Terwijl de eersteklassers zich focussen op hun kerstvoetbal, geniet KFCO Beerschot-Wilrijk al van zijn winterstop. De eersteprovincialer waarnaar zo’n halfjaar geleden de ziel van het failliete Beerschot geevacueerd werd, kan terugblikken op een succesrijke eerste competitiehelft. Beerschot-Wilrijk staat stevig aan de leiding in zijn reeks. Trainer Urbain Spaenhoven en zijn spelers haalden ongeveer 90 procent van de punten: ze boekten 43 op 48. In de stand bedraagt de voorsprong op de tweede nu al 9 punten. Daarnaast maakten de meeste Beerschotsupporters mee de overstap naar de nieuwe club. Toen Beerschot-Wilrijk de eerste periodetitel pakte, waren er bijna 8000 toeschouwers. Die fans zorgen voor een bruisende sfeer.

“Het is wel zo”, zegt Spaenhoven, “dat de externe druk rond deze club ongezien is op dit niveau. Dat zorgt voor een spanningsveld waar je als groep en technische staf mentaal moet boven staan. De tegenstrevers creëren ook een ongelooflijke energie als ze tegen ons moeten spelen. Mijn ploeg moet dus enorm gefocust zijn. Daarom stelde ik een team samen met jongens van wie ik het mentale vermogen hoog inschat. Ik haalde bijvoorbeeld mature spelers naar hier met wie ik bij Rupel Boom van de vierde naar de tweede klasse promoveerde. In dit concept is het belangrijk om te kunnen werken met mannen uit één stuk.”

Tussen 2010 en 2012 was Spaenhoven op het hoogste niveau assistent-trainer van Marc Brys bij KV Mechelen. De omstandigheden waarin hij nu werkt, moeten niet veel onderdoen voor die in de eerste klasse, zegt hij. “We hebben een schitterend kunstgrasveld en zijn omringd door mensen die hun vak beheersen”, aldus Spaenhoven. “Er zijn een kinesist en een dokter op de club en ik beschik over drie assistenten. Om de twee weken doen we gewicht- en vetmetingen bij de spelers. Niemand heeft het gevoel dat we in eerste provinciale werken.”

Spaenhoven weet ook wat de fans willen. “De Antwerpse voetbalsupporter heeft een bepaalde suprematie voor ogen”, zegt hij. “Op het Kiel kun je niet met je kont in de goal gaan hangen. We moeten aangrijpend voetbal brengen. Natuurlijk kruipen de tegenstrevers elke week wél collectief achter de middencirkel. Maar dan is het aan ons om inventief te voetballen op een kleine ruimte. Gelukkig hebben wij dubbel zoveel trainingsuren als andere ploegen om daarop te werken: we trainen vier keer per week. Onderschat dat niet, mijn spelers werken ook allemaal – de ene is onderwijzer, de andere dakwerker. Ze zetten hun sociaal leven opzij in dit project. Dat weten de supporters verdomd goed.”

De band tussen de ploeg en het publiek is te vergelijken met die bij KV Mechelen, zegt Spaenhoven. “Als je die interactie ziet na een match, word je daar stil van. De sfeer is beter dan bij veel eersteklassers, je hebt bij ons niet dat obligate gedoe waarbij spelers even wuiven en dan snel naar binnen trekken. Het gaat er hier meer naturel aan toe.”

Bij de laatste uitwedstrijd voor de winterstop bleek ook dat de Beerschotsupporters nog altijd over hun aparte humor beschikken. Toen lieten ze zich net voor de aftrap nog eens van hun meest ludieke kant zien door enkele kippen los te laten op het veld. De Beerschotfans kronkelden van plezier terwijl stewards het betere achtervolgingswerk moesten tonen om de beestjes te vangen.

DOOR KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content