Na de zege tegen Roeselare sluipt Anderlecht op kousevoeten terug naar boven. Met de terugkeer van Nicolás Frutos krijgt trainer Ariël Jacobs voorin meer keuzemogelijkheden. Al bij al komt zijn team, dat vanavond Germinal Beerschot voor de beker ontvangt, de zware maanden goed door.

Kon de zege in de terugwedstrijd in Bayern de klap uitwissen die u na de 0-5 thuis kreeg?

Ariël Jacobs: “Het probleem is dat de toppers steeds sterker worden en de Europese middenmotors à la Anderlecht zich minder ontwikkelen. Op een bepaald moment waren wij Europese tweedeklassers, na Engeland, Italië, Spanje en Duitsland. Sindsdien zijn we verder teruggeslagen. Landen als Nederland en Portugal die binnen ons bereik lagen, zijn ons al ver voorbij. We kunnen nog gelijke tred houden met Hongarije en Bosnië, maar wie zegt dat dat zo blijft?”

Welke toekomst ziet u nog voor de Belgische topclubs in Europees perspectief?

“Ooit waren we trendsetters, daarna beperkten we ons, om het met Jean-Luc Dehaene te zeggen, tot het oplossen van de problemen wanneer ze zich stelden. We moeten een voorbeeld nemen aan Standard, met de langdurige contracten van jong talent als Fellaini en Defour. Ik zou ook graag een Luca Toni hebben, maar Anderlecht kan geen elf miljoen euro betalen voor een speler. Alleen moet je dan ook je ambities bijstellen en met minder tevreden zijn.”

Is het verschil tussen uw aanpak en die van Vercauteren dat de bal nu sneller circuleert?

“Het voornaamste verschil is dat er een hele trits nieuwe spelers is bijgekomen. Ik wil wél terug naar de voetbalcultuur van deze club. Door allerlei omstandigheden zag je die manier van voetballen hier niet meer. Ik wil opnieuw een vlotte en snelle balcirculatie, altijd al hét handelsmerk van Anderlecht.”

Is er in een team dat de bal snel rond laat gaan nog plaats voor een balverliefde speler à la Hassan?

“Door zijn techniek kan hij snel en precies voetballen. Hij moet om van punt A naar punt C te geraken niet altijd langs punt B. Maar waarom moet hij achterin de bal komen opvragen als Biglia of Polak dat ook kunnen en er voorin te weinig afspeelpunten zijn? Hij moet beseffen dat een vrije rol, zoals hij die graag wil, in het huidige voetbal niet meer bestaat.

Waaraan ergert u zich nog in de wedstrijden?

“Aan de gewaagde dribbels van Pareja achterin, de onnodige gele kaarten van Wasilewski, aan het aantal keer dat onze aanvallers buitenspel staan. Op dat vlak moeten wij Belgisch recordhouder zijn. Het is zo erg dat ik tegenwoordig al op training voor buitenspel fluit als het er geen is. Een computerprogramma leert ook dat wij per wedstrijd meer kilometers afleggen dan de tegenstander. Zo liepen we meer dan Bordeaux, maar hun manier van bewegen was vaak efficiënter.”

Herman Van Holsbeeck wil u bij Anderlecht houden: eerst nog een jaar als trainer, daarna als technisch directeur. Ziet u dat zitten?

“Bij Genk stelde Jos Vaessen me iets soortgelijks voor. Ik wilde dat niet en ging meteen voor de functie van technisch directeur. Nu ik coach ben van Anderlecht weet ik niet of een verlenging van mijn contract naar een andere functie een goed idee is. Ik voelde me ook niet goed in mijn vel als technisch directeur bij Genk. Je woorden inslikken is niets voor mij. Ik had het daar moeilijk mee. Hoe dan ook telt hier maar één ding: het belang van de club, niet het mijne.”

Klinkt daar enige zin voor relativering door?

“Bij Anderlecht gaat men soms makkelijk mee in de sfeer van de laatste wedstrijd. Na Bordeaux was ik plots de beste en had de club een precies idee van wat men met mij wilde. Na Bayern thuis hoorde ik niemand meer.”

BRUNO GOVERS EN GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content