De Amerikaanse tennissers zetten hun beste beentje voor op deze memorabele US Open. Iedereen wou zijn steentje bijdrage aan het herstel van de Amerikaanse wereldhegemonie. Bij de vrouwen lukte dat vrij eenvoudig, bij de mannen verrassend genoeg ook.

De Belgische meisjes legden hun Amerikaanse collega’s alleszins weinig in de weg. Na jaren van opwaartse tendensen blijft dit jaar van stagnatie soms moeilijk te slikken. Maar wie zij daar ook weer dat aan de top geraken eenvoudiger was dan er te blijven ? Kim Clijsters en Justine Henin deden wat van hen verwacht kon worden, maar ook niet meer. Het perfecte tennis zat er bij beiden niet in. Kim, of moeten we team-Clijsters zeggen, kampte nog steeds met de naweeën van een uitputtende Amerikaanse tournee en alle gevolgen van dien voor haar schouder. Justine miste de helft van haar voorbereiding door een geblesseerde vinger. De services van beide jongedames lieten het iets te vaak afweten.

Dit onderdeel van het spel heeft, net als enkele jaren terug bij de mannelijke collega’s, veel aan belang gewonnen. Beiden kunnen dan ook op dit gebied nog heel wat progressie maken. De Limburgse door met een fitte schouder voluit te kunnen gaan voor die eerste bal en zo gemakkelijker het punt op te bouwen, de Waalse door er wat meer regelmaat ingepompt te krijgen. Om hiervoor de concentratie aan te scherpen heeft ze al ettelijke rituelen uitgetest, maar liet in het verleden haar tweede service het dikwijls afweten, nu was het haar eerste opslag die te wisselvallig was om echt pijn te doen.

Maar nogmaals, over dit overgangsjaar kunnen we eigenlijk alleen maar positief zijn. Clijsters speelde, meestal op halve kracht, halve finale in Australië. Henin deed hetzelfde op Wimbledon. Beide sterren behielden hun toppositie, verschalkten zelfs een Williams en wonnen enkele toernooien. Hier misten ze op een haar na de kwartfinales en moesten ze gewoonweg erkennen dat ook hun tegenstrevers geëvolueerd waren. Mauresmo heeft nog nooit met zoveel vertrouwen op de baan gestaan, en Hantuchova heeft zich op een jaar tijd ontwikkeld tot een potentiële topper.

De langbenige maar erg handige Tsjechische is een lust voor het oog. Niet alleen haar koele, Slavische uitstraling maar ook het technisch onderlegd tennis maakt van de blonde tiener een gewild marketingproduct. Met haar gedurfd, aanvallend tennis loopt ze af en toe nog wel een blauwtje op, maar evenveel keer laat ze haar tegenstanders alle kleuren van de regenboog zien. Een meisje om in het oog te houden.

Naast Serena Williams kon je dan weer helemaal niet kijken. De kleerkast in vrouwenkleren nam het begrip tenniskledij wel heel erg ruim en toverde verrassende kleurencombinaties en spannende setjes te voorschijn. Gelukkig goochelde ze af en toe ook met het racket en liet ze iedereen met verstomming achter. Serena, gespierder vind je ze niet, walste over alle tegenstand heen en verpletterde bekende namen als Hantuchova en Davenport. Zusje Venus liet af en toe een iets minder stevige indruk maar ook zij worstelde zich toch terug in de finale.

De Williams-dominantie werkt afstompend voor het publiek en frustrerend voor de rest van het circuit. Chanda Rubin en Amélie Mauresmo toonden even aan hoe je het best een Williams kunt aanpakken, maar moesten finaal toch inbinden. Ze lieten uiterst verzorgd benenspel zien om het geweld van de overkant te counteren, zelf probeerden ze boven op de baseline te spelen en naar het net op te rukken om het initiatief over te nemen. Deze factoren moeten jammer genoeg nog steeds gecombineerd gaan met een mindere dag van de twee besten van de wereld. Het was dit jaar de derde Grand Slamfinale waarin de twee zwarte panters tegenover elkaar stonden en de tweede opeenvolgende keer op de US Open. Veel hoop wordt nu gesteld op de uit de ziekenboeg teruggekeerde Davenport en Hingis.

Lindsay Davenport was vooral blij dat ze al weer dicht tegen de elite aanzat. Ze komt van heel ver – een zeven maanden durende revalidatie na een lastige kraakbeenoperatie -, maar heeft haar plaats aan de top verrassend vlot terug ingenomen. Misschien was haar loopvermogen nog niet honderd procent, maar dat is sowieso altijd haar mindere punt geweest en met haar shotselectie is ze toch zelf meestal degene die de lakens uitdeelt.

Martina Hingis kon minder verbergen dat ze nog wat achterstand weg te werken had. Tegen oude tante Seles was ze op geen enkel ogenblik in de wedstrijd en holde ze voortdurend achter de feiten aan. Met haar optreden in New York drukte Hingis dan toch blijkbaar de geruchten de kop in, die verspreid werden net voor haar enkeloperatie enkele maanden geleden. Artsen beweerden toen dat mogelijkerwijs het einde van haar carrière nabij was ten gevolge van het onaangepast schoeisel waarvan een Italiaanse kledijsponsor haar voorzien had. Deze laatste riposteerde hierop dat het veeleer een manier van de clan-Hingis was om onder haar contractbreuk uit te komen en zo een mogelijke schadevergoeding in het voordeel van de kledijfabrikant te ontlopen. Over een vroegtijdig afbreken van haar loopbaan wordt nu met geen woord meer gerept.

Nog meer strafrechterlijke zaken kon men becommentariëren met Leyton Hewitt. De Australiër was furieus toen hij hoorde dat de boete voor het weigeren van een interview was opgelopen tot 100.000 dollar, ofte de helft van zijn prijzengeld verdiend op het voorbereidingstoernooi van Indianapolis. Hewitt ging in beroep, noemde en passant de leiders van de ATP onnozele leugenaars en kreeg prompt gelijk. Zijn straf werd tot één tiende herleid. Het feit daargelaten dat het een belachelijk hoge strafmaat is voor het niet aanvaarden van een interviewaanvraag, blijft het toch wachten op de eerste speler rond de vijftigste plaats die het aandurft om zijn boete te betwisten…en die in het gelijk wordt gesteld.

Net als er naast was Hewitt ook op de baan weer helemaal zichzelf. Het benenspel van ‘de jongste nummer één van de wereld sinds Jimmy Conners‘ was bovenmenselijk, zijn basisslagen zaten muurvast en zijn passingshots waren accurater dan ooit. Tot aan de halve finale kon niemand hem een strobreed in de weg leggen, of het moest mooie jongen James Blake geweest zijn. In een heruitgave van de veelbesproken wedstrijd van één jaar geleden trok de blonde Australiër ook nu weer aan het kortste eind.

Een kopie van de finale van vorig jaar leek in de maak, maar dat was zonder de waard gerekend, een oude man van tweeëndertig. Andre Agassi speelde in de halve finale sprankelend tennis, zette de nummer één van de wereld constant onder druk, nam de bal sneller dan ooit tevoren en hield het hoofd een ietsje koeler op de belangrijke momenten. De echtgenoot van Steffi Graf was tot dan nooit echt getest geweest. Hij speelde in een andere klasse dan zijn opponenten. Het geheel was een illustratie van zijn uitstekende seizoen, al waren de Grand Slams voor zijn doen belabberd.

Voor miserabel tennis moest je tot voor de US Open bij een generatiegenoot van Agassi zijn : Pete Sampras. Verlies van respect en reputatie, trager, minder scherp waren woorden die door collega’s gebruikt werden. Pete Sampras was Jan Modaal geworden. Al beweerde hij bij hoog en bij laag dat hij er zou staan op Flushing Meadows, het werd afgedaan als de laatste stuiptrekking van een ooit glorieuze speler. Maar Pistol Pete hield woord en haalde scherp uit. Hij versloeg Rusedski in vijf sets en de volgende dag Haas in vier sets. Maar de grootste les deelde hij uit aan de jongen die qua hardcourttennis toch tot de besten van de klas behoort, Andy Roddick. De hernieuwde samenwerking met huistrainer Paul Annacone heeft toch die ene belangrijke vrucht afgeworpen : zelfvertrouwen. Sampras was er een heel jaar naar op zoek en hervond het in de reünie met de vroegere dubbelspeler, maar ook met het binnenstappen van het Arthur Ashe Stadium. Drie jaar op rij heeft hij al present getekend voor de finale. Een prestatie van uitzonderlijke kwaliteit, aangezien zijn seizoen tot nu als een annus horribilis gecatalogiseerd stond en de verwachtingen voor het toernooi zowat nihil waren. Maar van zodra hij weer die vertrouwde avondsessie mocht invullen, zag je de flitsende Sampras nog eens aan het werk. Twintig opeenvolgende wedstrijden is hij ongeslagen als de partijen onder kunstlicht worden voltrokken. Waarop wacht de US Open om de finale ’s avonds laat te programmeren ?

De organisatoren zaten trouwens flink met de handen in het haar. Zoveel regen was er lang niet meer gevallen in de buurt van the big apple, waardoor het schema met serieuze overbelasting te maken kreeg. De Yankees verwerkten dit probleem op hun manier door maar liefst 103 wedstrijden op één dag te plannen. Voor brave zielen Ferreira en El Aynaoui werd het licht pas om twee uur ’s nachts uitgedaan. Regionale toernooiorganisatoren worden met een scheef oog bekeken als de planning zoveel uitloopt, maar de US Open draait er zijn hand niet voor om.

Met de Brusselse Marokkaan kregen we toch nog een Belgisch tintje in de eindstrijd. Xavier Malisse was een beetje ongelukkig uitgeschakeld zonder echt de topprestatie neer te zetten die velen van hem misschien verwacht hadden. De druk was echter groot, getuige de stressaanval die hij weer te verwerken kreeg in de eerste ronde, en de tegenstand niet van de poes.

Maar de meest Belgische van alle buitenlandse tennissers vonden we toch terug in de halve finale. Sjeng Schalken groeide op aan de Maaskant en is karakterieel echt een jongen van bij ons. Je kan hem nooit op grootspraak betrappen, hij doet altijd en overal normaal en kan het hele tennisgebeuren uitstekend relativeren. Met het verlies van één broer en een andere met een mentale handicap weet hij maar al te goed dat het leven uit meer bestaat dan tennis alleen. Zonder ophef te maken heeft hij toch reeds zeven toernooioverwinningen achter zijn naam staan en is hij opgeklommen tot de twintigste stek op de wereldranglijst. Zijn gebrek aan uitstraling is dan misschien ook zijn grootste minpunt. Stoïcijnse Sjeng komt op de baan nogal harkerig over, maar beschikt ontegensprekelijk over een compleet slagenarsenaal. Gevormd in dezelfde school als Eltingh en Haarhuis werd zijn tennis misschien van alle frivoliteit ontdaan, maar daarvoor in de plaats kreeg hij uren en uren degelijkheid geïnjecteerd. Geruisloos is hij dit jaar bezig aan zijn beste seizoen sinds zijn profdebuut, met een gesmaakte kwartfinale op Wimbledon tegen Leyton Hewitt als tussenspurt en de volledige ontbolstering in New York.

De skyline van Manhattan heeft een grondige metamorfose ondergaan, maar het tennistoernooi leek bijna een perfecte reproductie van vorig jaar. De dames waren op het appèl verwacht, maar oude vossen Sampras en Agassi waren dan weer een beetje de vreemde eenden in de bijt. De Amerikanen hebben er niet om gerouwd en genoten met volle teugen van deze patriottische editie. Zo was op het tennisterrein de wereldhiërarchie toch al hersteld.

door Filip Dewulf

De Amerikanen genoten met volle teugen van deze patriottische editie van de US Open.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content