De weg naar de Condroz leidt dan toch niet naar het absolute niets. Vooraleer de dorpjes elkaar in snel tempo opvolgen – en een schier onzichtbare draad tussen Luik en Marche vormen – slingert de baan zich nog langs het American Cemetery and Memorial in Neupré. In Saint-Séverin, vlak bij Nandrin, luiden de eerste stenen huizen de weg naar de Tennis Club du Condroz in, het domein van de intussen 65-jarige Philippe Garot. Dertig jaar geleden werd de voormalige centrale verdediger nog landskampioen met Beveren. “In de zes jaar dat ik bij Standard zat – van 1974 tot 1980 – heb ik niets gewonnen,” vertelt Garot, “maar in die vier jaar bij Beveren – van 1980 tot 1984 – heb ik alles gewonnen. De beker van België in 1983 en de titel in 1984. In Beveren heerste er een fijne familiale sfeer, niet het minst dankzij onze geweldige coach Urbain Braems. Een heleboel spelers van die ploeg groeiden later uit tot internationals. Denk maar aan Filip De Wilde en Marc Baecke, om er nu maar twee te noemen. Maar ik herinner me ook Paul Lambrichts, Paul Theunis, Heinz ‘de artiest’ Schönberger en Erwin Albert, de spits met de ongelooflijk indrukwekkende conditie.”

Jaren zijn voorbijgevlogen en Garot gaat niet meer naar het stadion, maar het voetbal zit hem nog steeds in de genen. “Ik heb tot mijn 55e gevoetbald! En als er morgen een club komt aankloppen, bind ik de schoenen meteen weer aan. Ik heb zelfs nog een transfer naar het buitenland gemist toen ik de vijftig al gepasseerd was. Ik kwam aan in het Franse Audun-le-Tiche en zag meteen een paar besmuikte lachjes en bedenkelijke blikken bij de fans. Na de testwedstrijd waarin ik zowat de hele verdediging reorganiseerde smeekte men me evenwel om te blijven. Uiteindelijk ben ik niet op het aanbod ingegaan omdat het toch net iets te ver rijden was.”

Hij heeft werkmanshanden. Deze ochtend hield hij zich dan ook bezig met het onderhoud van de tennisterreinen. “Ik heb altijd al mijn eigen baas willen zijn”, zegt hij. “Het idee om een tennisclub te beginnen, kreeg ik toen ik nog bij Standard speelde. Uiteindelijk hebben we ons hier geïnstalleerd, op een plek waar er absoluut niets was. We hebben een tennisschool voor jongeren die momenteel heel goed draait en waar de nadruk duidelijk op tennis voor allen ligt. Onze twee zoons, Anthony en Maxime, stropen mee de mouwen op. En als het nodig is steken we allemaal een tandje bij.”

De Tennis Club du Condroz heeft een reputatie hoog te houden en het had geen haar gescheeld of het goeie imago was een paar jaar geleden aan diggelen geslagen toen Garot de controle over het stuur van zijn Porsche verloor. Hij reed niet eens zo snel, maar de gevolgen waren aanzienlijk: Garot belandde in coma, moest opnieuw leren stappen en kreeg een opstoot van diabetes door de gevolgen van het ongeval. “Laten we het over leukere zaken hebben”, lacht hij. “Wist je dat ik ook nog bij CS Verviers, AS Eupen en Daring Molenbeek gespeeld heb? Coachen deed ik bij RWDM, Francs-Borains, Asec Abidjan, Bergen, Seraing en nog een paar clubs. Het enige wat ik jammer vind, is dat ik slechts twee caps heb weten te verzamelen. Na de affaire Standard-Waterschei in 1984 herschikte bondscoach Guy Thys nochtans zijn hele verdediging. Ik dacht dat ik toen mijn kans zou krijgen, maar ondanks het feit dat hij wel degelijk spelers uit de verdediging van Beveren koos, zag hij mij over het hoofd. Kwalijk neem ik hem dat evenwel niet. Hij zal zijn redenen wel gehad hebben. Zo zit het leven nu eenmaal in elkaar.” ?

DOOR PIERRE BILIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content