Balkan Beat Box

© ÉMILIEN HOFMAN

Op zoek naar het meest originele reuzenscherm om op 1 december naar België-Kroatië te kijken? Dan moet je naar een derdeprovincialer in het noordoosten van Luik. Welkom bij RFC Croatia Wandre, de meest Kroatische club van het land met kleedkamers eerste klasse waardig en een tv-ster als voorzitter.

Iedere speler heeft er recht op: zijn persoonlijk kastje met een soort Paniniportret in groot formaat, een vakje voor shampoo, een tweede voor de schoenen en het kleine kussentje om de bank een comfortabelere zit te geven. Die zondagvoormiddag zorgt Jean-Marie er in de kleedkamer van RFC Croatia Wandre voor dat elk shirt recht aan de kapstok hangt.

‘Niet slecht voor een derdeprovincialer, nietwaar?’, gooit de goedmoedige reus er retorisch uit.

Niet slecht voor een amateurclub, tout court. ‘Ik denk dat zelfs weinig clubs uit 3A zoiets hebben – alleen jammer dat ze me een foutieve naam hebben gegeven’, lacht centrale verdediger Thibaut (en dus niet Thomas). Als een van de eerste wandriens dient hij zich in de kleedkamer aan voor de wedstrijd tegen Aywaille B. Tegenover hem vullen het nummer 10 Alex en vleugelspeler Alan hun persoonlijk kastje aan met Aquarius en scheenbeschermers. De sfeer is uitgesproken professioneel.

Aan de muur van de kantine hangt een foto van de tot de verbeelding sprekende voorzitter Nikola Lozina.
Aan de muur van de kantine hangt een foto van de tot de verbeelding sprekende voorzitter Nikola Lozina.

‘Onze jongens worden verwend’, beaamt Ivan Lozina, de schedel perfect glad geschoren en met een Colgateglimlach in de aanslag. ‘Kleedkamers van hoog niveau, een kinesist, drie verschillende shirts, lekker eten en niet zomaar simpele broodjes. Ze hebben alles! We willen onszelf niet te serieus nemen, maar we willen wel dat de spelers en de staf zich hier goed voelen.’

LUIKS, KROATISCH, MULTICULTUREEL

Ivan Lozina, bestuurslid bij Croatia Wandre, is de vader van Nikola Lozina. Die is voorzitter van de club en in het Luikse de ster van een realityshow; twee miljoen mensen volgen hem op Instagram. ‘Hij behoort tot de tien populairste personen van het land, niet eens zo ver verwijderd van Hazard en De Bruyne, geloof ik’, glimt papa van trots. Zoonlief nam vier jaar geleden de leiding van de voetbalclub over van Branko Pletikosa, de oom van Stipe, gewezen doelman van de Kroatische nationale ploeg (114 selecties).

Moet er nog vuur zijn? Supportersclub ‘Torcida Wandre’ verzorgt de sfeer.
Moet er nog vuur zijn? Supportersclub ‘Torcida Wandre’ verzorgt de sfeer. © HATIM KAGHAT

Sindsdien beknibbelde de tv-held niet op de kosten. Vorig seizoen overtuigde hij Alexandre Bury (Sprimont), Damien Busarello (Richelle) en Romain Pierret (Aywaille) – drie oudgedienden van derde amateur – om met Croatia Wandre proberen de titel te behalen die het team al vier jaar op rij vruchteloos najaagt. In enkele maanden tijd verdubbelde Nikola Lozina het budget van de club. Om dat financieel te kunnen dragen trok hij veel sponsors aan, zoals O’Tacos en O’Cheese Burger.

Klaar voor een corner. Wie heeft daar eigenlijk zijn Passat geparkeerd?
Klaar voor een corner. Wie heeft daar eigenlijk zijn Passat geparkeerd?

Voor de wedstrijd, in de servicebar, spreekt penningmeester Damir zijn rotsvaste overtuiging uit: dit seizoen zal de ploeg al die inspanningen bekronen. Damir wijst naar het portret van Nikola Lozina in de kantine naast de deur hangt. ‘Je houdt van Niko of je haat hem. Maar omdat hij er zo van houdt dat men hem haat, zijn al onze tegenstanders erop gebrand om ons te kloppen. Men mag toch niet vergeten: in het voetbal moeten de prestaties op het veld worden geleverd, en niet in de sociale media. Soms moeten we Nikola intomen, al is hij wel wat kalmer geworden.’

Er zit zelden een slot op de brutale bek van Nikola Lozina en met zijn opvallende mediaoptredens zorgt hij al eens voor irritatie. Bijvoorbeeld, door elke wedstrijd van Croatia Wandre te laten filmen zodat hij in Dubai, waar hij woont, de samenvatting kan bekijken. Of door het vliegtuig tussen Luik en Zuid-Frankrijk te nemen, heen en terug, om daar een voetbalwedstrijd bij te wonen. Of nog, door een vriendschappelijk match tussen zijn club en enkele vrienden van televisie te organiseren.

Zélf was Nikola Lozina geen onverdienstelijke jeugdspeler. Kapitein tot en met de U18 van Club Luik, daarna ging het naar KRC Genk. ‘Daar had hij een kans op slagen, de idioot’, knipoogt zijn vader. ‘Nikola was het cliché van de Kroatische stopper: groot, sterk met het hoofd, goede traptechniek, maar zeer traag. Op zijn achttiende is hij gestopt met voetballen en begon hij een carrière als mannequin.’

Twee uur voor de aftrap plaatst T2 Michaël Mager kegeltjes voor de opwarming van de spelers. Een reusachtige zonnebril verbergt bijna zijn hele gezicht en verklaart zijn bijnaam: Top Gun. Terwijl hij op een bankje tegenover de kleedkamer een sigaretje paft, stromen de spelers van Aywaille B toe. ‘We gaan ze vandaag inblikken!’, klinkt het daar vastberaden.

De Hall of Fame van de club bevindt zich tegenover de vogelpikhoek van het cafetaria. Mate Marin verorbert er een spaghetti bolognaise. De kolossale gewezen middenvelder van RFC Luik wijst naar een foto waarop hij als jongen aan de zijde van zijn vader staat. Kroezelkoppen naast bakkebaarden en broskuiven. ‘Het was in die tijd al zeer multicultureel’, glimlacht de clubsecretaris, intussen een veertiger. ‘Croatia is een beetje een aparte club die probeert een identiteit en mentaliteit te bewaren die aanleunt bij haar roots, ook al hebben hier altijd spelers van elders gevoetbald.’

Gaby, bijvoorbeeld, komt al in het stadion in de Rue des Près sinds zijn zesde. Veertig later pompt hij er de wedstrijdballen op. ‘Mijn vader maakte deel uit van de stichters van de club. Ik herinner me dat ik hem als kind altijd naar wedstrijden vergezelde – dat heb ik gedaan tot aan zijn dood. Ik heb een band met deze club. Ik heb er tien jaar lang gevoetbald, nu ben ik er afgevaardigde. Er hangt hier een Kroatische ambiance: feestelijk, respectvol, opvliegend. Een beetje zoals de Luikenaars, eigenlijk.’

Ivan Stimac en Mate Marin, twee van de trotse oprichters van de club.
Ivan Stimac en Mate Marin, twee van de trotse oprichters van de club. © Michael Ochs Archives/Getty Images

WE MOETEN WINNEN

De aftrap nadert, coach Laurent Bodet neemt een laatste slok van zijn pilsje en stapt naar de kleedkamer om er met zijn spelers de wedstrijdtheorie te overlopen. De zaken liggen simpel: één punt volstaat voor Croatia om de eerste periode te winnen, wat synoniem is voor deelname aan de eindronde. ‘Er zijn rond deze match heel wat dingen gepland’, waarschuwt de trainer. ‘Er is eten voorzien, we hebben een geluidsinstallatie en er is veel volk. Dat mag straks allemaal niet als een taart in elkaar zakken. Met zoveel woorden gezegd: we moeten winnen.’

De vijftien protagonisten zijn er klaar voor. Ze lopen langs de metalen barrière naast het veld, waar een houten kruis staat, en slaan daar een voor een in de hand van Ivan Stimac. Een traditie. En een oude, de zeventiger richtte nog mee de club op. ‘Ik verliet Kroatië in 1969 om politieke redenen’, vertelt Stimac. Hij draagt een rood-blauwe pet en spreekt met een half-Kroatisch, half-Luiks accent. ‘Ik deed mijn mond daar wat te veel open. Ik klaagde de ongelijkheid op mijn werk aan. De meeste collega’s hadden veel praat maar voerden geen klap uit.’

In het communistische Kroatië van toen werden zulke commentaren niet bijster gewaardeerd. Zijn baas bezorgde Ivan papieren waarmee hij het land kon verlaten, richting Luik waar zijn tante woonde. ‘Mijn buurman daar was een Kroaat en baas van een grote bouwonderneming. Ik toonde hem een foto van mij op een bouwkraan en ik was meteen aangenomen.’

Er woonden in de jaren 60-70 zo’n 1500 Kroaten in Luik. In de weekends kwamen die samen in Seraing of in het Saint-Servais-college. Elke zaterdag gaven een priester, vader Drago, en zusters daar lessen Kroatisch, muziek en traditionele dans, en ’s zondag las Drago de mis. ‘Daar’, aldus Stimac, ‘ontmoette ik de mensen met wie ik in 1973 FC Croatia oprichtte. De spelerskern werd aangevuld met enkele Italianen.’ De club was gevestigd in het dorp Boirs, op 25 kilometer van het Luikse stadscentrum. Ze debuteerde in de ABSSA, een verbond voor liefhebbersvoetbal. Daarna stak FC Croatia over naar de Belgische voetbalbond en doorliep ze alle reeksen tot de tweede provinciale.

NIEUWE CLUB, OUD STAMNUMMER

Een sigaret bungelt in zijn mond, de snor keurig getrimd: terwijl hij kalm het stadion instapt, vertelt Tiziano Godzoni het vervolg van het verhaal. ‘In 1998 was ik voorzitter van Wandre Union en we zochten een overnemer want we hadden geen cent meer en dreigden te verdwijnen. FC Croatia wilde zich in onze accommodatie installeren, dus onderhandelden we. In drie weken tijd was de fusie geregeld. Vandaag ben ik de laatste overlevende van het stamnummer 74, dat de fusieclub heeft behouden.’

Aan de rand van de onberispelijke grasmat rondt het team van Croatia Wandre de opwarming af. Na het vertrek van de twee zonen van spelersmakelaar Yuri Selak voetballen er nog slechts drie spelers met roots in de Balkan mee. ‘Een competitieve ploeg met louter Kroaten samenstellen, dat is onmogelijk’, verzekert Selak, overigens nog altijd lid van de vzw. ‘De vijver is hier ook niet zo groot. Je moet altijd twee, drie jaar wachten vooraleer je de volgende lichting jong talent kan inpassen.’

Het gebrek aan jeugdploegen is de achillespees van stamnummer 74. De club beschikt maar over één veld. Moeilijk om daar in de week en in weekends met meerdere teams neer te strijken. De club hoopt, als het straks in eerste provinciale geraakt, om financiële steun van de stad te krijgen.

Ongeveer honderd mensen stellen zich die zondag op in de oude maar charmante metalen tribune van het stadion van RFC in het centrum van Wandre. Onder hen de supporterskop ‘Torcida Wandredie wat Bengaals vuur afsteekt wanneer de ploegen het veld betreden. ‘Voor topmatchen trekken we 200 à 250 toeschouwers, dat is meer dan sommige clubs in nationale’, gniffelt Ivan Lozina. ‘Niet alleen de Kroatische gemeenschap van de stad zakt naar hier af, ook mensen die tuk zijn op een gezellige namiddag.’

GELD VERSUS IDEEËN

Gezellig? Zodra de wedstrijd op gang gefloten is, wordt het woordgebruik redelijk ruw. De nervositeit stijgt naarmate de thuisploeg er niet in slaagt een opening te vinden. De bevrijding komt er op hoekschop, waarna gejubel uitbreekt en de eerste klanken van het onverstoorbare Freed from desire.

In het cafetaria oogt de sfeer minder gespannen dan rond het veld. Enkelen kijken er op een tv-scherm naar een match tussen Dinamo Zagreb en Varazdin. Het bestuur van Croatia Wandre bestaat overwegend uit mensen van de Kroatische regio Dalmatië en van de hoofdstad Zagreb. Bij wedstrijden tussen Hajduk Split en Dinamo ontketent dat stormachtige scènes. ‘Het is bij ons een beetje zoals tussen Parijs en Marseille’, legt afgevaardigde Georges uit. ‘Zagreb heeft het geld en Split de ideeën.’

‘De nieuwe generatie beheerst de taal almaar minder goed, maar we blijven gehecht aan Kroatië’, besluit Ivan Lozina. ‘Die band beleven we via de voetbalclubs en de folklore. Als we winnen, stijgen er vanuit de kleedkamer Kroatische gezangen op, en de Belgen en Italianen zingen dapper mee. En nadien wordt er rond de bar voort gezongen, soms tot in de zeer late uurtjes.’

Zoals allicht deze zondag. Croatia Wandre verslaat Aywaille B met 2-0 en verzekert zich van een ticket voor de eindronde. Veteraan Ivan Stimac verheugt zich al op een kampioenstitel van zijn Croatia. Al was het maar om zijn verbanning in 1969 nog wat meer te kunnen verantwoorden…

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content