BANG VAN DE BUREN

© BELGAIMAGE

Na twee grijze campagnes op rij bevindt Sporting Lokeren zich in een spagaat tussen vernieuwen en consolideren. In- en outsiders vragen zich dan ook (terecht) af: hoe ziet de toekomst van Lokeren eruit?

Ladies Night, Sporting Loopt, Regimania, een benefietfuif ter ondersteuning van het Kinderkankerfonds, een nieuwe website en mobiele app… Er valt tegenwoordig op Daknam meer buiten dan op het veld te beleven. Het toont ook een club in transformatie. Naar de buitenwereld toe lijkt Sporting Lokeren nochtans een zolderdoos vol herinneringen, bedekt met een stoffige deken. Een relict uit het verleden, snakkend naar een nieuw leven in het heden. Met een 85-jarige mecenas, Roger Lambrecht, die zijn club leidt zoals dat lange tijd de norm was: vanuit een alleenheerschappij. ‘Ik heb nooit naar sponsors gezocht, ik loste het altijd zelf op’, meldde hij recentelijk niet zonder enige trots in dit magazine.

Ondertussen is de bandenmagnaat – die wel degelijk het beste voorheeft met Sporting Lokeren, vandaar dat hij (voorlopig) weigert om concreet te onderhandelen met Chinese investeerders – overtuigd geraakt dat de structuur anders moet, wil zijn club ook in de toekomst een vaste klant in de Jupiler Pro League blijven. De club werd opgesplitst in een nv en een cvba om zo makkelijker te kunnen verkopen en eventueel zelfs supporters te laten participeren.

Bovendien werden met Frederic Schroyens en Peter Laureys (Lokerse Feesten) deze zomer twee competente commerciële ideeënvoeders aangeworven als respectievelijk general manager en commercieel consultant. Intern valt te horen dat er sinds hun komst een nieuwe wind waait door de afgebladderde gangen van Daknam. Ook de medewerkers op boekhouding en administratie zijn voornamelijk jonge krachten. Sporting Lokeren bevindt zich momenteel in een spagaat. Oubollig vanwege zijn conservatief en sterk hiërarchisch denkende preses, maar schoorvoetend toch de pasjes aan het zetten richting 21e eeuw.

DEFENSIEF STERK, OFFENSIEF ZWAK

Die spreidstand steekt schril af tegen snel evoluerende clubs als KV Mechelen, Charleroi en KV Oostende. Ook het succes van buur AA Gent wordt als een bedreiging gezien: Lokerse supportersclubs bevestigen dat ze steeds vaker leden kwijtraken aan de Buffalo’s.

Twee grijze campagnes, waarbij vechten tegen degradatie een noodzakelijkere ambitie bleek dan play-off 1, zijn de boosdoeners. Eerst met verzorgd maar weinig enthousiast voetbal onder Bob Peeters, dan met ongeïnspireerd en opportunistisch voetbal onder Georges Leekens en de voorbije maanden met defensief sterk maar kansenarm karaktervoetbal onder Rúnar Kristinsson. De IJslander zorgde bij zijn aanstelling eind oktober voor een opstoot van enthousiasme op Daknam: King Rúnar geniet door zijn spelersverleden als stijlrijke nummer tien van Sporting heel wat krediet bij zowel supporters als clubmedewerkers. Zijn zachte, doordachte aanpak wekt ook vertrouwen bij zijn spelersgroep. Maar eerlijk is eerlijk: puur voetbaltechnisch blijft de Lokerenfan op zijn honger zitten. (zie kader) Het enige dat al twee seizoenen op PO1-niveau is, is de onberispelijke grasmat. Het maakt van de 31-jarige greenkeeper Thierry De Jonghe misschien wel de meest gegeerde werknemer van Sporting Lokeren.

Rúnar Kristinsson bracht de kern wel discipline bij. Een wonde die gaan etteren was onder Leekens, doordat hij opportunisten als Jaja Coelho, João Carlos en Ayanda Patosi vrij spel liet op training. Kristinsson krikte tegelijkertijd het lamentabele fysieke niveau van de Lokerse spelers op. Geen inzinkingen meer na de rust, maar integendeel strijdlust en tactische discipline tot aan het laatste fluitsignaal. Het zorgde ervoor dat Lokeren uitgroeide tot een ploeg die bij opponenten lof oogst vanwege de defensieve organisatie. Na de winterstop speelde Lokeren tegen vijf van de zes ploegen die nu in play-off 1 aantreden: Gent, Anderlecht, Club Brugge, Oostende en Charleroi. Geen van hen slaagde erin te scoren.

De focus op tactische richtlijnen bij balverlies leidt er echter ook toe dat diepe spits Tom De Sutter vaak op een eiland staat te voetballen voorin. Lokeren kwam in 30 wedstrijden tot slechts 24 gemaakte doelpunten en sloot daarmee de reguliere competitie af als zwakste aanval. Kristinsson mag dan doorgaans wel kiezen voor een 4-3-3 met vier offensief ingestelde spelers – Steve De Ridder of Mehdi Terki in steun van De Sutter, en Bob Straetman en Guus Hupperts op de flanken – in de praktijk moeten de flankspelers al te vaak aan hun defensieve taken denken waardoor het meestal een 4-5-1 blijkt te zijn.

‘Wij willen graag aanvallend voetbal brengen, maar je moet rekening houden met je kern’, legt hulptrainer Arnar Vidarsson uit. ‘We kozen voor een bepaald systeem omdat we ervan overtuigd waren dat dat ons de meeste punten zou opleveren. Verdedigend een organisatie neerzetten is het makkelijkste, aanvallend vergt dat meer tijd. Ons grootste probleem is het gebrek aan tempo en dadendrang. Er wordt voldoende getraind op offensieve patronen, maar soms ontbreekt het aan kwaliteit bij de laatste pass. We missen creativiteit. De voorbije weken hebben we al andere accenten gelegd: onze achterste linie speelt nu twintig meter hoger. Die offensieve intentie willen we terugzien in play-off 2, want het is duidelijk dat we meer spektakel moeten bieden.’

EINDE VERHAAL VOOR PATOSI

Het gebrek aan creativiteit is al twee jaar een manco bij Sporting Lokeren. Eigenlijk sinds het vertrek van Hans Vanaken. De Poolse spelmaker Filip Starzynski werd in de zomer van 2015 ingehaald als diens vervanger, maar kon mede door zijn timide karakter nooit doorbreken. Op de flanken wordt ook het dynamische bewegingsspel van Nill De Pauw gemist. Het Lokerse jeugdproduct toonde zich niet altijd even efficiënt in de afwerking, maar creëerde veel ruimte door zijn loopacties. Hupperts probeert dat nu wel, maar komt simpelweg kwaliteit tekort. Goede bedoelingen volstaan niet in het profvoetbal. Hetzelfde kan gezegd van Marko Miric. Willy Reynders gelooft nog steeds in de kwaliteiten van de drievoudige Servische international, maar hij moet zowat de enige zijn. Bij pers en publiek wordt er vaker gelachen met de onhandigheden van Miric dan geapplaudisseerd voor zijn opportunistische goals, die er wel degelijk zijn.

En zo kwam Lokeren de voorbije weken dan toch weer uit bij Ayanda Patosi. Na een zoveelste incident al maanden in de B-kern toevend. Kristinsson gunde hem in de laatste wedstrijd van de reguliere competitie, thuis tegen Charleroi, zijn eerste basisplaats sinds oktober vorig jaar. Ondanks een aflopend contract in juni. Maar zoals zo vaak sinds zijn komst in 2011 gooide het goudhaantje zijn eigen ruiten weer in door tijdens de recente interlandbreak te lang in Zuid-Afrika te blijven. Zijn verhaal op Daknam is uitverteld.

Voor technisch directeur Reynders wacht een spannende zomermercato. Topprioriteit: snelle (flank)aanvallers. Reynders heeft voldoende krediet opgebouwd in de succesvolle Maesjaren en toonde daarin met onder anderen Alexander Scholz, Hans Vanaken, Hamdi Harbaoui, Sverrir Ingason en Denis Odoi zijn koopmanskunst. Allemaal spelers die voor een appel en ei werden aangekocht en veel geld opbrachten. De voorbije jaren is de TD echter iets te vaak de mist ingegaan. Een hele batterij Oost-Europeanen werd ingevlogen, maar geen van hen kon overtuigen. Dario Melnjak en Besart Abdurahimi vertrokken alweer. Nikola Jambor, Mario Ticinovic en Marko Miric vechten voor speelminuten. Mohamed Ghadir en Filip Starzynski waren dure vogels die nooit hun draai vonden. Van de bijna twintig inkomende transfers die de voorbije twee seizoenen gedaan werden, bleek er tot dusver maar één een echte meerwaarde: Mehdi Terki.

De 25-jarige Terki werkte zich dit seizoen op tot de revelatie bij Lokeren. Weggeplukt bij derdeklasser Dender is de polyvalente en fysiek sterke middenvelder niet meer uit de basis weg te denken. Hij mocht vorige maand een verbeterd contract tekenen. In play-off 2 wordt het ook uitkijken naar Mohamed Ofkir, een Noorse dribbelkont van Marokkaanse afkomst, eindelijk fit na veel blessureleed. En naar jeugdproduct Arno Monsecour. Aanvankelijk amper in aanmerking komend voor de A-kern, maakte hij tegen Charleroi een zeer geslaagd debuut als basisspeler. De jonge verdediger speelde met lef in balbezit en maakte goeie defensieve keuzes: tegen een ervaren en sluwe spits als Harbaoui was Monsecour op geen foutje te betrappen. Johan Walem beloonde hem met een plekje bij de nationale belofteploeg, jammer genoeg moest de Heusdenaar de selectie verlaten met een blessure.

VERJONGINGSKUUR

Het is de weg die Sporting Lokeren verder wil bewandelen. Met Vidarsson als rechterhand van hoofdtrainer Kristinsson werd alvast een kenner en voorvechter van het Lokerse jeugdbeleid gepromoveerd. ‘Lokeren heeft een zeer goede jeugdopleiding, maar we verliezen veel spelers aan de grotere clubs’, aldus de IJslander, de voorbije twee jaar beloftetrainer bij Lokeren. ‘Door jongeren zoals Monsecour en Straetman een kans te geven bij het A-elftal geef je een belangrijk signaal aan de jeugdspelers en hun ouders: dat er bij ons ook mogelijkheden zijn om door te groeien.’

Het is de verjonging die Lokeren broodnodig heeft, want de as van het team bestaat uit allemaal dertigers: Barry Copa (37), Mijat Maric (32), Killian Overmeire (31), Koen Persoons (33), Tom De Sutter (31). Vidarsson ziet er geen probleem in: ‘We hebben hen nodig nu. Bepaalde spelers zullen de komende weken mogen bewijzen dat ze een plek waard zijn in onze ploeg voor volgend seizoen, maar het is niet de bedoeling dat wij play-off 2 met een belofteploeg gaan spelen. We weten heel goed waar we naartoe willen.’

Verwacht echter geen extreme make-over deze zomer. Vidarsson: ‘Zeven nieuwe spelers halen en zeggen dat we gaan vlammen van bij de seizoenstart, zo werkt het niet. Je moet zoiets opbouwen. De basis van nu behouden we, aangevuld met jeugd en dan twee of drie echte versterkingen. We weten wat we nodig hebben: snelheid en scorend vermogen. De sterkte van Lokeren in de periode onder Maes was dat het spelers haalde in de winter en ze op die manier zes maanden de tijd kregen om zich te integreren. Scholz en Ingason zijn daar mooie voorbeelden van. In die zin beschouw ik onze ‘oude’ kern als een voordeel: jonge spelers zullen de tijd krijgen om te groeien.’

De centen liggen in ieder geval klaar om de volgende transferperiode te corrigeren, bevestigt Vidarsson. ‘Lokeren is een speciale club. Dat was al zo toen ik hier nog voetbalde. De voorzitter is de baas. Als wij een speler willen, hangt dat puur van hem af. Bij andere clubs zijn er duidelijke budgetten vooropgesteld voor transfers, jeugd, infrastructuur enzoverder. Bij Cercle Brugge was de structuur top, bij de beste van België, maar zonder geld ben je niets. Lokeren heeft misschien niet de modernste structuur, maar er is wel geld. Ik ben ervan overtuigd dat we hier eenzelfde parcours kunnen neerzetten als Peter Maes.’

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Ik ben ervan overtuigd dat we hier eenzelfde parcours kunnen neerzetten als Peter Maes.’ – ARNAR VIDARSSON

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content