Back to the future

© belgaimage

Op 24 juli 2020, over exact een jaar en twee weken, beginnen de Olympische Spelen in Tokio. Die moeten de meest innovatieve en een van de drukst bezochte ooit worden. Toch zijn er ook zorgen en luidt er kritiek. Vijf verhaallijnen die de voorbereiding op de 32e Zomerspelen zullen overheersen.

Herstelspelen (deel twee)

Toen in 1964 Tokio voor het eerst de Zomerspelen organiseerde, stak Yoshinori Sakai de olympische vlam aan. Een negentienjarige jongeman, geboren op 6 augustus 1945, de dag dat de Amerikanen een atoombom op Hiroshima dropten. De keuze voor Sakai was symbolisch voor de wedergeboorte van Japan na de Tweede Wereldoorlog. Met de Olympische Spelen als grote motor: een nieuwe luchthaven, een nieuwe hogesnelheidstrein, nieuwe luxehotels en sportarena’s, honderden kilometers nieuwe snelwegen… In de jaren voor de Spelen van 1964 onderging Tokio een complete make-over. Het gaf de stad en het land een morele en economische boost die nog een kwarteeuw zou aanhouden. En ook een nieuwe status, niet meer als de grote vijand uit de oorlog, maar als vredelievende natie.

Dat daklozen uit parken geweerd worden en bejaarden moeten verhuizen, heeft het imago van de Spelen negatief beïnvloed.

Die erfenis van 1964 streven de Japanners met deze tweede Zomerspelen opnieuw na. Back to the future. De wereld tonen welke bruisende, moderne, historisch rijke metropool Tokio is. Nochtans zijn de problemen groot: torenhoge zelfmoordcijfers, genderongelijkheid, het gebrek aan multiculturele diversiteit onder de fel verouderende bevolking, een tekort aan jonge (buitenlandse) werkkrachten om dat op te vangen en de slabakkende economie – weliswaar nog altijd ’s wereld op twee na grootste – aan te zwengelen.

Door pas versoepelde immigratiewetten en een toevloed van overzeese toeristen (er worden er in 2020 zo’n 40 miljoen verwacht, na al een record van 31 miljoen in 2018) wil Japan weer een open imago verwerven. En zo het land opnieuw een ferme economische duw in de rug geven. Volgens de beleidsmakers zouden de Spelen op termijn, na ook de organisatie van het WK rugby komend najaar, ruim 100 miljard aan ’toegevoegde waarde’ moeten opleveren.

Dat alles onder het motto van recovery and reconstruction games, in het bijzonder voor de regio en stad Fukushima (300 kilometer ten noorden van Tokio). Die werd in 2011 geteisterd door een allesverslindende tsunami, met ruim tienduizend doden en een kernramp als gevolg. De Japanse overheid wil nu laten zien dat het gebied, op de directe omgeving rond de kerncentrale na, weer helemaal veilig is. En dus zullen er baseball- en softballmatchen – zeer populair in Japan – gespeeld worden om ‘via de kracht van sport de energie en vitaliteit van de bewoners in de streek te herstellen’. Zoals de Spelen van 2020 ook het moreel en de trots van alle Japanners moeten opkrikken.

Back to the future

Futuristische hightechspelen

Japan wil zich ook tonen als hét land van de technologische innovaties, net als in 1964. Toen bestempeld als de sciencefiction games, met allerhande primeurs: computers van IBM die de resultaten vlugger berekenden, tijdopnames tot op een honderdste van een seconde, een nieuwe satelliet die livebeelden de wereld rondstuurde… Ook nu zullen Japanse bedrijven met hightechsnufjes uitpakken, zoals de zelfrijdende auto’s van Toyota, of robots die in het olympische stadion eten en drank aan mindervaliden zullen bezorgen. In metrostations zullen robots van Aruze Gaming passagiers de weg wijzen en info over toeristische attracties bezorgen, in vier verschillende talen (Japans, Chinees, Koreaans en Engels). Een even slimme robot moet in die metrostations mogelijk gewelddadige acties opmerken en verdachte pakketjes opsporen.

Voor het eerst zal op de Spelen aan de securitycheckpoints voor alle geaccrediteerde personen ook met gezichtsherkenning gewerkt worden, technologie van NEC Corp die luchthavens al langer toepassen. Dat moet fraude met valse accreditaties tegengaan, de wachtrijen flink inkorten, en dus de stress bij atleten, journalisten en officials verminderen. Daarnaast zal kunstmatige intelligentie de jury in het turnen helpen bij het geven van punten – vaak voorwerp van discussie.

Voort surfend op de groene golf willen de organisatoren ook het milieuvriendelijke aspect van de Spelen benadrukken. De olympische medailles worden gemaakt uit gerecycleerd metaal van smartphones en andere elektronische apparatuur, de uniformen van de dragers van de olympische toorts zullen deels uit gerecycleerde plastic flessen bestaan, en aan de uitgangen van tweeduizend warenhuizen zal 45 ton plastic afval verzameld worden, om daaruit honderd medaillepodiums te vervaardigen. In vergelijking met de gigantische ecologische voetafdruk van de Spelen zijn dat druppels op een letterlijk hete plaat (zie volgende punt), maar ook in Japan zijn perceptie en pr belangrijk.

(Zeer) hete Spelen

Toen Tokio zich kandidaat stelde voor de Spelen, stond in de aanvraag: ‘De aangename weersomstandigheden in deze tijd van het jaar zullen ideaal zijn voor de atleten.’ Dat was inderdaad zo in 1964, toen de Zomerspelen in de koelere maand oktober begonnen. Nu vinden ze echter van 24 juli tot 9 augustus plaats. En dan is het broeierig heet in Tokio. Vorige zomer werd de stad zelfs geteisterd door een wekenlange hittegolf, met een recordtemperatuur van 41 graden. In combinatie met een hoge luchtvochtigheid tot 80 procent is dat een dodelijke cocktail: ruim honderd mensen overleden, duizenden anderen belandden in het ziekenhuis. Zelfs zonder zo’n extreme hittegolf verwachten weerdeskundigen temperaturen van ruim 30 graden, wat van Tokio 2020 (zeker qua gevoelstemperatuur) de heetste Zomerspelen ooit zou maken.

Toen Tokio in 1964 voor het eerst de Zomerspelen organiseerde, stak spinter Yoshinori Sakai de olympische vlam aan.
Toen Tokio in 1964 voor het eerst de Zomerspelen organiseerde, stak spinter Yoshinori Sakai de olympische vlam aan.© belgaimage

Voor de toeschouwers en vooral voor de atleten, die extreme inspanningen moeten leveren, houdt dat ernstige gezondheidsrisico’s in. De hitte is dan ook een van de grootste kopzorgen voor het Internationaal Olympisch Comité, de organisatie en de stad. Er werd zelfs overwogen om de klok in 2020 twee uur vooruit te zetten, zodat meer openluchtwedstrijden ’s ochtends afgewerkt konden worden. Dat bleek echter te ingewikkeld en dus werd de start van enkele events vervroegd: de 50 kilometer snelwandelen naar 5.30 uur, de marathons naar 6 uur, de triatlons naar 7.30 uur en de roeisessies naar 8.30 uur. De wieler- en mountainbikeraces zullen daarentegen wel over de middag plaatsvinden. Niet toevallig hield de Belgische wielerbond eind juni al een sessie voor Greg Van Avermaet en co, onder meer over hoe ze met de hitte moeten omgaan.

De organisatie en de lokale overheden hebben ook het Tokyo 2020 COOLING Project uitgewerkt. Zo zal honderd kilometer wegdek in de stad een hittebestendige laag krijgen die de temperatuur op de grond met acht graden moet doen dalen. Ook komen er tenten op plekken met mogelijk lange wachtrijen, plus medische posten en watersproeiers op drukbevolkte plaatsen. Een speciaal ontwikkelde app moet bezoekers, in verschillende talen, ook up-to-date informeren over te hete temperaturen.

Drukbezochte Spelen

Door de torenhoge kosten zijn veel Japanners kritisch over de Spelen. ‘Geld dat beter aan sociale zekerheid besteed zou worden’ – een terugkerende klacht. Volgens sommige experts zullen inwoners ook weinig merken van een metamorfose van de stad. ‘Het wordt een snapshot event dat over enkele jaren zelfs een illusie zal blijken te zijn’, aldus Makoto Yokohari, professor aan de universiteit van Tokio. Veel inwoners vrezen ook dat de tsunami van binnen- en buitenlandse toeristen het nu al drukke openbaar vervoer in de miljoenenstad zal versmachten. Dat daklozen uit parken geweerd worden, bejaarden moeten verhuizen om plaats te maken voor luxeappartementen, berichten opduiken over ‘Qatarese’ toestanden op de olympische bouwwerven en de president van het Japans Olympisch Comité, Tsunekazu Takeda, onlangs moest aftreden na beschuldigingen over corruptie bij de kandidaatstelling van Tokio als olympische gaststad, hebben het imago van de Spelen ook negatief beïnvloed.

Back to the future
© belgaimage

Anderzijds is het enthousiasme groot: voor de 80.000 plaatsen als vrijwilliger hebben 200.000 mensen, weliswaar inclusief buitenlanders, zich aangemeld. En in mei registreerden liefst 7,5 miljoen Japanners zich voor de eerste loterij op de officiële ticketsite. Velen, ook buitenlandse toeristen, zullen echter naast een ticket grijpen. De vraag (alleen al van de Japanners ruim 70 miljoen ticketaanvragen – wegens meerdere per persoon) is dan ook veel groter dan het aanbod: in totaal zo’n 7,8 miljoen tickets voor alle competities. Een groot verschil met Rio 2016, toen gratis kaarten voor vrijwilligers en kinderen de lege stadions (deels) moesten vullen. Tokio zal op dat vlak bijna even goed scoren als Londen 2012, toen 8,21 miljoen tickets verkocht werden, op een totaal van 8,5 miljoen.

Van de 7,8 miljoen tickets in Tokio is zo’n dertig procent voorbehouden voor buitenlanders. Die moeten hun ticket kopen bij operatoren, toegewezen door de nationale olympische comités. Voor ons land is dat Eventeam (meer info: eventeam.be/tokyo2020), dat sinds 20 juni 9000 tickets beschikbaar stelt aan het Belgische publiek. Daar kunnen er in de lente van 2020 nog bij komen, wanneer de ‘lastminute sales’-markt start, met tickets die niet in Japan verkocht werden. Dat aantal zal dus echter beperkt zijn.

De prijzen variëren nu van 24/29/39 euro als minimum in verschillende prijsklassen, tot een paar honderd euro voor atletiek- en zwemfinales. Prijzen die op de tweedehandsmarkt nog hoger zullen oplopen, ondanks de in Japan pas gestemde wet die de doorverkoop van tickets verbiedt, op straffe van boetes tot 8000 euro en/of een jaar cel. Dat geldt echter niet voor tickets die als cadeau weggegeven werden, of zonder de naam van de koper erop, zoals bij de tickets bestemd voor olympische comités, sportfederaties en sponsors. Een goudmijn voor de zwarte markt dus.

Dertig tot veertig procent van die tickets blijft daarvan ook traditioneel onbenut, zodat sommige stadions toch hier en daar lege plekken zullen vertonen. Tot frustratie van de vele sportfans die geen ticket konden bemachtigen.

Peperdure Spelen

Telkens keert hetzelfde fenomeen terug: de Spelen als geld opslorpend zwart gat. In oktober 2018 maakte de nationale rekenkamer van Japan bekend dat de Spelen de overheid 6,5 miljard euro zouden kosten, veel meer dan de aanvankelijk geplande 900 miljoen euro. Het totale kostenplaatje, inclusief de begroting van het organisatiecomité, zou uitkomen op ruim 20 miljard euro, of 3,5 keer meer dan het oorspronkelijke voorziene budget in 2013. Cijfers die het organiserende comité sterk betwist, wegens een discussie over kosten die wel of niet direct aan de Spelen gerelateerd worden. Niettemin zal zelfs na correcties het prijskaartje minstens 16 miljard euro bedragen, waarvan de overheid zo’n 70 à 75 procent voor haar rekening neemt (met belastinggeld). Ruim 3 miljard wordt wel bekostigd door lokale sponsors, een record – bijna drie keer zoveel als bij vorige Zomerspelen. Met dank aan Dentsu Inc, een reus op vlak van advertising en marketing.

Over de alsmaar oplopende kosten sloeg de gouverneur van Tokio al in 2016 alarm. En dus werd de snoeischaar bovengehaald. Zo zijn 35 van de 43 olympische venues bestaande stadions. Onder meer arena’s die al in 1964 als site dienden, zoals het Equestrian Park en de Nippon Budokan, het mekka van de vechtsporten. Om een kudde ‘witte olifanten’-stadions, zoals in Rio 2016, te vermijden, werden andere projecten afgeblazen, zoals een nieuwe wielerpiste. Die competitie zal nu plaatsvinden in de in 2011 geopende Izu Velodrome, gelegen 150 kilometer ten zuiden van de Japanse hoofdstad.

Japanse bedrijven zullen op deze Spelen met hightechsnufjes uitpakken.
Japanse bedrijven zullen op deze Spelen met hightechsnufjes uitpakken.© belgaimage

Daarnaast veegde premier ShinzoAbe persoonlijk het oorspronkelijke plan van het nieuwe Olympische Stadion (waar onder meer de openingsceremonie en het atletiektoernooi plaatsvinden) van tafel. Er was immers veel publiek gemor over de kostprijs (1,8 miljard euro) en het design gerezen. De eerste steen van het nieuwe, goedkopere ontwerp (1,1 miljard euro, zonder airco, uitschuifbaar dak, skywalk, sportmuseum en met gereduceerde parking en vipplaatsen) werd zo pas een jaar later gelegd, in december 2016. Al zal het stadion met 60.000 plaatsen wel tijdig afgewerkt worden, in december 2019.

Veel andere nieuwe stadions zijn al klaar, en de laatste zes, zoals het Olympic Aquatics Center met 15.000 plaatsen, worden uiterlijk tegen februari 2020 opgeleverd. Twee maanden vroeger zal ook het olympisch dorp, 21 appartementsblokken gebouwd aan de baai van Tokio, het laatste likje verf gekregen hebben. Perfect op schema, zoals (bijna) alles volgens het plan van de nauwgezette Japanners verloopt. IOC-voorzitter Thomas Bach zei eind juni nog dat hij zich geen gaststad kon herinneren die ruim een jaar voor de Spelen al zo ver stond. Of zoals het organisatiecomité zelf zegt: na het debacle van Rio 2016, met een chaotische lastminutevoorbereiding, zijn de Spelen, ondanks alle obstakels, weer in veilige handen.

Nieuwe sporten en onderdelen

Ondanks het voornemen om de Olympische Zomerspelen kleinschaliger te maken, schroefde het IOC voor Tokio 2020 het aantal sporten op van 28 (verspreid over 41 disciplines) naar 33 (50 disciplines), goed voor 11090 atleten.

Onder die 33 sporten zes ‘nieuwe’: baseball (mannen) en softball (vrouwen) – bijzonder populair in Japan – keren voor het eerst sinds 2008 terug, terwijl golfsurfen, skateboarden, karate en sportklimmen hun olympisch debuut maken. Zogenaamde urban sports waarmee het IOC een jonger publiek wil lokken, de reden waarom ook breakdance, de acrobatische dans uit de hiphopcultuur, in Parijs 2024 een olympische status krijgt. En waarom in Tokio ook ‘spectaculaire’ onderdelen toegevoegd worden aan al bestaande olympische sporten, of opnieuw op het menu gezet worden: freestyle bij het BMX, ploegkoers op de piste in het wielrennen, de 3×3-competitie in het basketbal plus gemengde estafettes in de atletiek (4×400 meter), het zwemmen (4×100 wissel) en de triatlon.

Naomi Osaka moet een van de Japanse sterren worden.
Naomi Osaka moet een van de Japanse sterren worden.© belgaimage

Japanse medaillehoop

Zoals elk olympisch gastland wil ook Japan sportief schitteren en hoopt het op een boost qua aantal medailles. De lat wordt op liefst 30 gouden plakken gelegd. Zeer ambitieus, want het nationale record staat op 16, daterend van Athene 2004. In 2016 veroverden de Japanse atleten er slechts 12 (plus 8 keer zilver en 21 keer brons, goed voor een zesde plaats in de medaillestand).

Hoopvol waren wel de Aziatische Spelen vorig jaar in Jakarta, waar Japan met 75 gouden plakken alleen China (132) moest voorlaten, het beste resultaat op de Aziatische Spelen in 44 jaar. Japan zet vooral in op zeven sporten: (uiteraard) judo, en daarnaast atletiek, badminton, turnen, tafeltennis, worstelen en zwemmen. Het hoopt ook in de nieuwe sporten als baseball en karate hoog te scoren.

Kaori Icho kan een vijfde gouden medaille op rij veroveren.
Kaori Icho kan een vijfde gouden medaille op rij veroveren.© belgaimage

Een van dé Japanse sterren moet tennisster Naomi Osaka, de winnares van de jongste US Open en Australian Open, worden. En ook de 36-jarige worstelaarster Kaori Icho, die een vijfde gouden olympische medaille op rij kan veroveren – een unicum. Een grote klap kreeg sportminnend Japan wel in mei, toen die andere megavedette, Rikako Ikee – de 18-jarige zwemster die op de Aziatische Spelen zes gouden medailles behaalde – bekendmaakte dat ze aan leukemie lijdt. Het is nog onzeker of zij, na een rustpauze, Tokio 2020 zal halen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content