Mannen en vrouwen, jong en oud, komen de enveloppes ophalen. Of hij nooit spijt heeft gehad van zijn overstap? Kirschner: “Ik was niet zeker of mijn beslissing de juiste zou zijn. Wedstrijddag is nu werkdag. Je bent niet bij je vrienden. In plaats daarvan zit ik nu in meetings met de politie en zo. Maar het is goed zo: het was mijn beslissing. Als ik voetbal wil zien, ga ik naar Enschede of Nürnberg. Dan wordt het weer mijn hobby.”

Met voldoening kijkt hij terug op het voorbije anderhalf jaar. “Er is geen dag dat we niet weten wat te doen. Het belangrijkste was de dialoog te herstellen tussen de verschillende supportersgroeperingen onderling en met de club. Dat is ook het enige wat men mij bij mijn aanstelling vroeg: proberen alle organisaties respectvol met elkaar te laten omgaan en elk probleem bespreekbaar te maken. Dat was in het verleden niet altijd meer zo. Sinds anderhalf jaar is de band tussen de club en de fans weer goed. We staan nu weer met elke groep in direct contact. We ontwikkelden samen het project Du gewinnst nie allein – je wint niet alleen. Daarmee maken we duidelijk dat de ploeg en de supporters elkaar nodig hebben. De spelers hebben zich er ook achter geschaard.”

Kritiek via spandoeken

Nog drie kwartier tot de aftrap. We lopen snel nog even het Schalkemuseum in. Hier werkte Kirschner twee jaar voor zijn indiensttreding als Fanbeauftragte. “Ik had mijn studie niet afgemaakt. Het beetje geld dat ik verdiende, ging op aan mijn voetbalreizen. Toen kwam de vraag van Schalke om als werknemer in het museum aan de slag te gaan. Na twee dagen bedenktijd en overleg met mijn vrouw zei ik: ik doe het. Ik wilde aan een nieuw verhaal beginnen, en als dat kon in de club van mijn hart: des te beter. Ik zette er de catalogisering op punt. De club zorgde er tegelijk voor dat ik mijn opleiding als kantoorbeheerder af kon maken. Twee dagen per week ging ik naar school, de andere dagen werkte ik in het museum.”

Grote glaspartijen geven een onbelemmerd uitzicht op de imposante arena. Onder ons het stilaan vol lopende bezoekersvak. Voor de blauw-witte mensenzee in de Nordkurve aan de overkant slaan de Schalkespelers voor de warming up de armen over mekaars schouders en laten zich toezingen. Kirschner haalt het notitieboekje tevoorschijn dat al die tijd onaangeroerd uit zijn achterzak heeft gepuild en maakt een notitie over de spandoeken die hij ziet. “Alles mag, zolang het maar niet racistisch is of tegen de politie. Het is belangrijk dat de fans ook kritiek kunnen uiten via spandoeken. Ik zag er een met de slogan ‘leg je kop ervoor of hoepel op’. Niets mis mee. Ze lieten het zien toen de spelers het veld betraden, maar het is al weg nu.”

Schalke heeft er een dramatische reeks van zes wedstrijden zonder zege op zitten, afgesloten met een nederlaag bij het bescheiden Mainz. Als straf bedacht coach Roberto Di Matteo in de aanloop naar het duel met Stuttgart een vierdaagse afzondering in een oud klooster met slechte internetverbinding. Samen met sportief directeur Horst Heldt ontving hij er een supportersdelegatie. Kirschner: “De relatie met de ploeg is niet zo positief momenteel. Na de nederlaag tegen Mainz verweten de fans de spelers dat ze zich onvoldoende inzetten voor het geld dat ze betaald krijgen. We klopten Real Madrid en kwamen één goal te kort om ons te kwalificeren. De ambitie dit seizoen was om opnieuw de Champions League te halen. Dat is onmogelijk geworden en dat zorgt voor nervositeit tussen de fans en de spelers. Vooral omdat ze de mouwen niet opstroopten. In deze regio (van oude mijnschachten en kompels, nvdr) ligt dat gevoelig. Hier is veel werkloosheid. Verliezen mag, maar je moet wel alles hebben gegeven.”

Rug naar het veld

Twee uur later staat er 3-2 op het scorebord. Kirschner heeft de wedstrijd vanuit het bezoekersvak gevolgd. De eerste helft althans. Daarna vertoefde hij in de catacomben. Het leven zoals het is voor een Fanbeauftragte. Pas in het slotkwartier buigt Schalke een 1-2-achterstand om. Vergeten is het hoongelach dat na driekwart wedstrijd van de tribunes rolt wanneer Stuttgart verzuimt een zwalpend Schalke de genadeslag toe te dienen. De thuisaanhang scandeert Huub Stevens’ naam. Opvallend daarbij: de hele Nordkurve keert zich dansend met de rug naar het veld. “Dat doen ze soms”, antwoordt Kirschner diplomatisch. “Je hoeft er verder niets iets achter te zoeken. Alles is weer goed nu.”

‘Nu’ was twee weken geleden. Zaterdag speelt Schalke 04 zijn laatste wedstrijd van het seizoen, uit bij Hamburg. Zekerheid over een Europa Leagueticket, niet meer dan een troostprijs, heeft het nog altijd niet.

DOOR JAN HAUSPIE IN GELSENKIRCHEN

“Het is belangrijk dat de fans ook kritiek kunnen uiten via spandoeken. Alles mag, zolang het maar niet racistisch is of tegen de politie.” Thomas Kirschner

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content