‘In afbreken zit niet veel schoonheid’, zegt Patrice Noukeu, verdedigend middenvelder van beroep. ‘Maar gelukkig wordt mijn positie steeds belangrijker.’ Monoloog van een Kameroener in Gent.

Carrière

Patrice Noukeu : “Bij Brasseries du Cameroun werd ik opgeleid in de periode dat ook Samuel Eto’o daar voetbalde. Alleen kwam hij vroeger naar Europa. Ik ging eerst naar Racing Bafoussam, waar ik één jaar samenspeelde met Justice Wamfor ( vroeger Genk, nu GBA, nvdr). Ik voetbalde als centrale verdediger in de nationale jeugdploegen van Kameroen ook internationale toernooien en zo kreeg ik de kans bij Charleroi, toen Enzo Scifo er trainer was. Maar de club bleek niet zo stabiel, dus ik ben naar Geel gegaan, waar ik de laatste zes wedstrijden van het seizoen heb afgemaakt.

“Ik kon na twee jaar naar Brussels, Cercle, Lierse, … maar ik koos voor Moeskroen. Ik kwam bij Moeskroen toen de club al begon in te binden. Op het eind van mijn contract kon Moeskroen mij geen contract meer geven volgens het niveau dat ik inmiddels bereikt had. Vertrekken was dus het beste voor alle partijen : de club verdiende er wat aan en ik kon naar een grotere ploeg. Gent is een stap vooruit, want een club uit de top vijf. Michel Louwagie heeft mij uitgelegd dat Gent geen ploeg is die spelers blokkeert, maar hen in een goede verstandhouding wil laten vertrekken om er andere die vooruitgang kunnen boeken aan te trekken.

“Mijn parcours is progressief geweest, wat mij belet heeft mij het hoofd zot te laten maken. Was ik meteen hogerop begonnen, was het misschien moeilijker gegaan voor mij. Ik ben gelukkig. Ik moest mij aanpassen aan België, maar ik heb geleerd dat je op den duur beseft dat mensen helemaal niet zo moeilijk doen als je je zelf correct blijft gedragen. Dan kom je dicht bij vriendschap.”

Moeskroen

Marcin Zewlakow is heel bescheiden, collectief en respectvol. Voor mij is hij een voorbeeld. Iemand die goed is. Je ziet het ook dat hij blij is als hij iets goeds doet en zich gegeneerd voelt als we geen resultaat halen. Dat is de juiste houding, vind ik.

“Hem en Christophe Grégoire ken ik hier in Gent al van bij Moeskroen en ik weet hoe ik ze best aanspeel. Wanneer in de diepte ? Wanneer in de voet ? Van Zewla weet ik dat je hem de bal kan geven en hij hem bijhoudt, waardoor ik kan aansluiten of hem naar de kant sturen en ik zijn plaats kan innemen. Van als ik mijn hoofd opricht, weet hij hoe ik ga passen. Je voelt aan de manier en de plaats waarop Grégoire de bal controleert of hij hem daarna gaat voorzetten of bijhouden. Of je moet infiltreren of naast hem blijven.”

Trainers

“Welke trainer mij het meest gevormd heeft ? Peter Maes. Hij is erg hard geweest voor mij, maar hij liet mij altijd verstaan dat ik het niveau had om hoger te spelen. Ik mocht mij niet tevredenstellen met wat ik liet zien in de tweede klasse, zei hij. Ik móést altijd iets meer doen. Daarin heeft hij mij veel bijgebracht. Ook qua positiespel, het spelen voor een verdediging, dom balverlies vermijden, wat in eerste nog meer afgestraft zou worden dan in tweede, simpel spelen, naar voren denken … Hij riep de hele tijd, en dat apprecieerden we op het moment zelf niet altijd zo. Maar achteraf bekeken heeft mij dat veel vooruitgang doen boeken. Ik moest van hem twee keer komen trainen en hij legde extra druk op mij omdat ik een hoger niveau aankon. Die mentaliteit heb ik daarna bij Moeskroen behouden.

“Wat het fysieke betreft, heeft Gil Vandenbrouck mij ongetwijfeld het meest bijgebracht. Toen ik bij Moeskroen kwam, heb ik qua vivacité, kracht en conditie veel vooruitgang geboekt. Altijd een beetje meer. Wie fysiek sterk staat, komt een heel seizoen niet in de problemen.

“Ik krijg de indruk dat Georges Leekens van het resultaat houdt. Dat het iemand is die wíl winnen. Iemand die móét winnen. En hij heeft gelijk natuurlijk. Zonder resultaat kan je niet Europees spelen. Maar ik denk dat ik onder hem ook wat realistischer en meer naar voren kan spelen, want hoe hoger het niveau wordt, hoe ernstiger het spel. Er is geen plaats meer voor petit jeux. Er moet simpel gevoetbald worden.”

Positie

“Iedereen houdt van doelpunten, maar een goede defensieve actie zien de mensen niet altijd. Mensen zien liever wat je opbouwt dan wat je afbreekt. In afbreken zit niet veel schoonheid. Terwijl je hoopt dat dat ook eens gewaardeerd wordt, want de positie van verdedigende middenvelder wordt steeds belangrijker. Ook dankzij spelers als Makélélé, Gerrard. Zij hebben veel gedaan voor de waardering van die positie. Ik breng graag ook wat punch naar voren. Dat haalt de bagage van een verdedigende middenvelder naar boven.

“Fysiek zal ik me geen zorgen moeten maken en tactisch zal ik door mijn ervaring, ook als ik geen grote wedstrijd speel, toch kunnen meedenken. Maar het grote verschil tussen Moeskroen en Gent zal in de rigueur zitten. Als je voor de vierde plaats gaat, moet je geconcentreerder zijn, krijg je meer contacten op het veld, moet je meer wíllen. We moeten niet uitzonderlijk willen zijn, maar constant. Altijd een beetje meer.”

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content