Speelt de Great Old volgend seizoen opnieuw in de eerste klasse? Het kan. Afgelopen weekend zette Antwerp stap één richting Jupiler League. Het won van Lierse en pakte zo het laatste eindrondeticket.

Antwerp-Lierse was een geladen derby. Een zinderend spektakel in een nagenoeg vol huis dat bovendien live op televisie kwam. De regionale televisie weliswaar, maar toch. Het was een prachtig decor voor een bekend, maar triest verhaal. Twee viervoudige landskampioenen die op de allerlaatste speeldag in de tweede klasse moeten uitmaken wie een plaatsje in de eindronde bemachtigt en zo een bescheiden kans krijgt op eerherstel in de Jupiler League. De lastminute-eindrondekans was voor de twee ploegen trouwens een onverhoopt succes. Beide hadden ze alle promotieambitie halfweg het seizoen in de koelkast gestopt. “Deze ploeg is duidelijk niet klaar om mee te doen voor de prijzen”, zei Liersetrainer Herman Helleputte. De quote dateert van amper veertien dagen voor het cruciale duel op de Bosuil. In het voetbal kan alles snel veranderen, maar dat wist u ongetwijfeld al.

Dat weten ze nu dus ook in Antwerp. In januari was op de Bosuil het enthousiasme even zoek. Als je in de hele eerste ronde welgeteld een wedstrijd op verplaatsing kunt winnen, dan siert bescheidenheid blijkbaar zelfs in Antwerpen. Dat beide ploegen ondanks die belabberde start alsnog in aanmerking kwamen voor de eindronde, dankten ze aan twee dingen: de concurrentie liet het nog vaker afweten en ook het veranderde competitieformat speelde Lierse en Antwerp in de kaart. Hadden niet de einduitslag maar wel periodekampioenschappen de deelnemers aan de eindronde bepaald, dan was Antwerp-Lierse op de laatste speeldag een maat voor niets geweest.

Zes thuiswedstrijden

Maar eind goed, al goed dus. De Great Old zit in de eindronde en dus maakt de ploeg kans op promotie naar de Jupiler League, de plek waar stamnummer 1 natuurlijk thuishoort. Antwerp is in de komende eindronde de vreemde eend in de bijt. Want de nacompetitie telt voor de rest alleen fusieclubs. Tubeke klom sinds de fusie in 1990 gestaag op van tweede provinciale en maakt nu voor het eerst kans op promotie naar eerste. Zelfde verhaal voor Oud-Heverlee Leuven, sinds 2003 een fusieclub van liefst drie teams. KVSK United, ten slotte, is de optelsom van het in 2003 ter ziele gegane Lommel SK en Overpelt-Fabriek.

Eindrondes zijn de minst voorspelbare aller voetbalcompetities, maar dit jaar zou geen enkele ploeg echt sterker zijn dan de drie andere. In Antwerp denken ze een paar troeven te hebben om het laken naar zich toe te trekken. Middenvelder Kevin Baert: “Ik denk dat onze kern breder is dan die van de concurrentie. Zondag kwamen 25 spelers naar het stadion en daaruit maakte de trainer zijn selectie. Op het eind van een zwaar seizoen zijn keuzemogelijkheden sowieso een voordeel en de concurrentie houdt iedereen scherp.”

Andere troef voor de Great Old: de supporters. “Wij zullen in de eindronde zes thuiswedstrijden spelen. Geen enkele club heeft een achterban zoals wij”, zegt Baert, die niet onder de indruk is van de tegenstand. “Tegen Tubeke speelden we in de competite twee keer gelijk, maar zij speelden die wedstrijden gewoon antivoetbal. Het is een heel compacte, moeilijk te ontwrichten ploeg. United en OHL zijn meer voetballende ploegen, dat ligt ons beter.” En dus wordt er in Antwerp al weer hardop nagedacht – toegegeven: op onze nadrukkelijke vraag – over eersteklassevoetbal. Baert: “Een pak van onze spelers kunnen eersteklassevoetbal aan. Maar mochten we effectief promoveren, zal onze kern grondig wijzigen, veronderstel ik.”

King Darko

Toen Antwerp vorig seizoen eindronde speelde gaf Antwerpsecretaris Paul Bistiaux onomwonden toe dat er geen scenario klaar lag voor eersteklassevoetbal. Dat wil hij deze keer niet gezegd hebben, al is zijn toekomstplan ook nu voor interpretatie vatbaar: “Of we klaar zijn voor eerste klasse? Mochten we straks promoveren, dan zorgen we er gewoon voor dat we klaar zijn.”

Topprioriteit wordt dan ongetwijfeld defensieve versterking. De verdediging was dit seizoen het grote manco van de Great Old. Net als vorig seizoen was er gelukkig een productieve aanval om dit euvel te ondervangen. Vorig seizoen heette de Antwerpse succescombinatie in de spits Frazier Campbell– Dong Fangzhou (tot de winterstop). Dit seizoen werden die jonge Mancunians vervangen door oude bekenden van de Jupiler League: Darko Pivaljevic en Peter Utaka. Een even besluitvaardige tandem die Antwerp richting eindronde loodsten, zo meent Baert. “De aanval was de sleutel tot het succes. Utaka scoorde 22 keer, dat geeft meteen zijn belang aan voor het team.” Ook zondag was het trouwens de Nigeriaan die beslissend was. Met een opportunistische intikker en een krachtig ingekopte hoekschop mepte hij Lierse knock-out. Met Utaka is het alles of niets, dat weet ook Kevin Baert: “Hij is een ander type dan Campbell. Hij heeft minder verdedigende kwaliteiten, maar met een flits kan hij een wedstrijd beslissen. Darko is een ander verhaal. Hij kwam pas eind september bij de ploeg en had een tijdlang niet gespeeld. Het duurde even voor hij zijn gebruikelijke niveau haalde, maar na Nieuwjaar was hij opnieuw ‘King Darko’ zoals we hem kennen. Dat wil zeggen: assists uitdelen en strafschoppen uitlokken. Bovendien is hij ook in de kleedkamer een voortrekker.”

Het was trouwens niet enkel in de aanval dat spelers van Man United plaats ruimden voor lokale jongens. Na Nieuwjaar stond er nog één Mancunian op de loonlijst bij Antwerp: trainer Warren Joyce. “Toeval”, zegt Paul Bistiaux. “De samenwerking tussen United en Antwerp is allesbehalve aan het doodbloeden. Sommige mensen zouden dat misschien graag zien gebeuren, maar ik kan u verzekeren dat het niet zo is. Ik denk dat er een zekere afgunst is. Want zonder te beweren dat Ryan Giggs hier nog heeft gespeeld: we hebben van Man United toch al het een en ander gedaan gekregen. Dat er nu geen Unitedspelers in onze kern zitten, is een ongelukkig toeval. Er zijn momenteel geen juniores die een meerwaarde kunnen zijn voor ons team. Maar in de toekomst zal de samenwerking opnieuw intensiever worden. Los van het feit of we volgend jaar in eerste of tweede klasse spelen.” S

door jan-pieter de vlieger – beelden philippe buissin