Geen aandeel in het peloton dat de voorbije twee jaar sneller omhoogschoot dan dat van Peter Sagan, het 21-jarige supertalent dat zaterdag met de Vuelta aan zijn eerste grote ronde begint.

Wat is die kerel sterk. Hij zal nog veel koersen winnen. Hij wordt in de toekomst mijn grote tegenstander.” Deze sms stuurde Philippe Gilbert in juni naar ploegleider Dirk De Wolf nadat ‘hij’ – Peter Sagan – in de Ronde van Zwitserland een bergrit én een massasprint gewonnen had. Niets is de stille Slovaak met het gemillimeterd haar en jongensachtige gezicht dan ook vreemd. Klimmen, dalen, tijdrijden, sprinten: hij kan het allemaal. Dé specialiteit van het huis is de explosieve versnelling bergop, vandaar de voorspelling van Gilbert en veel andere kenners. Als een renner de komende jaren de Waal in dat onderdeel kan bekampen, is het Sagan.

De manier waarop hij in de jongste Ronde van Polen tweemaal met sprekend gemak zijn concurrenten ijskoud vermorzelde, was Gilbertiaans. Stilaan mag de pas 21-jarige Slovaak de bijnaam van Ole Gunnar Solskjaer, ex-spits van Manchester United, claimen: The Babyface Assassin. Sagans zegeteller staat dit seizoen al op elf – aangevuld met liefst achttien toptienplaatsen – en het lijdt geen twijfel dat hij dat lijstje in de Vuelta zal aanvullen, al is hét doel van de tweedejaarsprof het WK in Kopenhagen. De laatste rechte lijn gaat daar namelijk vrij stevig omhoog…

Sagan bevestigde de voorbije maanden al het goede wat hem bij zijn profdebuut in 2010 toegedicht werd. Toen won hij al vijf keer: twee ritten in Parijs Nice, twee in de Ronde van Californië en een in de Ronde van Romandië. Fenomenale prestaties voor een jonge twintiger.

Geleende fiets

De saga van Peter Sagan begint in Zilina, een dorp op zo’n tweehonderd kilometer van de Slovaakse hoofdstad Bratislava. In 1990 wordt hij er als jongste van vier kinderen geboren. Het is vooral zijn zus Danka die hem grootbrengt, want vader en moeder hebben hun handen vol met hun kruidenierswinkel. Geïnspireerd door jeugdidool Jan Ullrich en zijn twee jaar oudere broer Juray – ondertussen ook profrenner bij Liquigas – sluit Peter zich op negenjarige leeftijd aan bij de lokale wielerclub Cyklisticky spolok Zilina.

Met Juray maakt hij op zijn mountainbike de glooiende heuvels rond zijn geboortestad onveilig. Wielrennen is dan vooral een spel: de jonge Sagan rijdt wedstrijden in een simpel T-shirt en met tennisschoenen aan. Een keer wint hij zelfs een race op een doordeweeks vehikel uit de supermarkt dat hij van zijn zus geleend heeft. De fiets die hij van een sponsor zou krijgen, liet immers op zich wachten en de zijne had hij al verkocht…

Vanaf 2006 ontluikt Sagans talent. In dat jaar wint hij als nieuweling een etappe in de gerenommeerde Radjugendtour in Oostenrijk en het jaar erna wordt hij in Slovakije uitgeroepen tot ‘Jeugdrenner van het Seizoen’. Eind 2007 duikt de polyvalente Sagan voor het eerst op in België: in Diegem wint hij de Superprestigemanche. De voorbode van een succesvol WK in Treviso, waar alleen Arnaud Jouffroy sterker is. Ook in de junioreneditie van Parijs-Roubaix grijpt hij maar nipt naast de zege. Na een aanval van tachtig kilometer wordt de Slovaak in de slotfase nog opgeraapt door de Brit Andrew Fenn.

Sagan laat het niet aan zijn hart komen en toont zijn immense veelzijdigheid door in mei Europees en in juni wereldkampioen mountainbike te worden. Diezelfde maand nodigt Quick-Stepmanager Patrick Lefevere hem uit voor een fysieke test. Omdat de Slovaak zijn uitrusting vergeet mee te brengen en alleen over geld spreekt, krijgt hij – ondanks uitstekende testresultaten – geen contract.

Sagan is enorm ontgoocheld en overweegt te kappen met wegwielrennen, tot hij bij Liquigas mag testen. Manager Stefano Zanatta is zo onder de indruk van zijn capaciteiten dat beide partijen in september 2008 een akkoord voor twee jaar afsluiten. In 2009 wordt Sagan nog ondergebracht bij de belofteploeg Dukla Merida Trencin en voor het Cannondale Factory Racing Team mag hij zijn mountainbikeraces afwerken. De Slovaak verhuist ook naar de thuishaven van Liquigas in San Dona di Piave, bij Venetië. Geen makkelijke stap, want hij spreekt geen Italiaans en is heel verlegen. Op zijn ploegmaats van het CFR Team maakt hij niettemin grote indruk. Van hen krijgt hij de bijnaam Terminator, omdat hij met zijn grote kracht zijn mountainbikes kapot rijdt.

Compliment van Armstrong

Na wegoverwinningen in de GP Kooperativa en de Mazovia Tour in 2009 maakt de pas 19-jarige Sagan in januari 2010 zijn profdebuut in de Tour Down Under. In het voorafgaande criterium mengt hij zich al in een ontsnapping met Lance Armstrong en nog hogere ogen gooit de neoprof in de lastige vijfde rit naar Willunga Hill, wanneer hij Cadel Evans, Alejandro Valverde en Luis Léon Sánchez kan volgen en als vijfde eindigt. Dat hij na een val met achttien hechtingen in de arm rondrijdt, lijkt hem nauwelijks te deren. Het levert hem zelfs een nieuwe bijnaam op: Rambo. Ook Armstrong is onder de indruk: “Die jonge Sloveen toont heel wat talent.”

De foute nationaliteit, maar wel een juiste inschatting van Sagans potentieel, want enkele weken later wint de Slovaak op verbluffende wijze twee etappes in Parijs-Nice: in Aurillac is hij de snelste van een kopgroep met onder meer Joaquín Rodríguez, Tony Martin en Alberto Contador en in Aix-en-Provence rijdt hij in een lastige slotfase onweerstaanbaar in zijn eentje weg.

Wanneer de Terminator achteraf in een interview met een uitgestreken gezicht zegt dat het zijn ambitie is om zo veel mogelijk geld te verdienen, doet hij bij velen de wenkbrauwen fronsen, maar dat blijkt later om een weddenschap met zijn ploegmaats te gaan. Zijn échte ambitie is simpeler: “Zo veel mogelijk winnen, het maakt niet uit waar.” En, zoals hij later dat seizoen, na een ritzege in de Ronde van Californië, aangeeft: “Ooit zo sterk worden als Jan Ullrich.” Hopelijk voor Sagan volgt hij niet té veel diens voorbeeld en kan hij de weelde blijven dragen. Hij zou niet de eerste atleet uit het Oostblok zijn wiens partygehalte recht evenredig stijgt met het aantal nullen op zijn bankrekening. Het zou zonde zijn van het immense talent.

Bekijk een interview met Peter Sagan op www.sportmagazine.be

door Jonas Creteur

Hopelijk volgt hij niet té veel het voorbeeld van Jan Ullrich.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content