De profvoetballers van de eerste klasse verkozen Michel Preud’homme tot Trainer van het Jaar, Axel Witsel tot Jonge Prof van het Jaar, Kenny Steppe tot Keeper van het Jaar en Jérôme Efong Nzolo tot Scheidsrechter van het Jaar. Waarom?

Trainer van het Jaar: Michel Preud’ homme (Standard) Stan van den Buijs, gewezen profvoetballer en nu een van de assistent-trainers van Michel Preud ‘homme bij Standard: “In vergelijking met zijn eerste passage bij Standard als trainer is Michel rustiger. Als beginnende coach reageer je veel impulsiever. De ervaring die hij hier opdeed als technisch directeur was goed voor zijn evolutie.

“Zijn grootste kwaliteit blijft zijn drang naar perfectie: Michel wil graag op alles voorbereid zijn. Dat doen we door middel van grondige analyses van de tegenstander, maar ook door onszelf dagelijks steviger te maken. Michel vertrekt altijd van de sterkte van de eigen ploeg, om zo de tegenstander te treffen op zijn kwetsbare plaatsen. “De tactische uitleg net voor een wedstrijd beperkt zich meestal tot de stilstaande fasen. Hij wil zijn spelers op dat moment niet overladen met informatie die ze dan nog moeten absorberen. Dat bouwen we al vroeg in de week op door de offensieve en defensieve patronen van de andere ploeg bloot te leggen. Zo kunnen sommige jongens de volgende dagen bij eventuele vragen ook nog feedback krijgen.

“Michel staat bewust heel dicht bij zijn groep. Hij beschermt zijn spelers, maar durft ook hard op te treden. Ook al vertoeft hij bijna nooit in de kleedkamer, toch weet hij perfect wat er leeft en kan hij jongens op de juiste momenten bij zich roepen. Frédéric Dupré werd op tijd verwittigd. Michel voelt goed aan wie het moeilijk heeft en wie nood heeft aan een individueel gesprek. Zijn deur staat voor iedereen open, het gebeurt vaak dat de spelers zelf eens binnenspringen omdat ze weten dat hij goed kan luisteren en graag helpt. Toen de grootvader van Igor De Camargo overleed, wilde Igor absoluut terug naar Brazilië. Met de juiste woorden kon Michel hem overtuigen in België te blijven. Dat zegt veel over zijn impact.

“Toen hij zelf nog voetbalde, was Michel bijzonder bijgelovig. Dat is hij nu minder fanatiek. Er is natuurlijk nog altijd zijn onvermijdelijke pruimtabak. In de terugronde droeg hij bijna constant een oranje pull omdat die kleur hem geluk bracht als doelman. Je mag van hem ook nooit schoenen op tafel zetten. Hij is ook heel strikt in het maken en naleven van afspraken. Binnenkort gaan we dus ook effectief met de technische en medische staf op bedevaart naar Banneux.”

Jonge Prof van het Jaar: Axel Witsel (Standard)

Daniel Boccar, oud-trainer van Axel Witsel bij de duiveltjes en de preminiemen van Standard en tegenwoordig in de provincie Luik verantwoordelijk voor de technische vorming van die leeftijdscategorieën: “Ik herinner me nog altijd heel goed hoe ik Axel ontdekte. We speelden met de duiveltjes van Standard tegen Wezet en ik was meteen onder de indruk van de manier waarop hij zijn bal afschermde. Je kon er gewoon nooit bij! Fenomenaal, want hij was toen een heel frêle manneke. Gelukkig werd hij vanaf zijn twaalfde fysiek sterker. Nu is hij een echte atleet, een sierlijke speler met een gouden mentaliteit geworden.

“Zijn goede instelling dankt hij vooral aan zijn entourage. Zijn vader Thierry was zelf jeugdtrainer, speelde zelf op een behoorlijk niveau, maar wilde geen fils à papa. Hij was kritisch, maar correct. Op een intelligente manier wees hij zijn zoon op de minpunten. Hij besteedde ook veel aandacht aan een heel belangrijke karaktertrek: bescheidenheid. Axel zal nooit naast zijn schoenen lopen. Mocht het ooit gebeuren, dan wordt hij direct teruggefloten door zijn nabije omgeving. “Axel is een bijzonder polyvalente middenvelder. je kan hem op beide flanken posteren, maar ik denk dat hij op zijn best is centraal, alternerend met de man naast zich. Als hij kan infiltreren of voor de beslissende pass kan zorgen, is hij heel gevaarlijk. Onderschat ook zijn afwerking voor doel niet.

“De Belgische competitie is zeker geen eindpunt voor hem. De Champions League is de ideale leerschool, daar word je geconfronteerd met een hogere balcirculatie. Maar ik twijfel niet, Axel kan een stapje hoger aan, in gelijk welke Europese competitie. Het enige vraagteken is of hij die 25 procent extra aan snelheid van uitvoering kan invullen. Maar Axel is een snelle leerling. Ooit leerden we eens de sliding tackle aan met de slechte voet. Voor jongeren is dat een bijzonder moeilijke coördinatie. Na vijftig minuten was Axel daar al mee weg. Zijn inschattings- en leervermogen ligt heel hoog. Hij is een echte diamant.”

Keeper van het Jaar: Kenny Steppe (Germinal Beerschot)

Philippe Vande Walle, gewezen Doelman van het Jaar, kee- perstrainer van Sporting Charleroi en lesgever voor keeperstrainers aan de Federale Trainersschool: “Voor Kenny Steppe pleit natuurlijk dat hij Luciano prima heeft vervangen. Dat was niet simpel. Hij is een jonge doelman ( 19, nvdr) die in zijn spel een vrij volwassen indruk geeft. Hij kan maat houden tussen efficiëntie en het showelement.

“Steppe heeft zijn lengte en morfologie mee, zijn reikwijdte is oké. Hij is ook lenig, hoewel ik zie dat hij regelmatig voetenwerk inpast voor ballen kort bij hem. Dat doet hij goed. Het is een teken van maturiteit.

“Hij beschikt over het arsenaal aan kwaliteiten dat vereist is om eventueel ooit de top te kunnen halen. In het luchtverkeer is hij aanwezig, zijn meevoetballen ziet er degelijk uit, zijn verbale coaching ook en hij is goed op zijn lijn. Dat laatste vind ik evident. Waarom zou je anders keeper geworden zijn?

“Het moeilijkste komt er nu aan: bewijzen dat het uitstekende seizoen dat hij speelde geen toeval was. De komende jaren zijn de moeilijkste, hij moet bevestigen en dat brengt voor een keeper een zekere druk mee. Ik zie het wel zitten voor hem, ik denk dat hij er tegen bestand is. Hij is geen cowboy.

“Maar wat ik bedoel, is: er zijn er zo al veel de revue gepasseerd. Kijk naar Logan Bailly. Vorig jaar was hij Superman, maar het afgelopen seizoen deed zijn ploeg het wat minder goed, werden zijn prestaties met een vergrootglas bekeken en worden er vraagtekens achter zijn naam geplaatst. Hij is zijn kwaliteiten nochtans niet kwijt, hé.

“Ik vind dat Stijn Stijnen de prijs verdient, doodeenvoudig voor zijn prestaties bij Club Brugge. Hij is nog beter geworden en durft af en toe een grote bek op te zetten, meestal terecht trouwens. Als je dan niet sterk presteert, ben je Piet Lul. Hij onderstreepte zijn woorden altijd met een sterke prestatie. Dat is klasse!”

Scheidsrechter van het Jaar: Jérôme Efong Nzolo

Frans Van Den Wijngaert, gewezen Scheidsrechter van het Jaar en nu directeur van de Antwerpse Topsportschool: “Ik leerde Nzolo kennen als de eerste kleurling die meteen door vriend en vijand werd aanvaard, wat voor een scheidsrechter toch een beetje verrassend is. Hij kan zich permitteren om lachend geel te geven, hij krijgt weinig kritiek. Zelfs als hij zoals in het Brugse bekerderby in de fout gaat, is er weinig gemor. Daar zag je wel voor het eerst wat druk op zijn gezicht, het besef dat hij in de fout was gegaan. Veel scheidsrechters van zijn leeftijd waren daar toen aan ten onder gegaan.

“Ook in scheidsrechterskringen profileert hij zich blijkbaar zeer gemakkelijk. Een Frank De Bleeckeere bijvoorbeeld, die heeft er wel heel hard voor moeten werken.

“Nzolo is zeker geen type Alphonse Constantin. En hij is ook geen type Frans Van Den Wijngaert, daarvoor lacht hij net iets te veel. Hij is meer een type Marcel Van Langenhove. Wat Marcel met woorden deed, doet hij met zijn glimlach.

“Ik heb bij hem het gevoel dat hij geboren is met een dubbel fluitje: een natuurlijk, zoals iedere jongen, en eentje in zijn mond. Een geboren scheidsrechter. Dat is zeer belangrijk, want een scheidrechter maak je niet. Hij is niet kunstmatig zoals er veel zijn. Hij heeft het, hij is de coming man en is zeker al een van onze allerbeste scheidsrechters, maar er is een probleem, vind ik: het gaat zo snel dat ik vrees dat hij veel te snel de top zal halen. Dat zou zich tegen hem kunnen keren. Ik hoop dat hij de voeten op de grond houdt en zorgt dat hij beter blijft worden. Want hij is er natuurlijk nog lang niet. Hij is nog jong en moet nog alles bewijzen, in België, in Europa, in het wereldvoetbal.

“Mijn gevoel zegt mij dat Nzolo op weg is om een hele grote te worden, maar net daarom wil ik graag een noodkreet lanceren: alstublieft, verbrand Jérôme niet, laat hem rustig opbouwen. Het is voor zijn vorming en ontwikkeling zeer belangrijk dat hij de komende jaren in België alle topwedstrijden en in Europa jeugdwedstrijden kan blijven fluiten. Dan is hij binnen vijf jaar klaar om Frank De Bleeckere op te volgen, om de wereld in te gaan en grote ploegen te arbitreren.”

door christian vandenabeele & frédéric vanheule

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content