De Gentse Feesten zijn voorbij, tijd voor ernst en hard werk. Wat zijn de klemtonen die landskampioen AA Gent wil leggen? Ivan De Witte, voorzitter van AA Gent, was vorige week te gast op onze redactie en verduidelijkt.

Ergens op deze aardbol, op een van de zeven wereldzeeën, vaart een containerschip dat werd omgedoopt tot de Buffalo Hunter. Een mastodont, varend onder de vlag van Hong Kong. Lengte: 294 meter, breedte 32. Vorige week via Egypte, Gibraltar en Gran Canaria onderweg naar New York. Een gigant, met op de boeg de kop van… de Gentse Buffalo. Het schip is in handen van Belgische reders die blauw-wit genegen zijn.

En nog ergens op deze aardbol, in een van de straten van Gent, rijdt een blauw-witte Smart in de clubkleuren van wat ze in Frankrijk nog steeds de Gantoise noemen.

Twee beelden die Ivan De Witte, voorzitter van AA Gent, graag zou koppelen, laat hij zich halverwege het interview ontvallen. De Smart naast de tanker, klein naast groot, allemaal Buffalo. Hij glimlacht.

Over vier jaar, zo opent hij bij zijn bezoek, stopt hij ermee als opper-Buffalo. ‘Ik ben dan twintig jaar voorzitter, dat is een mooie termijn. Ik vind dat je niet aan een stoel gelijmd moet blijven zitten.’ Maar, zo nuanceert hij direct: ‘Je werk moet je afwerken. En dat werk is nog niet af. De titel is wat vroeger gekomen dan gepland. Binnen de vijf jaar na het betrekken van het nieuwe stadion, had ik beloofd. Het lukte al binnen de twee jaar. Daarom zeg ik nu, maar lees dit als boutade: binnen de drie jaar wil ik nog eens kampioen worden.’

Heeft het voorzitterschap u veranderd?

IVAN DE WITTE: ‘Dat zal wel. (denkt even na) Ik denk dat ik als persoon een evolutie kende. Van nature ben ik iemand die een project kan trekken. Dat komt wel terug in mijn hele carrière. Bij AA Gent, Sidmar, in mijn bedrijf, de Pro League… In het voetbal, zeker bij een club, kijkt de jury wel dagelijks toe. Nationaal en nu ook al een heel klein beetje internationaal, ik merk dat aan de weerklank van de titel in het buitenland, de interviewaanvragen,… Vergeleken met het bedrijfsleven is de jury meer onverbiddelijk. Wij waren vroeger niet altijd een sympathieke club. Het stadion, maar ook onze eigen opstelling heeft dat veranderd. Ik denk dat ik vroeger wel eens in de ring ging staan. Michel (Louwagie, nvdr) ook. Nu niet meer. Dat zijn heel bewuste keuzes.’

Het was even pijnlijk hoe u absoluut Michel Louwagie wilde betrekken bij de viering na de titel, maar een deel van het publiek dat absoluut niet smaakte.

DE WITTE: ‘Daar schrok ik van, anders had ik het hem niet gevraagd. Hij ook. Hij was er niet goed van, denk ik, maar gelukkig heeft hij een groot incasseringsvermogen. Michel en ik, wij hebben equivalente verdiensten in dit verhaal. Hij heeft natuurlijk een ondankbare functie. The good and the bad. Wij weten onder mekaar hoe we dat verdelen, in onderhandelingen. Hij zegt tot het einde neen, en dan kom ik en zeg: kom, we geven dit of dat toe. In de perceptie van de betrokkenen blijft dat hangen. Maar Michel is van onschatbare waarde voor de club en hij verdient alle respect voor zijn toegevoegde waarde en onverdroten inzet.’

JEUGD

Hoe verliep uw jeugd?

DE WITTE: ‘Mijn moeder deed de beenhouwerij in een klein dorpje, Moortsele, vlakbij Scheldewindeke. Mijn vader had daarnaast een groothandel in vlees. Hij ging dieren kiezen, slachten, versnijden en verdelen. Hij bediende beenhouwerijen in de omgeving en ook al wat Wallonië. Merkwaardig in die tijd: twee keer per week naar Wallonië. In dat milieu groeide ik op, met ouders die gigantisch hard werkten en niet zoveel tijd hadden. Ik ben dan ook snel op internaat gegaan, eerst in Bottelare, later in Gent op het Sint-Lievenscollege. Nadien studeerde ik psychologie aan de universiteit van Gent.’

Hard werken, maar ook ambitie, niet onder de kerktoren blijven.

DE WITTE: (knikt) ‘Dat zit daar allemaal een beetje in. Aan expansie denken, niet ingedijkt zitten, vernieuwen, ondernemen,…’

U was op sportief vlak een spurter.

DE WITTE: ‘Ja. Merkwaardig. Ik nam deel aan kleine competities, was lid van Ajax Gent, samen met de vroegere rector van de Gentse universiteit Paul Van Cauwenberghe. Op een bepaald moment werd er een competitie georganiseerd op het voetbalveld van Moortsele en liet ik een fantastische tijd – 10.30 op de 100 meter – noteren waarvan ik nog altijd denk dat die niet juist was. Paul zegt vandaag nog dat het fenomenaal was.’

Hebt u er een voorliefde voor snelle voetballers aan overgehouden?

DE WITTE: ‘Ik heb een voorliefde voor spelers met een toegevoegde waarde. Snelheid is een zeer belangrijke parameter, maar inzicht, techniek en inspanningscapaciteit zijn belangrijker.’

In welk stadium doet u als voorzitter uw intrede in een transfer?

DE WITTE: ‘Ik ben behoorlijk zwaar aanwezig bij het bepalen van de posities. Als discussies bezig zijn, gaat het dikwijls over spelers en in mijn ogen te weinig over posities. Een zes is niet in elk systeem hetzelfde. Bij dat uitfilteren ben ik erbij, al wordt dat uiteraard voor een groot stuk bepaald door de trainer. Dan is er een gans gebeuren van zoeken en uitvoeren, waar ik niet bij betrokken ben. In de eindfase kom ik terug, als er twee, drie kandidaten naar voren worden geschoven. En Michel doet de onderhandelingen.’

Zegt u dan soms neen?

DE WITTE: ‘Dat gebeurt. Twee weken geleden nog. Ik ga daarbij meestal voort op informatie, of een voorgeschiedenis. Als een speler in drie jaar tijd vaak wisselde van club, zal ik snel neen zeggen, ook al beantwoordt hij soms aan andere criteria.’

AA Gent trok de voorbije jaren soms speciale karakters aan. Jongens die niet per se in het rijtje liepen, maar wel het verschil maakten. Wat moet doorwegen: talent of karakter?

DE WITTE: ‘U vergeet een derde factor: in welke fase bevindt je club zich? Wij hebben een tijdje niet de luxe gehad om te zeggen dat hij het verschil moet kunnen maken én passen in de cultuur. Die luxe hebben we nu steeds meer. Dat soort spelers zouden we nu niet meer halen of alleen uitzonderlijk.’

STADSFEEST

U hebt nu gekozen voor continuïteit. Twee interessante transferaanbiedingen liet u liggen. Anderzijds: het rijtje nieuwkomers is bescheiden. Vindt u dat als transferbeleid ambitieus genoeg voor een ploeg die straks 18 miljoen euro krijgt voor deelname aan de Champions League en start met het grootste budget van België?

DE WITTE: ‘Het is geen 18 miljoen. De UEFA- bijdrage moet nog definitief vastgelegd worden. En het is wellicht eenmalig! Het zal nog moeten blijken of dat duurzaam is. Daarvoor moet je opnieuw kampioen spelen. Dat kan, maar het is dit jaar niet onze ambitie. Anderlecht wil kampioen worden, Club Brugge moet, en wij kunnen. Nu, de transferperiode loopt nog even. Twee posities zijn nog niet afdoende ingevuld. Dat komt nog, eentje zelfs vrij snel (De Witte doelt op een linksvoetige centrale verdediger, nvdr)…’

In hoeverre was er in de slotfase van de titelstrijd nog angst dat het alsnog zou mislopen? Half mei zei u nog: het zal niet voor ons zijn.

DE WITTE: ‘Laat ons de feiten bekijken. We scoren drie minuten voor tijd op Club en ’s avonds verliest Anderlecht thuis twee punten tegen Standard. Plots stond de deur open. Tot dan heb ik altijd gedacht dat het nog niet voor ons was. Zelfs de dag van de wedstrijd tegen Standard was ik nog bang dat spelers zouden worden bevangen door stress en faalangst. Vandaar dat ik niet kon kijken naar de 2-0 van Neto op strafschop. Je bent al bezig sinds 1999 en dan komt er zo’n breekpunt. Dat wilde ik echt niet zien.’

Had u verwacht dat het feest zoveel zou losmaken?

DE WITTE: ‘Niemand had dat verwacht, denk ik. We schatten dat er zo’n 40.000 mensen op die bootjes af zouden komen. Het werd het drievoudige.’

Hebt u achteraf uw trainer bedankt, dat hij zo doorduwde voor een viering in de stad?

DE WITTE: ‘Ja, ja. Eigenlijk wilden wij dat ook, maar de stadsdiensten vonden een feest in het stadion makkelijker controleerbaar. Als club hebben we met de stad zo’n goeie samenwerking dat we die niet op de helling wilden zetten. Maar Hein sprak me telkens weer aan, in totaal drie keer. De eerste twee keer hield ik de boot nog af, maar Hein duwde door. Daarop heb ik de burgemeester gecontacteerd. Die wilde mee, maar zei: ‘Op vrijdag nog de politie contacteren voor een viering zondag? Ik durf dat echt niet vragen, maar misschien wil jij bellen?’ De politie liet een gaatje. Het hoogst haalbare toen was een vergadering op zaterdagvoormiddag, met alle diensten, en een burgemeester die, hoewel hij elders bezig was, toch zeer aanwezig was en om het uur belde voor een stand van zaken… Tegen de middag kwam hij zelf langs en werd groen licht gegeven. Gelukkig is Gent zeer goed gestructureerd door de Gentse Feesten, anders was het nooit gelukt.’

Hebt u het geluksgevoel van de Gentse bevolking verhoogd?

DE WITTE: ‘Eerder het fierheidsgevoel, u moet ook niet overdrijven.’

EEN MOOIE VROUW

Uiteindelijk is de aanwerving van Hein Vanhaezebrouck cruciaal geweest, zowel voor de viering als voor de titel. Was u vroeger ook niet een tikkeltje boos op hem, omdat hij twee keer neen zei?

DE WITTE: ‘Neen, al is dat niet geestig. Dat is zoals een mooie vrouw die u aanvankelijk afwijst, ook dat is niet geestig.’

Twee keer zelfs.

DE WITTE: ‘Mijn vrouw heeft dat ook twee keer gedaan.’ (lacht)

Waarom was u zo gecharmeerd door hem?

DE WITTE: ‘Ten eerste door zijn parcours, het moment bij Genk heb ik nooit in overweging genomen. Ik heb me gefocust op Kortrijk en dat was toch wel iets. Ten tweede: in de gesprekken heeft die man ons – Michel en mij – overtuigd met een plan om u tegen te zeggen. De samenstelling van de groep, het mentale. Niet te veel nationaliteiten van dezelfde origine, omdat die anders een subgroep vormen…’

En binnen een subgroep de helft laten spelen, zodat die de rest meetrekken.

DE WITTE: ‘Inderdaad. Hein denkt over heel veel dingen na: het spelsysteem, de consequenties van je keuzes,… Ons eerste gesprek duurde een uur of drie, en daarna waren er nog twee. We moesten na twee jaar absoluut juist zitten, dat wisten we zeer goed. Trond Sollied was ook een systeemdenker, maar Hein gaat verder, naar speler, mens, het belang van psychologie, de mentaliteit…’

De psychologe kwam er op uw aanraden.

DE WITTE: ‘Na samenspraak. Het medische is vandaag goed, maar in het psychologische ligt nog een veld van mogelijkheden.’

Hoe vaak zien jullie mekaar?

DE WITTE: ‘Een keer per week. Gestructureerd, elke maandag of dinsdag gedurende een uur of drie. Meestal bij een etentje. Ik deed dat ook bij de andere trainers.’

Werd daar doorgesproken dat de spelersgroep best eens geprikkeld kon worden?

DE WITTE: ‘Hij heeft ons geïnformeerd, maar er is geen tijdstip afgesproken of toestemming voor gevraagd. Hein is totaal onafhankelijk in wat hij doet en hoe hij dat doet. Hij wil het feestgedruis uit alle hoofden halen. Van iedereen, niet alleen van de spelers. Dat duurt een tijdje, maar volgens mij zijn we er nu uit.’

Hij heeft het soms moeilijk om lastige beslissingen te communiceren, hoe zelfverzekerd hij ook lijkt. Is dat niet vreemd?

DE WITTE: ‘Hein draagt zorg voor zijn groep en zal maximaal loyaal zijn. De figuur zijn waar ze bij terecht kunnen. Dat zal hij zelden in gevaar brengen. Een trainer moet voor 80 procent de last resort zijn. Als die bij mij begint te liggen, of bij Michel, is dat niet goed. Sollied was op dat vlak wat losser. Dat kan, als de machine draait. Draait ze niet, dan wordt het problematisch.’

STAD

RC Genk heeft ook een periode van succes gehad en is daarna teruggevallen. Is dat ook uw zorg, of is dit een ander verhaal?

DE WITTE: ‘Ik denk het laatste. De grote variabele is de stad. Die is van een andere dimensie, waardoor het een ander verhaal zou moeten zijn. De uitdaging is dat te realiseren. Genk is een mooi verhaal in een omgeving van 70 tot 80.000 mensen. Gent is een stad van 250.000 inwoners, met iets meer financiële mogelijkheden. De tweede grootste stad van het land, na Antwerpen.’

U bent een mooie bruid.

DE WITTE: ‘De vraag kwam, via een tussenfiguur, of AA Gent te koop was. Neen dus. Ik hecht belang aan de binding tussen biotoop en club. Het is geen toeval dat voetbal wordt gespeeld, tussen steden. Zaragoza, Reims, Barcelona, enz. In het wielrennen wordt de koepel gevormd door sponsors, in het voetbal niet. Dat geeft aan dat er een binding is tussen club en omgeving. Het in handen geven van andere eigenaars, nationaal of internationaal, beïnvloedt toch een beetje de eigenheid. Natuurlijk zie je internationaal van alles gebeuren, grote geldstromen komen uit Rusland en Arabische gebieden. Kortrijk is in Maleise handen, Moeskroen heeft ook buitenlandse investeerders,… Wat mij betreft doet dat een beetje een afbreuk aan de authenticiteit van de professionele voetbalsport.’

Valt het tegen te houden?

DE WITTE: ‘Wellicht niet. Ik denk dat je wat moet proberen te reguleren, omdat je anders in een geweldig risico van vervreemding terechtkomt. Ik weet echt niet goed waar het nu met Kortrijk heen gaat. Mouscron-Péruwelz idem dito. Wat vorig jaar bijna gebeurde met het brengen van het stamnummer van Zulte Waregem naar Antwerpen, was de waanzin voorbij. Dat is niet out of the box denken, maar de box verplaatsen.’

Volgende week worden de poules van de CL geloot. Wacht Gent op Messi?

DE WITTE: ‘Ik heb niet hetzelfde idee als onze trainer, maar in het land der voorbeschouwingen is iedereen vrij. Hein denkt iets meer aan een poule met maximale haalbaarheid, ik aan twee heel aantrekkelijke affiches en een derde haalbare kaart. We gaan niet meedoen om mee te doen, maar proberen iets te halen.’

Een avondje CL in Gent wordt straks iets exclusiefs. Had u toch niet beter wat uitgebreid?

DE WITTE: ‘Was dat, 6 miljoen euro besteden, op dit moment de beste investering? Ik denk het niet. Je moet durven investeren als het moeilijk gaat en daarna voorzichtig zijn wanneer het zeer goed gaat.

‘We kunnen beter voor de jeugd kiezen en de lange termijn. Dat is nu duidelijk een prioriteit. Maar: goeie jeugd uitbouwen is een complexe, ingrijpende en dure aangelegenheid. De bereidheid om dat nu te doen, is er. Geen windowdressing, omdat het moet als eersteklasser, met wat vrijwilligers, maar gefundeerd. Terreinen, trainers, kinesisten, diagnoses,… Daar hebben wij heel wat in te halen. Als Anderlecht en Club Brugge acht halen op een schaal van tien, zitten wij aan vijf.’

Die 6 miljoen wordt in de jeugd geïnvesteerd!

DE WITTE: ‘We gaan ze in elk geval voorzien, of toch een belangrijk bedrag. De uitbreiding van het stadion hangt af van de bevestiging van de goeie resultaten binnen de drie jaar.’ ?

DOOR GEERT FOUTRÉ, JACQUES SYS & PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘In de Champions League gaan we niet meedoen om mee te doen. We gaan proberen iets te halen.’ IVAN DE WITTE

‘De jeugdwerking is nu een prioriteit.’ IVAN DE WITTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content