In de verdediging van Anderlecht staat een zelfverzekerde Fin. Hannu Tihinen : ‘Ik wil een leider zijn, iemand die veel praat op het veld.’

Hij voetbalt nog maar enkele weken bij Anderlecht, maar het lijkt wel of hij er al jaren speelt. Hannu Tihinen (26) is als sterkhouder al niet meer weg te denken in de verdediging van Anderlecht. De stijlvolle Fin kende nauwelijks aanpassingsproblemen, ook niet naast het veld. Met gevoel voor (droge) humor beantwoordt hij elke vraag, kort maar krachtig. Waar Kemi precies ligt ? “Dicht tegen de poolcirkel. Ik ken de kerstman dan ook heel goed.”

Hoe komt iemand er in Kemi, in ‘het hoge Noorden’, in godsnaam bij om te gaan voetballen. IJshockeyspelers of rallypiloten, ja, maar voetballers ?

Hannu Tihinen : Vreemd genoeg bouwden ze in Kemi eerder een voetbalzaal dan een ijshockeyhal. Waarschijnlijk komt het daardoor dat ik begon te voetballen. In Finland zijn er trouwens heel wat indoor voetbalhallen, omdat het in de winter buiten veel te koud is. IJshockey heb ik nooit gespeeld, hoewel ik, zoals alle Finnen zeker, wel behoorlijk kan schaatsen.

Martin Kolar speelde wel ijshockey, maar hij vertelde ons dat hij niet voldoende ‘body’ had om het in die sport te maken. Daar ondervind jij minder problemen mee.

( Glimlacht) Ik ben alleszins meer als een ijshockeyspeler gebouwd dan Martin, maar ondanks het feit dat ijshockey al jaren de populairste sport is in Finland, ben ik er nooit echt in geïnteresseerd geweest. Voetbal maakt de laatste jaren bij ons overigens heel wat terrein goed qua populariteit.

Tot je twintigste voetbalde je in Kemi voor Keps. Wat voor club is Keps ?

In Finland heb je de Premier League, First Division en Second Division. Wij speelden in de First Division. Ik voetbalde er vanaf mijn negende bij de jeugd en op mijn zestiende stond ik in de eerste ploeg. In de fysiek zware First Division leerde ik vooral af te zien.

Heb je altijd in de verdediging gestaan ?

Nee, de eerste jaren speelde ik als spits. Nadien verhuisde ik naar het middenveld, tot ik in de eerste ploeg terechtkwam en ik alleen nog in de verdediging gebruikt werd.

De volgende stap is tussen de palen plaatsnemen.

Misschien over tien of twaalf jaar. Achtendertig lijkt mij een mooie leeftijd voor een keeper, kijk maar naar Filip ( lacht).

Maakt het feit dat je vaak indoor hebt gespeeld een andere voetballer van jou ?

Goh, ik weet niet. De ondergrond in de zalen was vaak verschillend. Soms speelden we op kunstgras, maar in Kemi, bijvoorbeeld, speelden we op zand. Weinige spelers riskeerden het om daarop een sliding uit te voeren, alleen degenen die hard genoeg waren.

Was jij hard genoeg ?

I was tough enough.

Op je twintigste vervulde je gedurende negen maanden je legerplicht in Lahti. Heeft die periode je nog meer gehard ?

Ik kende het geluk dat ik naar the sports army kon. Daarvoor moest je uiteraard in de eerste plaats uitblinken in een bepaalde sportdiscipline, maar je moest ook een soort intelligentietests afleggen. In mijn lichting was ik de enige die uit het noorden kwam. De meeste spelers voetbalden in Helsinki.

Je staakte je studies toen je naar Lahti trok. Je wou absoluut een profcarrière uitbouwen ?

Met dat idee liep ik toch al een aantal jaren rond. Ik was nog maar een jonge knaap en ik stond al in het basiselftal van een ploeg uit de First Divison. Dus dacht ik wel dat er nog meer in zat.

Wat al snel bleek : in 1997 vond je onderdak bij HJK Helsinki, de grootste club van het land.

Dat klopt, HJK is het Anderlecht van Finland, maar die vergelijking gaat natuurlijk niet helemaal op omdat voetbal hier een grotere traditie heeft. Maar, zoals ik daarnet al zei, neemt ook bij ons de interesse voor het voetbal toe. Omdat er meer en meer Finnen in het buitenland spelen, krijgt bijvoorbeeld ook de Engelse Premier League heel wat aandacht. Jammer is dan weer wel dat het niveau van de Finse competitie niet echt hoog ligt, omdat de beste spelers al vroeg naar het buitenland trekken. Je kan bij ons goed geld verdienen als voetballer, maar niet zoveel als in de traditionele voetballanden.

In je tweede seizoen in Helsinki, in 1998, haalden jullie de Champions League, wat voor een nooit geziene publiek opkomst zorgde.

In de Finse competitie zaten er gemiddeld 3000 toeschouwers in ons stadion. Tegen Kaiserslautern speelden we voor meer dan 20.000 fans. Voor het eerst mocht een Finse ploeg proeven van de Champions League en dat bracht mensen van over het hele land op de been.

De Zweed Peter Larsson, die in Italië speelde, werd ’the Mountain’ genoemd omdat hij een rots in de branding was. Jij stond in Finland bekend als ’the Iron Mountain’. Waaraan had je die bijnaam te danken ?

Bij mij voegden ze er Iron aan toe. Misschien stond ik nog iets steviger op mijn benen ( grijnst). Nee, serieus : de fans van HJK noemden me zo, wegens mijn manier van spelen, zeker.

Van een topteam in Finland verhuisde je naar een middenmoter in Noorwegen, Viking Stavanger, dat als achtste de vorige competitie had beëindigd. Het lijkt niet echt een stap voorwaarts.

Toch was het een goeie keuze. Ik sprak met verscheidene landgenoten die in Noorwegen speelden of hadden gespeeld en zij konden me Viking Stavanger ten zeerste aanraden. Ik hoorde ook niets dan goeds over de trainer, Benny Lennartson. Het niveau van Stavanger lag in elk geval hoger dan dat van eender welke ploeg in Finland, de trainingsintensiteit ook.

Zijn Finnen lui misschien ?

( Lacht) Nee, zeker niet. In Kemi werd het in de zomer gedurende twee weken niet donker – de midzomernacht, weet je wel. ( Zonder een spier te vertrekken :) Omdat we door het licht niet konden slapen, trainden we vierentwintig uur per dag.

Je was een erg populaire speler in Stavanger. Je vertelde ons eerder al dat de supporters zelfs weenden na je laatste wedstrijd.

Sommige toch, ja ( lacht). Ik kende er een heel mooie tijd. We werden twee keer derde in de competitie en speelden twee bekerfinales.

In de eerste bekerfinale, twee jaar geleden, ontmoetten jullie Odd-Grenland. Heb je daar geen bijzondere herinneringen aan ?

Vraag me misschien beter naar de bekerfinale van vorig jaar. Ik herinner me die vorige niet zo goed meer ( grijnst).

Even helpen, misschien ? De gelijkmaker voor Odd-Grenland, dat uiteindelijk met 2-1 won, werd gescoord door ene Hannu Tihinen, in eigen doel…

Jullie lezen te veel, vind ik ( grijnst). Het ging niet om een afgeweken bal, zoals bij die goal van Goots, wel om een bal die ik in de loop wou ontzetten maar die nogal ongelukkig op mijn voet terechtkwam. Ik heb toen bij mezelf gezegd : volgend jaar winnen we en scoor ik in het juiste doel. En dat is me nog gelukt ook. We wonnen met 3-0 tegen Bryne, dat slechts op zo’n 30 kilometer van Stavanger ligt, en ik maakte het derde doelpunt. De supporters van beide ploegen kwamen in grote getale naar Oslo afgezakt, want aan de Cup Final wordt in Noorwegen veel aandacht besteed, een beetje zoals in Engeland.

Engeland werd ook jouw volgende halte. Je voetbalde drie maanden op huurbasis voor West Ham United, maar het kwam niet tot een definitieve overgang. Waarom niet ?

Viking Stavanger vroeg heel veel geld en West Ham wilde dat niet betalen, zo simpel was dat. De club wilde me nochtans graag een contract aanbieden, maar niet tegen elke prijs. Hoeveel Stavanger vroeg weet ik niet precies, zo’n 3 miljoen pond (5 miljoen euro), geloof ik. Vervelend was vooral dat ik tot op de laatste dag in Londen niet wist waar ik de dag nadien zou spelen. Zou ik in Londen kunnen blijven of moest ik terugkeren naar Stavanger ? Ik had er het gissen naar. Het voelde wel vreemd aan om de ene week in de Premier League aan te treden en de volgende ineens in de voorbereiding op de Noorse competitie te zitten. Ja, het was wel frustrerend om terug te moeten. De eerste maand had ik het er knap lastig mee, maar vanaf het moment dat de competitie opnieuw begon, kon ik me er makkelijker bij neerleggen. Ik sprak mezelf moed in : ooit lukt het me weer om in een topcompetitie te spelen.

Je kreeg die kans al snel. In het tussenseizoen hengelde een aantal Engelse clubs naar jouw diensten en ook Leverkusen toonde interesse.

Vorige winter al voetbalde ik bijna voor Bayer Leverkusen. De clubs waren het eens over het transferbedrag, maar om de een of de andere reden ging het uiteindelijk niet door. Na het seizoen waren er opnieuw contacten, en inderdaad ook met enkele Engelse clubs.

En toch koos je voor Anderlecht.

Ik informeerde me bij een paar mensen, waaronder Juha Reini ( ex-RC Genk, nvdr), over Anderlecht en kwam aan de weet dat het een grote club is met een rijke historie. De club maakte ook een erg goede indruk op mij, dus…

Toen je hier net getekend had, zei je : ‘De stap zal voor mij niet zo groot zijn, maar groot genoeg om beter te worden.’ Sta je nog achter die uitspraak ?

Ik wilde een volgende stap in mijn carrière zetten en ik ervaar in elk geval dat ik bij Anderlecht een betere speler kan worden. Daarvoor is deze stap groot genoeg.

Vele waarnemers verbazen zich erover dat je je zo snel aanpaste. Heel dikwijls hebben nieuwkomers in Anderlecht daar maanden voor nodig. Na een of twee wedstrijden leek het alsof jij al jaren hier voetbalt. Was je zelf ook verrast dat het zo gemakkelijk ging ?

Nee, I’m never surprised. Ik voetbal ondertussen toch al wat jaartjes en zoveel verschillen bestaan er nu ook weer niet tussen het voetbal hier en in Noorwegen. Bovendien weet ik me hier omringd door heel goeie spelers, dat helpt ook. Van Glen De Boeck steek ik bijvoorbeeld erg veel op. Ik hou van zijn spelstijl : hij leest het spel erg goed en kan er aanvallend gevaarlijk uitkomen.

Wat vind je van het voetbal dat Anderlecht momenteel op de mat brengt ?

We kenden goeie momenten, maar konden zelden negentig minuten goed voetbal brengen. We moeten wat meer als een team spelen. De linies moeten beter aansluiten, we moeten compacter voetballen.

Naar het beeld van ploegen in Scandinavië, bijvoorbeeld, die meer gedisciplineerd voetballen ? Met z’n allen verdedigen, met z’n allen aanvallen, op de manier waarop Trond Sollied Club Brugge doet spelen.

De meeste Scandinavische ploegen beschikken niet over dezelfde technische bagage als hier en zijn dus wel verplicht om meer discipline aan de dag te leggen als ze resultaten willen boeken. Voor elkaar werken zit ook altijd in the Scandinavian mind.

Na de wedstrijd tegen Antwerp sprak Glen De Boeck over een gebrek aan gretigheid.

Antwerp speelde inderdaad een stuk agressiever dan wij. We speelden de bal te gemakkelijk kwijt.

De Boeck zei ook : ‘Je speelt zoals je traint’, waarmee hij doelde op het gebrek aan strijdlust van enkele spelers. Merk jij dat ook ?

Concentreer je je niet voldoende op training, dan lukt het ook niet in de match. Maar ik kan niet uitmaken of anderen al dan niet voluit gaan.

Je werd bij Anderlecht gehaald door Aimé Anthuenis. Clayton Zane zei ons : ‘Zoals bij wel meer spelers die door hem gehaald werden, zorgt de trainerswissel voor wat onzekerheid.’ Gold dat ook voor jou ?

Ik kende de vorige trainer niet zo goed, kwam gewoon naar hier met de gedachte dat ik er alles aan zou doen om te slagen. Van onzekerheid had ik dus geen last.

Het valt ook op met welke zelfzekerheid je staat te voetballen. De autoriteit die je uitstraalt, vanwaar komt die ? Heb je die altijd al gehad ?

Eigenlijk wel. Zelfvertrouwen is een belangrijke eigenschap voor een voetballer, maar vanwaar het komt, kan ik niet uitleggen. Die vraag is te moeilijk voor mij.

Sorry.

No problem.

In tegenstelling tot je voorganger en concurrent op die positie, Olivier Doll, ben je geen verzamelaar van gele kaarten. Je vertelde ons in juni al over spelen met ‘smart style’. Je zei : ‘Na enkele wedstrijden mogen jullie me vragen of dat in België ook lukt.’ Het lijkt goed te lukken, niet ?

Door goed positie te kiezen, kan je ook een bal afpakken zonder een tegenstander in twee te breken. Het doet me plezier dat ik hier ook op die manier kan voetballen. Het voetbal in België is zoals ik het verwacht had : toch een stuk technischer dan in Scandinavië.

Volgens scout Peter Ressel ben je een leidersfiguur. Heb je je al in die zin geprofileerd in de ploeg ?

Je hebt verschillende soorten leiders. Ik zou graag één soort leider zijn, namelijk iemand die veel praat op het veld en bijstuurt. Ik moet wat dat betreft zeker nog groeien. Elkaar coachen is erg belangrijk.

Voor het seizoen zei je dat je zo snel mogelijk de taal wilde leren. ‘Op een half seizoen moet ik Frans kunnen.’ Comment ça va ?

Ca va bien, merci. Et toi, ça va ?Je suis footballeur à Anderlecht, j’habite à Uccle. Ik zou ook heel graag Nederlands leren. Doordat ik in Noorwegen speelde, kan ik me behoorlijk uitdrukken in het Noors. Hier krijg ik de kans om twee nieuwe talen te leren. Dat vind ik een van de voorrechten van het voetballersbestaan.

Bevalt het leven in Brussel je ? Het moet hoe dan ook een grote aanpassing zijn voor iemand die jarenlang in het bosrijke noorden heeft geleefd.

Ik woon hier gelukkig vlak bij een groot park, daar vertoef ik dan ook graag en vaak. Ik heb al even in Londen gewoond en wist dus hoe het voelde om in een grote stad te wonen. De verkeerschaos in Londen is nog een stuk groter dan in Brussel.

Tot slot een vraag over de Finse nationale ploeg. Jullie waren nog nooit op een groot toernooi aanwezig en namen deze keer opnieuw een slechte start, 0-2-verlies tegen Wales. Hoe zie jij de EK-kansen voor Finland ?

Omdat alle basisspelers in het buitenland voetballen, waren de verwachtingen hooggespannen. We zitten in een zware poule met Italië en Joegoslavië en daarom was het belang van de thuiswedstrijd tegen Wales groot. We stelden zwaar teleur, zoals we twee weken voordien ook al met 0-3 de boot ingingen tegen Ierland. We krijgen nu behoorlijk wat kritiek, maar ondanks de moeilijke poule geloof ik nog in onze kansen.

door Bruno Govers en Roel Van den broeck

‘Zelfvertrouwen is een belangrijke eigenschap voor een voetballer.’

‘Door goed positie te kiezen, kan je ook een bal afpakken zonder een tegenstander in twee te breken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content