Andrés Mendoza

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Uitstekend, zo blijkt. Zijn doelpunt op Milan in de Champions League zoekt hij nog geregeld op en ondanks zijn leeftijd (39) droomt Andrés Mendoza van een nieuwe club op amateurniveau. Al werkt hij tussendoor wel aan zijn reconversie: manager worden én talent opleiden zitten in de pijplijn.

Hoe hij nu terugkijkt op zijn carrière, vragen we Andrés Mendoza (39) na een half uurtje babbelen? De oogjes blinken, hij staat recht en wrijft over zijn lichaam. ‘Zie je dit? Niks van vet. Ik ben nog steeds scherp. Het liefst wil ik blijven voetballen. Mooi zou zijn mijn carrière in Brugge af te sluiten, zoals Timmy Simons. Als hij dat nog kan, dan ik zeker, donkere jongens zijn van nature wat sterker. Binnenkort heb ik een afspraak met Vincent Mannaert, ik zal het eens vragen.’ En hij gaat terug zitten, nippend aan zijn watertje.

Meent hij dat nu? Of blijft de Peruviaanse spits zijn eigen onvoorspelbare zelf? Een vriend, die bij het gesprek aanwezig is, bevestigt een en ander. Hij wil effectief nog voetballen, maar heeft zijn leeftijd tegen. Zijn vriend bood de Peruviaanse flankaanvaller de voorbije weken her en der aan, maar ving bot. Mendoza: ‘Ze hoeven niet bang te zijn. Ik onderhoud mijn conditie bij Cristal, mijn eerste club.’

Voetbalschool

We hebben afgesproken in de lobby van The Hotel, vlak bij de Louizalaan. In de bar begroet Andrés Mendoza verrast een gewezen ploegmaat: Alin Stoica. Twee seizoenen deelden ze de kleedkamer, de begroeting is hartelijk. Stoica, die zijn tijd verdeelt over Brussel, Boekarest en Zwitserland, heeft een afspraak met een vriend en overloopt tijdens de lunch wat dossiers. Mendoza heeft zijn vrouw en zijn jongste zoon bij zich. Hoog opgeschoten, zoals zijn vader, modieus gekleed. Zijn droom: model worden. Andrés: ‘De oudste is wél een voetballer. Hij speelde een tijdje bij een Brusselse club, stopte even, maar wil nu herbeginnen. Ik hoop dat hij zich zonder de steun van zijn vader een weg kan banen, dat hij niet kraakt onder de verwachtingen van zijn achternaam.’

De twee jongens leven nog in België, bij de moeder van wie Mendoza gescheiden is. Daarom is de Peruviaan geregeld in ons land en kon het dat hij, tijdens play-off 1, plots in Brugge opdook om de aftrap te geven voor Club Brugge-Anderlecht. Hij heeft nog een stek in Brussel, en ook daarom zoekt hij nog een club in België, kwestie van wat bezig te zijn. Maar Mendoza weet ook dat hij stilaan zijn carrière na het voetbal moet voorbereiden. Een van de pistes is zijn ervaring als voetbalzwerver gebruiken en de contacten in Europa warm houden. Doel: talenten uit Peru overbrengen als tussenpersoon.

In Brugge wil hij een ander doel bepleiten. Met de hulp van wat vrienden wil hij in Peru zijn eigen voetbalschool starten. ‘Trainer zal ik nooit worden, dat strookt niet met mijn persoonlijkheid, maar met jeugd bezig zijn lijkt me wel iets.’ Aan de naam Escuela Andrés Mendoza zou hij graag die van Club Brugge koppelen. Mendoza: ‘Uit dankbaarheid, omdat zij voor mij de poorten naar Europa openden. Uiteraard wil ik van hen ook wat hulp, om te zien hoe we de boel kunnen organiseren.’

De school moet er komen in Lima, op een uur of drie van zijn geboortestad Chincha, aan de boorden van de Stille Oceaan. Daar groeide hij op als… atleet. Mendoza: ‘Ik was een spurter, honderd meter en zo. Heel snel. Voetballen deden we op straat of op onverharde terreintjes voor geld. Op leven en dood, want wie won, mocht de pot houden.’ Zijn talent werd ontdekt en op zijn dertiende werd hij ingelijfd door Cristal, uit Lima. Mendoza: ‘Dat betekende op internaat gaan, want je deed drie uur over het traject.’ Het was er de survival of the fittest, zonder veel leiding van bovenaf. Dat zou gevolgen hebben voor zijn leven: hij was geniaal als voetballer, maar soms een beetje onbestuurbaar. En, met een groot levensmotto: tracht van alles te genieten.

Wereldreiziger

Na één jaar als prof in Peru haalde Club Brugge hem naar Europa, in de winter van 2000. Hij moest er zich aanpassen en het duurde ook even voor Trond Sollied vat kreeg op zijn talent. In het geautomatiseerde voetbal van de Noor een onvoorspelbare Peruviaan inpassen, bleek een uitdaging. Maar het lukte, en Mendoza won elk jaar wel iets met Club: twee keer de beker, een keer de titel. Zijn mooiste herinneringen? Drie goals in de bekerfinale tegen Moeskroen. De Europese campagne van 2003/04 ook. Mendoza: ‘Over dat doelpunt op AC Milan word ik nog steeds overal aangesproken. Ook in Peru. Winnen op Milan was helemaal onverwacht. Allemaal monsters ginder: Kaká, Rivaldo, … ‘Niks van aantrekken, jongens’, zei Sollied vooraf. En dan moet ik toch alle ploegmaats danken, want als die avond niet iedereen zich de ziel uit het lijf rent en Dany Verlinden achterin niet alles stopt, winnen we niet en heeft niemand het nog over dat doelpunt.’

Op het einde van dat seizoen zouden hun wegen scheiden. Mendoza wilde een beter contract, en ging zwerven. Oekraïne, Frankrijk, Rusland, Roemenië, Mexico, Turkije, … Nergens hield hij het lang uit. Mendoza: ‘Ik ben blij met hoe het is gegaan, ik heb een mooi leven achter de rug. Veel bekende ploegmaats gehad, Yaya Touré bij Metaloerh Donetsk onder meer en Franck Ribéry in Marseille. Ik heb geprobeerd me overal aan te passen, ook al was het leven lastig. Turkije was nog het moeilijkste, het is een totaal andere cultuur. De mooiste herinneringen blijf ik hebben aan België. Club, dat was echt mijn ploeg. En België mijn land. Snelheid en kracht heb ik altijd gehad, techniek is me aangeleerd, maar hier ben ik taakgerichter geworden. Niet vergeten: ik was nog jong en speels. Daarvoor moet ik jullie altijd dankbaar zijn.’

DOOR PETER T’KINT – FOTO BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content