Roland Garros is aan de aanvallers. Van de ballen tot de banen over het materiaal, alles is gemaakt voor mannen en vrouwen met lef. Kim Clijsters is zo iemand.

De 110e editie van Roland Garros is van start gegaan. Met een schitterend weertje, in een opwindend sfeertje maar ook in een opnieuw overvolle setting. De site aan de Porte d’Auteuil barst al enkele jaren uit zijn voegen en is dringend aan uitbreiding toe. Na jaren van gepalaver, getouwtrek en gerechtelijke dreiging is de Franse Tennisfederatie uiteindelijk in de aanval getrokken en hebben ze de plannen erdoor gekregen om de aanpalende botanische tuinen, de ‘Jardins d’Auteuil’, min of meer te annexeren. In 2014 starten de bouwwerken – er is een nieuw, overdekt stadion voorzien en een hele hoop extra banen – en in 2016 zou het plaatje compleet moeten zijn. De organisatie wist zelf ook dat Roland Garros anders weleens én kon achterblijven bij de andere grandslamtoernooien plus het slachtoffer kon worden van het eigen succes. Men kan een dagje toptennis in Parijs bezwaarlijk als een fijne ervaring omschrijven als je de hele tijd onder de voet wordt gelopen en twee uur op voorhand op een baan moet postvatten, wil je een bepaalde match zeker zien. Bovendien moeten de commerciële belangen – meer toeschouwers, geen regenonderbrekingen meer voor de tv-zenders – natuurlijk ook gevrijwaard blijven.

Pingpongtennis

Eén commercieel akkoord zorgde alvast voor wat beroering de eerste dagen van Roland Garros. Babolat was de nieuwe sponsor van de tennisballen en die bleken toch weer een tikkeltje of heel veel, naarmate het gevoel van de speler, te verschillen van de vorige exemplaren. Keihard en licht, was de algemene teneur. Daarmee nog wat meer voeding gevend aan het tennis van de 21e eeuw: keihard tegen een bal slaan door toedoen van extreem lichte rackets. Roland Garros is daarbij een graveltoernooi waarvan de banen sowieso al vrij snel spelen. De gemalen baksteen in de lichtstad lijkt eerder op een dun laagje stof dat over een hardcourtbaan is gedrapeerd. Vandaar ook dat alle soorten spelers hier tot hun recht komen en minder en minder specialisten – zie ook het tragere gras van Wimbledon – naar voren treden. Defensief (gravel)tennis is niet meer van deze tijd en niet meer aan de orde. Tegenwoordig kan er, opnieuw veelal dankzij het geëvolueerde materiaal, van overal op de baan snoeihard tegen een bal geslagen worden. Een verdedigend ingestelde speler kan dat wel belopen, uiteindelijk wordt hij toch gepasseerd door het slaggeweld. Het is alleszins tekenend dat mannetjesputters als Rafael Nadal en David Ferrer, die misschien niet altijd onmiddellijk voor het punt gaan, als de meest behoudende tennissers worden voorgesteld. Als ballen, banen en materiaal het voorschrijven, dan moeten de spelers immers volgen. Aanvallen is de boodschap.

Een gegeven dat deze gravellente alvast erg naar voren kwam bij de dames. Sowieso was bij afwezigheid van de voormalige Parijse koningin, Justine Henin, en in mindere mate de Williamsen en de geblesseerde Kim Clijsters, het pad geopend voor wat georganiseerde chaos. Zowat elke topspeelster die naam waardig won de afgelopen gravelperiode één toernooi. Waarbij vooral de triomfen van Petra Kvitova in Madrid en Maria Sjarapova in Rome – het was van 2008 geleden dat die nog een fatsoenlijk graveltoernooi had gewonnen! – in het oog sprongen. Twee meisjes die niet direct bekendstaan voor hun gravelkwaliteiten – Sjarapova noemde haar glijdkunsten op gravel twee jaar terug nog die van “een koe op ijs” – maar die wel de voorhamer weten boven te halen. Het was ook Wim Fissette, de trainer van Clijsters, niet ontgaan. “Kim kan op gravel tennissen. Ze moet daarbij ook geen ander tennis spelen, ze moet gewoon haar spel spelen. Maar wel beseffen dat ze van twee meter achter haar baseline geen winners gaat slaan en dat er een bal meer kan terugkomen. Maar we gaan er geen verdedigende speelster van maken, hè. Ze moet voor die winners blijven gaan. Kijk naar Kvitova en Sjarapova. Het is aan de aanvallers. Verdedigend tennis bestaat niet meer op gravel.”

Meer dan ooit hebben de materialen dat soort tennis doen ontstaan. Squashrackets met ultradunne greepjes en snaren met veel power die toch de controle bewaren zorgen ervoor dat er geweldig hard geslagen kan worden en dat van overal op de baan. Die invloed maakt dat er een soort pingpongtennis wordt gebezigd waarbij het aantal winners het aantal ongedwongen fouten moet overstijgen om te zegevieren. Daarbij wordt zeker bij de dames het zekere voor het onzekere genomen en is de speelster die als eerste begint te knallen meestal ook diegene die het laken naar zich toetrekt. Niemand bouwt nog wat marge in of probeert op een tactische manier het punt op te bouwen. Enige uitzondering hierop: Caroline Wozniacki. Zij is nog wel een bijna zuiver verdedigende speelster en vandaar dat veel collega’s zich verslikken in de wilskracht, de snelle benen en de niet te onderschatten handen van het Deense nummer één van de wereld. Daartegenover staat dat Wozniacki, mede door een gebrek aan wapens, ook nog net iets te kort komt om te winnen op de grootste afspraken. Tegen een dicterende Clijsters heeft ze zelf te weinig in huis om op zijn minst even onder de druk uit te komen.

Geluk bij een ongeluk

Het moge duidelijk zijn dat deze Roland Garros voor het rapen ligt en dat Clijsters er het dichtst bij staat. Ondanks haar enkelblessure, ondanks haar gebrek aan wedstrijdritme en ondanks haar zogenaamde afkeer voor gravel. Niemand kan dezelfde troeven voorleggen als de bijna 28-jarige Limburgse – aanvallend tennis, goede recuperatie, slice, dropshot, karakter, grandslamervaring – waarbij haar ongeval nog een geluk bij een ongeluk zou kunnen zijn. De frisheid van geest en lichaam is vaak van primordiaal belang op een veeleisend grandslamtoernooi. Clijsters gaat de uitbreiding van Roland Garros hoogstwaarschijnlijk niet meer meemaken. Maar gaat Roland Garros de uitbreiding van de grandslamtrofeeënkast van Kim Clijsters nog meemaken?

DOOR FILIP DEWULF – BEELDEN IMAGEGLOBE

Defensief (gravel)tennis is niet meer van deze tijd en niet meer aan de orde.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content