Willy Reynders, sportief directeur van Lokeren, kan gerust zijn: hij miskeek zich anderhalf jaar geleden niet op Ayanda Patosi. De kleine Zuid-Afrikaan groeide uit tot een van de revelaties van de Jupiler Pro League. Dat is niet onlogisch, maar evenmin vanzelfsprekend.

Meer dan eens moest Willy Reynders zich vorig seizoen verantwoorden, ook bij ondergetekende, waarom Ayanda Patosi nog niet was doorgebroken. Dat kwam omdat hij hem “beter dan Steven Defour” had genoemd. Tot die conclusie was hij al gekomen bij de rust van de oefenwedstrijd tegen de U19 van KV Mechelen die de ploeg van het Zuid-Afrikaanse opleidingscentrum ASD Cape Town in mei 2011 in Tongerlo speelde. Onder zijn impuls tekenden Patosi en zijn ploegmaat Ebrahim Seedat toen een contract bij Lokeren. Maar een jaar later was de balans nogal mager. Seedat werd teruggestuurd naar Kaapstad en ook over Patosi waren twijfels gerezen. Onlogisch was dat niet, ondanks hun talent, luidde de uitleg: het ging uiteindelijk om jongens van achttien à negentien jaar die uit een academie kwamen en nooit eerder op profniveau speelden. Patosi was bovendien afkomstig van Khayelitsha, het extreem armoedige township dat een van de grootste probleemgebieden ter wereld wordt genoemd wat criminaliteit, drugs en georganiseerde misdaad betreft. Ook naast het veld had hij veel te leren. Dat merkten ze ook bij de familie Denutte, het gastgezin waar hij en Seedat vorig seizoen verbleven.

Gezelschap

“Met mijn zoon Nicolas, die bij de U19 van Lokeren speelt, en mijn dochter Alicia, die in Gent studeert en tijdens het weekend thuis is, was er in ons gezin ook wel altijd iemand van zijn leeftijd aanwezig en ik voelde wel dat dat voor Aya belangrijk was”, zegt Annick, de ‘Belgische mama’ van Patosi. “Het was niet altijd even gemakkelijk, vooral omdat ons levens- en werkritme totaal anders was dan dat van hen. Samen eten lukte bijvoorbeeld zelden. Aya en Ebrahim hadden de hele zolderverdieping voor zich en wanneer ik thuiskwam van mijn werk waren zij meestal aan het slapen. Dan kwamen ze om tien à elf uur ’s avonds naar beneden om te eten en dan wisten ze dat de ijskast altijd vol zat. ’s Ochtends moest ik ze wel vaak wekken, want doorgaans waren zij tot een gat in de nacht wakker gebleven. Dan luisterden ze naar muziek, keken tv en speelden op PlayStation tot ze in slaap vielen. Af en toe gingen ze naar Anele in Genk. Wij wonen ook wel een beetje in the middle of nowhere, moet ik bekennen. Er is een tuin en een zwembad, waarin Aya trouwens leerde zwemmen, maar voor de rest is hier weinig te beleven.

“Aya is wel iemand met veel ontzag voor mensen die ouder zijn dan hij. Wanneer hij bijvoorbeeld wist dat er gewichtscontrole zou zijn, at hij minder vlees en meer fruit, ging hij op de weegschaal staan en extra joggen. Maar hij is uiteraard een jonge gast die graag eens uitgaat. We gaven hem ook veel vrijheid en wanneer zijn focus eens wat minder op voetbal lag, ondervonden ze dat wel op de club.

“Zich echt integreren, dat doen zulke jongens niet. Misschien kwam dat omdat ze met z’n tweeën waren, maar ze leefden hier wat in hun eigen wereld. Familiefeesten interesseerden hen niet. De voetbalwereld is natuurlijk wel een speciale wereld, met onder meer een heel ander werkschema, en hun vrienden waren ook alleen maar voetballers. Ze hebben absoluut structuur nodig, maar in een normale gezinsstructuur zijn die moeilijk in te passen. We probeerden hen wel bij te brengen dat ze zich in onze cultuur aan afspraken moeten houden. Het gebeurde weleens dat ze in het weekend niet naar huis kwamen en dan stond ik daar met mijn eten. Die mannen leven van dag tot dag, die plannen niets en wanneer er iemand belt en vraagt ‘ga je mee’, dan zijn die weg. En dan belde Aya: ‘Wil je mij komen halen?’ Maar het zijn plantrekkers, hé. Ze vinden wel een andere oplossing, maar eerst proberen ze de gemakkelijkste.

“Ik denk wel dat een gastgezin het eerste jaar goed is voor zulke jongens, gewoon nog maar om de praktische dingen van een land te leren, zoals: afval sorteren, hoe neem je een bus, hoe ga je naar een bank, hoe ga je om met geld,…? Want die hadden nooit eerder geld en ofwel sturen ze dan alles naar Afrika ofwel kopen ze zonder besef. Je moet ze op het gevaar van kredietkaarten wijzen en door scha en schande ondervinden ze dat. Dan zegde ik: ‘Aya, ik ben een universitair, ik ga fulltime werken en ik verdien minder dan jij. Je moet beseffen dat dit een geschenk is waarmee je moet kunnen omgaan!’ Hij liep weleens met zijn hoofd tegen de muur, maar hij is wel bereid te leren. Maar zet zulke jongens van in het begin zonder begeleiding alleen in een appartement en die lopen in hun ongeluk.

“Het belangrijkste voor hen hier was een vertrouwenspersoon bij wie ze terechtkonden wanneer er een probleem was, ook op emotioneel vlak, iemand tegen wie ze het durfden te komen vertellen. De voetbalwereld is een heel harde wereld en uiteindelijk zijn dat nog kinderen. Daar mis ik soms toch wat menselijkheid, zeker in de manier waarop er op hen geroepen wordt en over hen gepraat wordt wanneer ze niet presteren. Wanneer de coach hen uitgescholden had, waren die daar alleszins erg van onder de indruk. Dat heeft Ebrahim zelfs gekraakt, denk ik. Ook Aya zag daarvan af, maar hij slaagde er toch in daar iets positiefs uit te halen om beter te kunnen worden. Maar het frustreerde hem dat hij niet veel mocht spelen en daardoor verminderde zijn focus vanzelf. Na de gewonnen bekerfinale hadden die bovendien overdag ook nog veel te weinig te doen en toen zijn ze veel uit geweest. De club zou zich iets meer met die jongens moeten bezighouden, vind ik. Want wat voor een leven leiden die? Die gaan trainen en voor de rest van de dag hebben die niets meer te doen. Wij kochten voor Aya een boek met de wegcode en schreven hem in voor de autorijschool, maar hij is geen enkele keer geweest. Ik stelde de club voor om hen Nederlandse les te laten volgen, maar kreeg als antwoord dat de middelen daarvoor ontbreken. Oké, maar intussen vervelen ze zich en voor jonge gasten zijn de verleidingen groot.”

Dit seizoen deelt Patosi met een andere jonge buitenlander een appartement in het stadscentrum. “Er was met de club afgesproken om dat te proberen en in feite lukt dat redelijk goed. De club zorgde intussen wel al voor een poetsvrouw. Nicolas was daar geweest en had gezien dat het meer dan nodig was. Aya belde mij ook al eens: ‘Mama, kan je mijn was doen?’ Aan poetsen, wassen en koken zijn ze nog niet echt toe. ’s Middags eten ze op de club, maar wat ze ’s avonds eten, weet ik niet. Ik zie Aya niet meteen boodschappen doen, moet ik zeggen. Soms stuurt hij mij een bericht: Mama, do you have soup? Met zijn verjaardag is hij nog eens komen eten en deden we zijn favoriet: pikante wortelsoep met lasagne. Hij is wel iemand van wie je vriendschap krijgt. Wanneer hij mij na een match ziet, komt hij mij altijd een knuffel geven.”

Goals

Intussen is Patosi basisspeler geworden, is hij momenteel met zes doelpunten zelfs topschutter van Lokeren én ging zijn magistrale goal tegen Standard de wereld rond. Vorig seizoen was hij vooral invaller en kon hij maar zelden overtuigen. In het succesvolle bekerparcours bijvoorbeeld stond hij in de kwartfinales, de halve finales en de finale geen minuut op het veld.

Maar Reynders twijfelde niet, zegt hij. “Toch niet aan zijn talent. Daarvoor was wat ik destijds van hem zag te overtuigend: zo balvast, zo’n klare kijk, zo snel spelen, zo precies inspelen, zo dominant op het middenveld, tweevoetig, constant in beweging. Het voetbalplezier droop ervan af. Ik heb toen ook direct gevraagd aan Anele, die bij mij stond en van dezelfde academie afkomstig is, hoe het zat met zijn mentaliteit. Hij zei dat het een speciaal manneke was en zo, maar je moet een beetje speciaal zijn om een topper te worden. Dat beetje eigenwijsheid, dat eigenzinnige in het spel, dat verrassende, dat maakt juist het verschil. Het is net dat wat er bij die jonge gasten boven uitsteekt in vergelijking met de gemaakte voetballer. Natuurlijk, hij was pas achttien jaar en kwam uit een opleidingsschool in een totaal ander land met andere gewoontes en een andere mentaliteit. Dat vergt een grote aanpassing. Hoe dan ook is het belangrijkste bij zo’n jongen dat er een plaats vrijkomt en dat er speelkansen komen. Wanneer hij vorig seizoen mocht invallen of toch eens een wedstrijd mocht starten, moest het meteen gebeuren, en dan zag je dat hij het te goed wilde doen en te veel aangepast aan de opdrachten van de trainer speelde. Terwijl Ayanda net een speler is die voor een stuk op zijn intuïtie, op zijn talenten moet kunnen voetballen. Er is structuur en discipline nodig, absoluut, hij moet zijn verdedigend werk doen, maar aan de bal moet je kunnen zeggen: doe het maar, want je hebt het in jou om het verschil te maken. Maar wanneer er maar af en toe een kansje komt om je te bewijzen, dan moet het er meteen op zijn, en voor zo iemand hangt daar heel veel aan vast. Want hij draagt ook een grote verantwoordelijkheid voor zijn familie in Zuid-Afrika, ook voor hen is het belangrijk dat hij slaagt, een beter contract kan afdwingen en een volgende stap kan zetten.

“Het is bij ons ook wel zo dat de lat hoog wordt gelegd voor de jeugd en dat er druk is, maar dat moet ook, want het is pas dan dat de echte boven water kunnen komen. Het belangrijkste is dat je het talent blijft zien op training. Er zijn weleens periodes dat het wat minder is of dat het wat tegenzit, mentaal dan vooral, en dat je dat knopje moet kunnen omdraaien. Dan is het kwestie van ervoor te zorgen dat ze niet de slechte weg opgaan.

“Van in het begin verdedigde ik het vertrek van Benji De Ceulaer omdat je daardoor een opening creëert voor Patosi en anderen. Er kwam een plaats vrij en dat voelen die gasten en dat laat hen toe om die tien procent extra te geven om ervoor te knokken. Er zijn vorig seizoen wat akkefietjes geweest in de aanpassing en als hij dan ook nog eens met overgewicht uit vakantie terugkeert, dan is het aan ons om hem consequent duidelijk te maken van: kijk, op die manier kan het niet en zal het hier ook niet gebeuren, jij bent het die je moet aanpassen. Wat dat betreft zijn de eerste weken van de voorbereiding voor hem heel zwaar geweest. We zijn begonnen met een vrij speelse teambuildingdriedaagse aan zee, maar hij heeft daar niets anders moeten doen dan rondjes lopen. Ik denk niet dat hij dat nog eens wil meemaken.

“Vorig seizoen al beslisten we dat het op zijn leeftijd voor zijn ontwikkeling het best is dat hij in een vrije rol vanaf de zijkant kan spelen. Van daar kan hij gemakkelijker vrij komen tussen de lijnen. In het moderne voetbal spelen creatieve spelers meestal vanaf de buitenkant. Maar in de toekomst zie ik hem wel weer centraal terechtkomen, op 10 of op 8, als eerste aanspeelpunt vanuit de verdediging en als foerier voor de aanvallers, omdat hij zo balvast is en over zo’n goed dieptezicht beschikt.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

“Je moet ze op het gevaar van kredietkaarten wijzen. Door scha en schande ondervinden ze dat.” Annick

“Je moet een beetje speciaal zijn om een topper te worden.” Willy Reynders

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content