Soms druipt de klasse van hem af, scoren doet hij meer dan ooit, maar nog te vaak ligt Ryan Donk ook aan de basis van tegendoelpunten. Een analyse.

Tegen Qarabag kopte hij een inworp binnen, in Zestafoni kopte hij tegen de paal en trapte Carl Hoefkens de rebound binnen, en zowel in Braga als in Maribor kopte hij in de slotfase de winning goal binnen. Ook tegen Genk kopte hij er een binnen en tegen Westerlo scoorde hij met de voet, na een dubbelpas en een dribbel in de zestien nog wel. Maar achterin maakte hij er af en toe een potje van. De organisator van de verdediging is hij in de praktijk nog niet gebleken, daarvoor vraagt zijn eigen positiespel nog te veel aandacht. Thuis tegen Birmingham bijvoorbeeld liet hij in de blessuretijd Chris Wood de winning goal maken en in de terugwedstrijd gaf hij in de tweede helft met foutieve tussenkomsten de 0-2-voorsprong weg. Ook Maribor uit was een dieptepunt, maar uiteindelijk zorgde hij daar in de negentigste minuut nog zelf voor de overwinning. Het gebeurt wel meer dat hij in dezelfde match het slechtste met het beste combineert. Uit bij Zulte Waregem tastte hij mis bij de openingsgoal van Giuseppe Rossini, maar na de rust forceerde hij met zijn infiltraties mee de ommekeer. Het lijkt een kwestie van concentratie. Wordt Ryan Donk (25) ooit standvastig?

De randzaken beperken

“Dat hij er soms even niet bij is met zijn hoofd gebeurt alleszins niet opzettelijk”, zegt Peter Balette, die de voorbije seizoenen als assistent-trainer van Club Brugge onder meer op standaardsituaties met hem werkte (en die nu tot de trainersstaf van Standard behoort). “Hij lijkt nonchalant, dat is volgens mij een beetje de stijl die hij uit zijn jeugd meenam. Maar zodra hij het veld op komt, is hij wel met zijn zaak bezig. Het is niet zo dat hij niet kan focussen op zijn wedstrijd, zeker niet, maar hij is wel iemand die enorm gevoelig is voor randverschijnselen van welke aard ook. Die kunnen hem gemakkelijk negatief beïnvloeden en leiden tot concentratieverlies. Dat kan om een probleem in zijn entourage gaan, zoals de boodschap die hij in Maribor kreeg dat zijn oma ernstig ziek is, maar evenzeer om een scheidsrechterlijke beslissing tegen hem. Ook op training merk je dat. Dan moet hij zich herpakken, moet je even op hem inpraten, dan is er een externe prikkel nodig: ‘Kom op Ryan, terug erbij!’ Als hij zorgenvrij is en de randzaken kunnen tot een minimum beperkt worden, dan is hij een absolute topper.

“Ryan beschikt over de fysieke kenmerken van een moderne topverdediger: een enorme explosiviteit, snelheid en sprongkracht. In de tests stak hij met kop en schouders boven alle anderen uit. Hij is ook heel balvaardig, misschien zelfs té voor een verdediger. Hij kan uitvoetballen, vanop zijn plaats rechts in het centrum geweldige diagonale ballen trappen, hij kan inschuiven en voor een meerderheid op het middenveld zorgen én hij kan één tegen één spelen.”

En zijn kopkracht is enorm, hoewel hij met het hoofd soms sterker lijkt voor het doel van de tegenstander dan voor het eigen doel. “Misschien omdat je bij aanvallend koppen meer op de bal kunt focussen en minder rekening moet houden met de tegenstander”, zegt Balette. “Alles is ingestudeerd, je weet waar de bal moet komen en waar je moet zijn. Bij verdedigend koppen moet je met meer factoren rekening houden. Wat je bij sterke koppers in de verdediging ook weleens merkt, is dat ze zich zo sterk voelen dat ze ervan uitgaan dat ze de bal wel zullen kunnen wegkoppen en daarom hun man laten lopen – dat zie ik bij ons soms ook bij Kanu, Van Damme en Felipe. Natuurlijk word je ook wel altijd geconfronteerd met de beste kopper van de andere ploeg en wordt er getracht om je ‘uit te blokken’. Als tegenpartij moet je Ryan aan de grond kunnen houden, want als hij in de lucht kan klimmen en de center is optimaal gegeven, dan is er eigenlijk nog maar weinig aan te doen. Bovendien beschikken ze bij Club Brugge met Björn Vleminckx nu ook nog over iemand die de bal voor doel kan ingooien. En dat Ryan tegenwoordig samenwerkt met Philippe Clement maakt hem nog gevaarlijker. Philippe is een van de allerbeste koppers, aanvallend én verdedigend, die ik ooit meemaakte.”

Het zijn kwaliteiten om tot de allerhoogste top te kunnen doorstoten, besluit Ba- lette. “Iedereen weet dat Ryan soms even ‘weg’ kan zijn, maar ik merk wel dat hij gegroeid is in maturiteit, in leiding geven en in een voorbeeld willen stellen. In zijn eerste jaar was hij als nieuweling niet zo aanwezig. Toen onderging hij alles meer, nu trok hij blijkbaar de verantwoordelijkheid naar zich toe. Misschien nam hij tijdens de afwezigheid van aanvoerder Carl Hoefkens wat te veel hooi op zijn vork, maar centraal achterin staat hij hoe dan ook op een strategische positie. Feit is bovendien dat door blessures de samenstelling van de verdediging al vaak wisselde en dat hij zich telkens aan andere jongens rond zich moest aanpassen. Dat was voor hem zeker geen voordeel. Zelfs de allerbeste verdedigers ter wereld hebben nood aan een keeper achter zich die hen stuurt. Iederéén maakt fouten, maar bij hem is het contrast zo groot omdat zijn top zo hoog ligt.”

Randzaken tot een minimum beperken? Donk staat bekend als een verwoed twitteraar die zelden een moment voorbij laat gaan om contact te maken met familie, vrienden, kennissen en fans. Leidt dat hem niet af van de essentie? “Ik denk dat hij ondertussen de toppen van zijn vingers niet meer voelt van al dat tikken,” zegt Balette, “maar Ryan is heel sociaal en heeft die contacten nodig om te presteren. Pak je hem dat af, dan zal dat slecht zijn voor zijn concentratie- en prestatieniveau, vrees ik. Hij moet zich goed voelen in zijn vel en dat beetje vrijheid om te twitteren laat je hem volgens mij beter.”

De focus richten

“Dat hij dit seizoen meer scoort, is omdat hij beter beweegt en omdat zijn timing veel beter is geworden”, zegt Philippe Clement, linietrainer voor de verdediging van Club Brugge, die de voorbije maanden individueel werkte met Donk. In defensief opzicht daarentegen blijft de Surinaamse Nederlander bij momenten te kwetsbaar. “Maar een tijd geleden zijn we kunnen starten met individuele videobeelden, met stukken die uit wedstrijden worden geknipt, en dan ziet een speler veel duidelijker wat er bij een bepaalde fase gebeurt dan wanneer je het hem achteraf gewoon zegt. Dan merk je ook dat hij zich daar meer bewust van wordt, dat hij dingen begint op te pikken en oude gewoontes achterwege laat. Dat is heel belangrijk. Hij staat ervoor open en is ervan overtuigd dat hij op die manier nog een paar stappen vooruit kan zetten dit seizoen. Momenteel zijn we daar iets minder mee bezig, omdat de nieuwe trainer iedereen nog beter moet leren kennen en eerst collectieve accenten wil leggen. Maar daarna zullen we dat zeker verder zetten. Ryan vraagt er trouwens zelf om.”

In elk geval wil hij wel, benadrukt Clement. “Door zijn wat flegmatieke uitstraling ontstaat bij veel mensen het beeld van iemand die er weinig mee bezig is, maar dat is hij juist wel. Ryan is heel leergierig, komt dikwijls om raad of uitleg vragen. Voor hem is argumentatie belangrijk: als het duidelijk is waarom iets nadelig is voor de ploeg en voor hemzelf, dan neemt hij dat mee. Hij is een liefhebber, iemand die heel veel van het spelletje houdt. Waar hij vooral op moet letten, is dat er voor een verdediger momenten zijn waarop je focus meer op je man moet liggen en niet alleen maar op het spel. Die dingen vergeet hij nog weleens. Hoe lager je verdedigt, hoe belangrijker dat is. Want in de zestien meter mag je je tegenstander geen half metertje lossen. Daar kan hij het ook niet meer oplossen met zijn snelheid zoals hij dat verder van doel wel nog kan. Zijn werkpunt is: waar ligt de focus op, op hoe anderen aan het spelen zijn of in de eerste plaats op jezelf en pas dan op wat de anderen moeten doen?”

Maar gaat precies die leidinggevende rol, die aanvoerdersband die hij bij afwezigheid van Hoefkens zo graag aantrok, niet juist ten koste van zijn eigen spel en stabiliteit? “Ik heb niet dat gevoel”, zegt Clement. “Dat hij in de wedstrijd en op training, op en naast het veld, degene is die het voortouw neemt, dat hij meer een ploegspeler is geworden, vind ik een positieve evolutie. Vroeger was hij alleen met zijn eigen match en carrière bezig. Ik speelde nog met hem samen en toen coachte hij helemaal niet. Dat kan eigenlijk niet: centrale verdedigers moeten elkaars positie corrigeren. Daarin is hij aan het groeien.

“Het is een nieuw proces voor hem, iedereen verlangt ook veel van hem en hij is zich ervan bewust dat hij ook daarin vooruitgang kan maken. Niet alleen door naar beelden van zichzelf te kijken. Maar ook door de ambitie te hebben om elke dag, elke training, elke oefenvorm en elk trainingspartijtje te doen wat er gedaan moet worden. Door daarop gefocust te zijn, door in elk moment, in elke fase die energie, die concentratie en die kracht te stoppen. Dan wordt dat een gewoonte en ga je dat ook in de wedstrijd beter kunnen. Dat beseft hij. Als hij dat kan opbrengen en blijven opbrengen, zal Club Brugge nog veel plezier aan hem beleven en zal hij op een dag een hele mooie transfer kunnen maken, denk ik.

“Dat iemand met zo veel ervaring als Carl daar verder in staat, is logisch, maar dat Ryan dit seizoen meer leiderschap vertoont, zie ik toch eerder als een voordeel voor hem. Het zorgt er ook voor dat hij constant moet nadenken, het vergt van hem nog meer scherpte gedurende de hele wedstrijd. Dat is nodig, want op zijn positie kan de minste verslapping cruciaal zijn.”

Zie bijvoorbeeld Birmingham uit, waar na een 0-2-ruststand onoordeelkundig verdedigen van Donk de thuisploeg toeliet om nog tot 2-2 terug te keren. “Dat was een slechte wedstrijd van hem en daar komt dan de gevoelsmens in hem naar boven”, zegt Clement. “Dan zie je dat hij geen robot is. Ryan was gewoon ondersteboven van het ontslag van Adrie, de trainer die hem naar Club Brugge haalde en die hem altijd veel vertrouwen schonk. Ik maakte het in mijn spelersloopbaan zelf een paar keer mee dat ik na een trainersontslag binnen de twee dagen geblesseerd raakte: je voelt je slecht, mee verantwoordelijk, schuldig, en die emoties veroorzaken een negatieve lichamelijke reactie. Daarom vind ik het niet onlogisch dat Ryan in Birmingham niet in de match raakte.”

Maar was hij het niet die meteen na de 4-5-thuisnederlaag tegen Genk, de fatale match voor Adrie Koster, in de mixed zone zei dat er geen plan bestond om een voorsprong te verdedigen en daarmee de verantwoordelijkheid voor het verlies bij zijn trainer legde? Of was dat ook weer zo’n moment van onachtzaamheid, nonchalance, waarin hij zich niet bewust was van de draagwijdte van zijn woorden?

“Als er één ding zeker is, dan is het dat Ryan geen kritiek wou geven op Adrie opdat hij buiten zou liggen”, zegt Clement. “Dat het in de media anders werd voorgesteld, bezorgde hem waarschijnlijk ook wel een heel slecht gevoel.”

De nul houden

Wat wordt de impact van de persoonlijkheid van Christoph Daum op die van Ryan Donk? Zal de Duitser de doortastende trainer blijken te zijn die hem mentaal scherper dan ooit zal zetten en hem zo naar zijn top zal leiden? Het moet worden afgewacht. Vooralsnog is het back to basics: sober achterin blijven, sober verdedigen en sober uitverdedigen. Alleen op hoekschoppen meegaan, de nul houden. Misschien is het een realisme dat een verdediger zoals hij wel ten goede komt en hem een steviger basis kan bezorgen om te kunnen doorgroeien. De nul houden lukte alvast al tegen Cercle, Lierse, Westerlo en STVV, maar tegen Maribor in de Europa League werd het een flop.

Donderdag tegen Braga volstaat de nul houden om te overwinteren. Benieuwd of Donk dan zorgenvrij zal zijn en of de randverschijnselen tot een minimum beperkt zullen kunnen worden.

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

“In Birmingham was Ryan gewoon ondersteboven van het ontslag van Adrie.” Philippe Clement

“Dat hij er soms even niet bij is met zijn hoofd, gebeurt alleszins niet opzettelijk.” Peter Balette

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier