
Aruna Dindane kan met één dribbel het stadion in lichterlaaie zetten, maar geeft toe : ‘Ik moet iets collectiever leren denken.’
Zijn hart schommelt tussen Brussel en Abidjan. En als het overhelt naar de kant van zijn vaderland, dan bloedt zijn hart. Het Ivoorkust van Aruna Didane viel de afgelopen weken ten prooi aan een burgeroorlog. Vooral in het noorden – het rijkste gedeelte van het land, met onder meer de grootste cacaoplantages ter wereld – werd hevig slag geleverd tussen muitende militairen en regeringstroepen, met al dan niet vermeende inmenging van Angolese soldaten. Franse para’s evacueerden de buitenlanders uit de gevechtszone. Het nog verse vredesbestand kreeg de goedkeuring van president Laurent Gbagbo, maar oogt vooralsnog wankel.
Aruna Dindane : “Je bent natuurlijk altijd ongerust als zich zulke vreselijke dingen voordoen in je land. Gelukkig woont mijn familie in Abidjan, en daar is het al die tijd rustig gebleven. Ze hebben niet geleden onder de burgeroorlog in Ivoorkust.”
Hij heeft de gebeurtenissen goed gevolgd. “Via de pers en de televisie, en telefoongesprekken met mijn familie in Abidjan. Ik sta er te ver af om het plaatje volledig te krijgen. In Ivoorkust neemt de invloed van het leger op het hoogste politiek niveau af, ik vermoed dat een deel van de militairen dat niet heeft gepikt. Hopelijk komt er snel vrede. Ivoorkust is een van de welvarendste landen in Afrika, naar Afrikaanse normen een echte hoorn van overvloed. Ik hoop dat ze die welvaart niet te grabbel gooien.”
Maar liever concentreert hij zich op het voetbal : Aruna Dindane, nog altijd (tot 26 november) maar 21 jaar, is aan zijn derde seizoen bij Anderlecht bezig. “Ik weet zelf wel wat goed en minder goed was”, zegt hij over zijn Brusselse passage tot dusver. Want : de meningen over Aruna lopen uit elkaar. Hij kan met één dribbel een stadion in lichterlaaie zetten, zijn technische bagage puilt uit, in lijf-aan-lijfgevechten staat hij stevig op de been. Maar balrecuperatie, positiespel, collectieve ingesteldheid en doelgerichtheid laten te wensen over. Aruna beseft dat, het pleit voor zijn intelligentie.
Hoogten en laagten beleefde hij vorig seizoen. Naar het beeld, natuurlijk, van de hele ploeg die ten opzichte van Genk en Club Brugge de rol loste en met een ticket voor de Uefacup moest vrede nemen, waarna trainer Aimé Anthuenis tot bondscoach werd weggepromoveerd. Dindane : “Ik wil geen ouwe koeien uit de gracht halen, maar we moesten vorig seizoen na het vertrek van Jan Koller, Tomasz Radzinski, Bart Goor en Didier Dheedene wel een kwart van de ploeg vervangen. Zoiets gebeurt niet van de ene dag op de andere.”
Zelf kreeg Aruna door de langdurige blessures van Nenad Jestrovic en Ivica Mornar meer druk op zijn schouders dan hem lief was. Daar ging de Ivoriaan niet altijd even kundig mee om. Met name in de Supercup tegen Westerlo en in de wedstrijd tegen Sint-Truiden kende hij ongelukkige momenten. Tegen Westerlo pakte hij rood nadat hij zich op Björn De Coninck had gerevancheerd. En tegen Sint-Truiden bakte hij het nog bruiner toen hij na een niet bestrafte fout van Philippe Lenglois oog in oog met scheidsrechter Johny Ver Eecke stond, met duim tegen wijsvinger een nul vormde en met dit gebaar aangaf hoe hij diens leiding beoordeelde.
De geste kostte hem een schorsing van zes weken. “Ik betreur dat gebaar, ik heb het duur betaald. Ik meen dat die reactie voortvloeide uit de enorme spanning die rond die wedstrijd hing. Anderlecht moest winnen om zijn titelkansen gaaf te houden en iedereen liep bloednerveus rond : de spelers, de supporters, enzovoort. De scheidsrechter zag niet dat ze me constant aan het schoppen waren, zelfs toen het spel stillag. En bij die bewuste fase verdiende ik een vrije schop op een gevaarlijke plaats. Maar natuurlijk reageerde ik door een gebrek aan ervaring te vlug en verkeerd. Ik heb erover nagedacht, in het vervolg ga ik proberen kalm te blijven. Ik moet mijn temperament meer onder controle krijgen zonder dat ik een ander mens word. Ik heb mijn karakter. Daar kun je aan schaven, maar helemaal omgooien kun je dat niet.”
Welke indruk houdt Aruna over van Aimé Anthuenis ? Heeft hij het gevoel dat de Waaslander hem een dienst bewees door hem tot rechtermiddenvelder om te buigen, terwijl hij in Ivoorkust als pure spits fungeerde ? “In Abidjan speelde ik in de spits naast Zézéto, die nu bij Beveren zit. We zijn allebei niet groot, dus moesten we het hebben van onze snelheid en ons technisch talent. Dat men mij naar een andere plaats in de ploeg overhevelde, heb ik meteen aanvaard. De positie waarin ik speel, geeft voor mij niet de doorslag, zolang ik me maar offensief kan uitleven. Het belangrijkste is dat ik plezier aan het voetbal beleef, dat ik me gelukkig voel met de opdrachten die ik krijg, en dat ik me nuttig voor de ploeg kan maken. Anthuenis bleef voor de spitsposities zweren bij Koller en Radzinski. Maar op rechts ontdekte ik nieuwe dingen, daar kom ik ook tot mijn recht. Mijn grootste fout, zegt men, is dat ik de bal te lang bijhoud. Dat is een beetje mijn handelsmerk. Ik vind niet dat ik dat wapen helemaal moet inleveren, maar ik geef toe dat ik iets collectiever moet leren denken. Hoe dan ook trek ik een beslissing van een coach nooit in discussie. In het moderne voetbal kan het zeker geen kwaad om veelzijdiger te worden.”
Op die rechterflank moet Aruna Dindane wel optornen tegen Ivica Mornar. Die groeide bij afwezigheid van de geblesseerde ( zie kader) of geschorste Aruna uit tot een vaste waarde. Naast de kwaliteiten van de Kroaat kan moeilijk worden gekeken : snelheid, kracht, de drive om zo vlug mogelijk een center af te leveren. En Mornar maakt gemiddeld één doelpunt om de drie wedstrijden waaraan hij deelneemt. Aruna daarentegen geraakt slechts aan tien doelpunten uit de 54 wedstrijden die hij de afgelopen twee jaar in eerste klasse speelde. Dat brengt hem op een gemiddelde van één doelpunt om de vijf wedstrijden.
“Dat Mornar een vaste stek op rechts heeft afgedwongen is alleen maar zijn verdienste”, zegt Aruna, die natuurlijk wel het voordeel van zijn leeftijd heeft – Mornar is 28 jaar. “Maar ik ben niet bang van de concurrentie. Ivica kan op een andere plaats spelen en ik ook. Niets belet dat we samen in de ploeg staan.”
Het vertrek van Alin Stoica naar Brugge kan hem misschien aan een stamplaats helpen ? “Het zou te simpel zijn om te denken dat ik daarvan ga profiteren. Er zijn nieuwe spelers bijgekomen, er werden in het team nieuwe evenwichten gevonden. Iedereen vecht voor zijn plaats in de ploeg, met die realiteit moet ik leren leven. Niemand is zeker dat hij een heel seizoen lang in de basiself van Anderlecht staat.”
Dat Anthuenis’ opvolger, Hugo Broos, geregeld van een 4-4-2 naar een 4-3-3 overschakelt – naargelang van de opdracht -, benadert Aruna al even filosofisch. “Ik moet me maar aanpassen.”
Dindane Aruna heeft bij Anderlecht nog anderhalf jaar te gaan. Vorig seizoen genoot hij de belangstelling van Schalke 04, geen flauwe referentie. Maar voorlopig telt alleen Anderlecht, zegt hij. “Dat is de club die mijn droom heeft waargemaakt : Europa ontdekken. De club ook die me goed heeft ontvangen. En waarmee ik al veel heb meegemaakt : de titel, de Champions League. Anderlecht zal altijd belangrijk voor mij blijven. Het is nog altijd een naam in het Europese voetbal. Als je je bij Anderlecht kunt doorzetten, wil dat al iets zeggen.”
door Pierre Bilic
‘Ik moet mijn temparement onder controle krijgen en toch mezelf blijven.’
‘Racisme is geen kwestie van kleur maar van een slechte opvoeding.’