Is het water in het drinkbakje van jouw cavia nog doorzichtig?

( lacht) “Ik heb geen cavia, maar mocht ik er een hebben, dan zou ik er goed voor zorgen. Ik vind dieren leuk.

Dorien en ik hebben net gebouwd, in Gooreind. In onze tuin zitten veel vliegen, misschien komt dat door de koeien die wat verderop in een wei staan. Omdat vogels vliegen eten, kocht ik onlangs enkele vogelhuisjes en hing ik die in onze bomen. Dorien en ik brengen tegenwoordig elke dag wat eten naar die vogelhuisjes, samen met onze zoontjes. Loick, die bijna twee jaar is, en Jaimy, die bijna negen is, vinden dat fantastisch.

“Bij het vogeleten dat ik kocht, zat een lijst met de verschillende soorten vogels die je in je tuin kunt verwachten. Soms zitten we nu met een verrekijker in de gaten te houden welke vogels er op bezoek komen. Enkele weken geleden zag ik een kuifmees. Op zo’n moment schrik ik van de schoonheid van de natuur.”

Welke vrouw is voor jou een toonbeeld van de schoonheid van de natuur?

Jessica Biel.”

Liet jij je hand al eens lezen?

“Nee, ik geloof daar niet in. Maar ik ben wel wat bijgelovig. In de aanloop naar een wedstrijd doe en eet ik altijd hetzelfde. En vroeger zei ik vóór elke match ook een Latijns gebed op: Ave Maria, gratia plena, Dominus tecum en de rest ken ik niet meer.

“Ik was nooit een krak in Latijn. Eerst ging het vlot om woordjes uit het hoofd te leren, maar toen ik wat ouder werd, was ik almaar vaker weg met een nationale jeugdploeg en kreeg ik het moeilijker om in de klas te volgen. Daarom schakelde ik na vier jaar Latijn-wiskunde over naar wetenschappen-wiskunde.”

Verzamelde jij vroeger de ringetjes van atomaschriftjes?

“Ik was geen verzamelaar. Alleen Paniniprentjes hield ik fanatiek bij. Daarmee begon ik in 1985. Toen al was ik in de ban van Lierse. En ik herinner mij ook nog dat ik op kerstavond meestal een doos vol prentjes kreeg.”

Moest jij je vader vroeger helpen bij het wassen van de auto?

“Dat niet, maar mijn broer, mijn zus en ik kregen wel regelmatig een jobke. Saskia hielp dan vaak met de afwas en Kevin en ik mochten meestal kiezen: de tuin proper maken of de garage opruimen. Ik nam dan doorgaans de garage voor mijn rekening, die was kleiner dan de tuin.

“We begonnen niet altijd met evenveel goesting aan zo’n karwei, maar we moesten luisteren; mijn vader was heel streng, ook op voetbalvlak. Voor hem was het bijna nooit goed. Maar achteraf bekeken legde dat me geen windeieren.”

Welke kleur hebben jouw crocs?

“Die zijn blauw, mijn lievelingskleur. Ik draag ze vooral op reis, aan het zwembad. Thuis loop ik rond met teenslippers.”

Heb jij ervaringen met wildbreien?

“Nee. Breien is nooit iets voor mij geweest. Als kind vond ik het leuker om deugnieterij uit te halen. Vooral in het lager onderwijs was ik een kapoen, en een vechtersbaas. Zeker als ik de schuld kreeg van iets, kon ik opvliegend zijn. Ook tegenover ouderen liet ik me niet doen. Ooit klom ik zelfs eens in een boom en plaste ik vandaar naar beneden, op een jongen die mij wat aan het pesten was. ( lacht) Toen moest ik wel gaan lopen.

“Met vriendjes speelde ik in Broechem vaak op de pleintjes die er toen nog waren. Op een keer organiseerden we eens een wedstrijd kasseigooien. Ik was daar vrij goed in, maar werd geklopt door een oudere jongen. Die had zijn steen wel in de serre van een buurman gegooid en mocht het achteraf gaan uitleggen.

“Vanaf mijn veertiende werd ik rustiger, al kreeg ik nog regelmatig strafstudie. Maar ik kwam goed overeen met de prefect; hij was een voetbalfanaat. Toen hij tijdens een strafstudie eens bij mij bleef terwijl ik een tekst van Julius Caesar moest vertalen, heb ik maar zo’n halfuurtje aan die tekst gewerkt en de rest van de tijd over voetbal gepraat.”

Dit was de laatste aflevering van het seizoen.

door kristof de ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content