Op zaterdag 29 juni ontvangt Knokke voor de twintigste keer Anderlecht. ‘De band met Anderlecht is beter dan die met buur Club Brugge’, zegt erevoorzitter Guido Demey.

Al jaren wordt Knokke geassocieerd met de beau monde, de grandeur van de Lippenslaan en de bevestiging zoekende blikken op de ‘Place m’as-tu vu’. In schil contrast staat het met de anonimiteit waarin Royal Knokke Football Club – 108 jaar oud – zijn wedstrijden afwerkt. Toch mag de pas naar eerste provinciale gepromoveerde club zich op de borst kloppen: voor de twintigste keer organiseert het de druk bijgewoonde oefenwedstrijd tegen het grote Anderlecht. Op het indrukwekkende domein – modern sportcentrum De Stormmeeuw met aanpalende tennispleinen – haalt een aantal prominenten van de club in de loungekantine herinneringen op: pr-manager Erik Hollé, supporter sinds jaar en dag Alfons Damman, secretaris Roland Honge-naert, erevoorzitter Guido Demey en ten slotte assistent-trainer en ex-speler Eddy Seys.

Dank aan Jurion

Puur geografisch bekeken is het moeilijk te begrijpen dat Anderlecht naar het verre Knokke afzakt om even een vriendschappelijke wedstrijd te spelen. Beide clubs liggen exact 106 kilometer van elkaar verwijderd, terwijl buur Club Brugge op amper 23 kilometer ligt. “Maar de band met Club Brugge is bijlange zo goed niet als met Anderlecht”, verklaart erevoorzitter Demey, die tot vorig jaar 26 jaar lang clubvoorzitter was. “Ik ben er enorm trots op dat ik destijds paars-wit naar hier heb kunnen halen.Al heb ik daarbij wel de hulp gekregen van Jef Jurion. Hij fungeerde als tussenpersoon toen Michel Verschueren in Knokke een appartement wou kopen waarvan ik bouwpromotor was. Jurion, die hier al lang woont, vroeg daarop of Michel het zag zitten om jaarlijks een oefenwedstrijd te spelen tegen Knokke. Zo is de traditie eigenlijk ontstaan.”

Vorig jaar nam Club de plaats in van Anderlecht, omdat John Van den Brom de oefenpot niet zag zitten in zijn aanloop naar de Champions League. Dit jaar is paars-wit weer gast in de badstad, waar ook voorzitter Roger Vanden Stock een woning heeft. “Ook de naam Knokke speelt mee”, denkt fan Alfons Damman. “Voor pakweg Westkapelle zou dat niet zo evident zijn.”

Negentig procent van het aanwezige publiek is supporter van Anderlecht. En die komen van overal. “Zo is er een supporter van Anderlecht die in het Franse Lille woont. Die komt altijd met de trein naar de wedstrijd. Nu ja, eigenlijk ziet hij maar één helft, want als de aftrap om 18 uur gegeven wordt, heeft hij na afloop geen trein meer naar huis. Gelukkig voor hem start de match nu om 16 uur”, lacht Alfons Damman.

Zo’n oefenwedstrijd tegen paars-wit – gemiddeld worden er 30 vaten bier getapt – is natuurlijk hét uithangbord bij uitstek voor Knokke. Bovendien is het financieel interessant voor beide clubs. Toch? “De recette van de opkomst verdelen we eerlijk onder elkaar”, weet secretaris Roland Hongenaert. Opvallend: de eersteklasser eist geen financiële tegemoetkoming. Hongenaert: “Club Brugge eist wel een tegemoetkoming. Die vroegen ooit 15.000 euro. Dat kunnen wij ons niet veroorloven. Maar Anderlecht bewijst ons elk jaar een vriendendienst.”

En niet alleen financieel komt paars-wit zijn beloftes na, ook sportief. De club komt telkens met haar sterkste kern. Demey: “Op één jaar na, in 1998 na het WK, zijn ze altijd met hun grootste sterren gekomen. We hebben ooit eens eind jaren 90 tegen het Anderlecht van Johan Boskamp 1-1 gelijkgespeeld. Marc Degryse stond toen in de spits en ging enkele keren alleen op onze doelman Yves Strubbe af, maar kon niet scoren. Strubbe was fenomenaal die dag. Bijna twee meter groot, maar toch lag hij telkens snel op de grond, vergelijkbaar met Thibaut Courtois. Intrinsiek kon hij zeker eerste klasse aan, maar hij had een broertje dood aan trainen.”

Een en ander doet secretaris Hongenaert denken aan nog een opmerkelijke editie. “Die van 2006, toen Anderlecht naar hier kwam met Mbark Boussoufa, Lucas Biglia en Nicolás Frutos. Dat was de topwedstrijd van de voorbije jaren. Zoveel volk heb ik hier nog nooit gezien: 3000 man. Ze zagen Anderlecht met 0-5 winnen.”

Ook de taferelen na de wedstrijd in het jaar 2010 herinnert Hongenaert zich nog levendig. “Romelu Lukaku moest toen onder begeleiding van de stewards van de kleedkamer naar de bus worden gebracht. Honderden jonge meisjes werden hysterisch wanneer ze hem zagen.”

De hond van Wasyl

Zien de spelers van Anderlecht zo’n oefenwedstrijd niet vaak als een verplicht nummertje? “Absoluut niet. De mentaliteit van die jongens is fenomenaal”, zegt Demey. “Neem nu Olivier Deschacht. Echt een superkerel! Neemt altijd de tijd voor een handtekening of een foto. Bovendien heeft hij een snelle madam (ex-miss België Annelien Coorevits, nvdr). Die mag altijd meekomen, hoor.” (algemene hilariteit)

Maar Deschacht is niet de enige met een voorbeeldige mentaliteit, zo blijkt. Damman herinnert zich nog een hilarisch moment, vier jaar geleden. “Opeens kwam er een hond het veld opgelopen. Raad eens wie die hond hoogstpersoonlijk van het veld begeleidde? Marcin Wasilewski. Die is zoals hij voetbalt: van niets of niemand bang!”

DOOR MIKE LOIODICE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier