12 oktober 1980 – Sint-Niklaas – Basketbalspeelster bij Samara (Rusland)

“Ik ben een familiemens, ik voel graag warmte rond mij. Dan lijkt het inderdaad vreemd dat ik in landen als Korea en Rusland ga spelen, maar als topsporter moet je nu eenmaal keuzes maken. Daarbij telt niet alleen het financiële – al speelt dat natuurlijk ook een belangrijke rol – maar ook de ambitie die je als sporter koestert. Samara is een heel ambitieuze ploeg met veel mogelijkheden. Ik moet wel toegeven dat de stad in een uithoek van Rusland ligt, waar absoluut niets te beleven valt. Maar als Belgische basketbalspeelster heb je weinig andere opties, in België blijven kan niet. Ik bezit trouwens, hoe zeer ik ook aan mijn familie gehecht ben, een flinke dosis zin voor avontuur. Ik word er dit jaar amper 25, maar ik heb al een heel pak levenservaring, juist door op zoveel verschillende plaatsen in mijn eentje te overleven.

“Veel mensen denken dat mijn basketervaringen in de Verenig-de Staten, eerst bij Cleveland en daarna bij New York, veel makkelijker waren. Dat klopt niet helemaal. Die eerste keer in Cleveland had ik het ook heel moeilijk. Het was de eerste maal dat ik op mijn eentje was aangewezen en dan meteen zo ver van huis. Ik was amper 19 en nog veel te zacht van karakter. In de WNBA werd ik voor de eerste maal geconfronteerd met de onverbiddelijkheid in de topsportwereld. Op training en in de wedstrijden ging het altijd hard tegen hard, zelfs onder ploegmaats. Ondertussen heb ik van mezelf leren afbijten, maar een venijnige tante zal ik wel nooit worden ( lacht).

“Basketbal beschouw ik nog altijd als een ploegsport, waarbij je elkaar moet helpen om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Al hoef je helemaal niet bij iedereen goed te staan : als een ploegmaat koel doet tegen mij, heb ik daar geen problemen mee. Ik respecteer dat. In Samara hangen de buitenlandse speelsters wel nauw aan elkaar, omdat hier verder niets te beleven valt. Dus trekken we er geregeld samen op uit om een hapje te gaan eten. In Valenciennes was het op sociaal gebied een stuk aangenamer, de familie woonde dichtbij en ik kon met verscheidene mensen afspreken om een stapje te zetten in de stad. Dat mis ik in Rusland, het is hier een beetje té rustig.

“Ik mis België wel, maar dan eigenlijk vooral mijn familie, zij zijn mijn dierbaarste bezit. Vanuit Rusland houd ik dagelijks contact met het thuisfront via internet en sms’jes. Vriendschap-pen staande houden is minder evident wanneer je zo ver van huis zit en zo vaak reist. Enkel de heel goede vriendinnen blijven over, zij die weten en begrijpen hoe mijn leven in elkaar zit. Telkens ik naar België terugkeer, is dat voor mij een zeer stress-volle periode. Iedereen verwacht dan dat je tijd voor hem of haar maakt. Op zo’n kort bezoek is dat echter onmogelijk en dus moeten er keuzes gemaakt worden binnen mijn vriendenkring. Soms een heel delicate aangelegenheid.

“De mooiste gebeurtenissen in mijn leven waren de bevallingen van mijn zus Ilse. Ze heeft een dochtertje, Kato, en een zoontje, Vic. Ik ben dol op kindjes, later wil ik er zeker zelf hebben, maar eerst nog wat basketten ( lacht). Einde maart komen ze naar Rusland, ik kijk daar geweldig naar uit. Twee weken geleden kwamen mijn ouders mij bezoeken, maar bij aankomst bleken een paar papieren niet in orde en werden ze meteen weer op het vliegtuig gezet. Hun eerste kennismaking met de Russische cultuur heeft dus welgeteld één uur geduurd en kan je moeilijk hartverwarmend noemen. Zo zijn de meeste Russen trouwens : nogal nors en zeer strikt in hun discipline. Niet altijd makkelijk om mee om te gaan.

“Wanneer ik in België ben, verblijf ik bij mijn ouders in Sint-Gillis-Waas. Het zijn eenvoudige mensen gebleven, ze zijn ook nooit sportminded geweest. Daardoor wordt er weinig over sport gepraat. Ze zeggen ook nooit iets over mijn goede prestaties op het veld, maar ik voel wel dat ze trots zijn op hun dochter. Door het feit dat ze weinig afweten van de topsportwereld, willen ze het wel eens moeilijk hebben met de kritiek die ik soms in de pers krijg. Dan moet ik hen uitleggen dat dat de normale gang van zaken is. Ik heb hoegenaamd geen problemen met kritiek. Dat hoort erbij.”

door Matthias Stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content