De nieuwe ‘Dexia Arena’ zaait onrust in het Brugse. Cercle Brugge vraagt zich af of het straks zelf nog een stadion heeft.

D e Strooien Hane … Dinsdagavond fungeerde die sporthal in Loppem als ontmoetingsplek voor een aantal inwoners van Loppem en Zedelgem die er een informatievergadering bijwoonden waarin de komst van het nieuwe stadion van Club Brugge werd besproken. Op 11 januari neemt Club officieel een standpunt in rond de plannen voor een nieuw stadion met 40.000 zitplaatsen, 8000 parkeerplaatsen en extra commerciële ruimte. Uit gesprekken van de gemeente met de club blijkt een locatie in Loppem, vlakbij de snelweg, de beste inplantingsplaats voor de bouw van wat straks de Dexia Arena zou kunnen heten. Die plaats staat nu nog ingekleurd als landbouwgebied – inclusief een zevental nog te onteigenen boerderijen, maar het huidige ruimtelijk structuurplan Vlaanderen loopt in 2007 af. Het nieuwe wordt straks voor tien jaar vastgelegd, vandaar dat momenteel aanvragen voor een wijziging gebeuren op het kabinet van Dirk Van Mechelen (VLD), de Vlaamse minister voor Ruimtelijke Ordening.

Op het Brugse stadhuis krijgen ze stilaan schrik van de omvang van de plannen. Burgemeester Patrick Moenaert : “Ik heb tot nu gedacht dat Club Brugge over een nieuw stadion sprak om extra druk te zetten. Dat ze blufpoker speelden. Maar blijkbaar is het menens en ik begin stilaan te geloven dat ik me heb vergist. Overleg was er nog niet echt. Pas zo’n drie weken geleden hadden we een eerste grondig gesprek. Wij willen Club in onze eigen stad houden, maar in deze discussie zijn we geen hoofdrolspeler. Er zijn een heleboel praktische bezwaren op die nieuwe site. Ik heb al rondgekeken in het buitenland ; de grote, nieuwe stadions zijn stuk voor stuk commerciële projecten. Het wijzigen van het bestemmingsplan van een groot gebied om commerciële of economische redenen lukt nooit. Om sportieve redenen misschien wel. Daarom zeg ik : dit is in wezen een commercieel project waarbij het voetbal dient als glijmiddel.”

De mogelijke verhuis van Club heeft ook zijn gevolgen voor Cercle. Eind december loopt het huurcontract van het stadion en de oefenvelden af. De twee Brugse eersteklassers onderhandelden de voorbije weken met de stad over een nieuwe verbintenis voor zes jaar. Traditioneel loopt die in Brugge immers samen met de duur van een politieke legislatuur. Patrick Moe- naert : “De papieren zijn nog niet getekend, maar liggen wel klaar. Op vraag van Club is er een nieuwe voorwaarde opgenomen, dat het contract jaarlijks opzegbaar is.” De twee clubs delen daarbij de huursom, waarbij Club Brugge als grote broer meer betaalt, naar rato van een verhouding van ongeveer één op zes. Momenteel telt Cercle ongeveer 40.000 euro per jaar neer.

Geen klein stadion

Bij een verhuis van Club komt de hele huurkost op de schouders van Cercle en dat zien ze daar niet zitten, zegt voorzitter Frans Schotte : “Eens we tekenen, zitten we in principe safe tot 2013, maar we moeten de kop niet in het zand steken : als Club Jan Breydel verlaat, hebben we een probleem. Objectief gezien zou ik dan durven zeggen dat het Jan Breydel in stand houden een geval is van slechte besteding van overheidsgeld.”

Bovendien is Jan Breydel voor een ploeg die gemiddeld 6000 toeschouwers lokt (zonder de topwedstrijden meegerekend zelfs maar 4500), veel te groot. Bestuurder Pol Van Den Driessche beseft dat : “Maar geld of sponsors om zelf een kleiner alternatief te bouwen, à la Kuipje of Staaien, hebben wij niet. We kunnen creatief denken : in Gent staan twee tribunes die kunnen worden afgebroken, en er is een pak lichtmateriaal te koop. Maar als ik een kijkje neem in de kas, merk ik dat wij geen geld hebben voor een eventuele aankoop. Cercle draait op een omzet van 3,5 miljoen euro. Daarom kijken wij naar de stad, naar wat ik het historische engagement durf noemen dat burgemeester Michel Van Maele in de jaren zeventig aanging, toen Club en Cercle nog elk in hun eigen stadion voetbalden. Toen bouwde de burgemeester Olympia voor hen. Het kan niet de bedoeling zijn dat de een zijn brood de ander zijn dood wordt. Cercle kan niet op SK Steenbrugge of Jong Male voetballen. Cercle Brugge moet wel Cercle Brugge blijven en niet Cercle Loppem of Cercle Beernem. De band met de stad willen wij niet kwijt.”

Als Club Brugge op 11 januari een vertrek aankondigt, heeft dat een grote impact op de hele buurt. Pol Van Den Driessche : “Ik kan me best inbeelden dat de stad andere plannen heeft. Er is op dit moment een groot tekort aan betaalbare woningen. Ik kan me voorstellen dat er dan mensen denken aan een nieuwe woonwijk. Alleen mogen wij niet in de kou blijven staan.”

Woonwijk

Frans Schotte : “Hier voetballen 350 kinderen, werken 200 vrijwilligers, sociaal gezien is deze club belangrijk. Je hebt je in de jaren zeventig met de bouw van dit stadion geëngageerd en daar nu mee stoppen lijkt niet zo evident.”

Schotte vraagt zich wel af of Club Brugge zo’n hoge nood heeft aan nieuwe accommodatie : “Tegen Leverkusen en Boekarest hadden ze onlangs alvast die 40.000 plaatsen niet nodig. Economisch gezien denk ik dat de investeringskost in een nieuw stadion niet te verantwoorden is. Anderzijds besef ik dat de commerciële mogelijkheden van Jan Breydel heel beperkt zijn. Misschien kan daar wat aan worden veranderd. Een huis breek je na dertig jaar toch ook niet zomaar af omdat het op sommige punten niet meer voldoet.”

Patrick Moenaert : “Het gekke is dat toen we in 2000 voor ruim 10 miljoen euro investeerden in het stadion, we specifiek vroegen of er meer loges en dergelijke moesten worden voorzien, op kosten van Club dan wel. De club zei niet geïnteresseerd te zijn … Ik zou ze graag hier houden. Niet dat het ons geld opbrengt, integendeel. Als straks alleen Cercle Jan Breydel bespeelt, is dat financieel een grote last. De site is groot, daar kan je makkelijk een hele woonwijk op kwijt, een ander stadion zouden we duidelijk niet meer onder de kerktoren van Sint-Andries bouwen. Maar laat ons geen ruiten stuk gooien. Wij wachten nog even af.”

PETER T’KINT