Op zijn tocht door Europa veroverde Viking Sören Busk onder meer de harten van de Buffalofans. Nu leidt hij de verkoopsafdeling van een bekende Deens ballenfabrikant.

Sören Busk is niet weinig opgezet met het bezoek uit België en geeft ons een rondleiding in de hoofdzetel van Select in Gastrup, even buiten Kopenhagen. Iedere arbeider in het atelier krijgt te horen dat AA Gent ons heeft gestuurd om hem een nieuw contract aan te bieden. Hij oogt nochtans even scherp als in zijn beste dagen en voetbalt nog geregeld. “Met het vedettenteam van de nationale ploeg waarin ook nog Preben Larsen en Michael Laudrup van de partij zijn, speel ik geregeld mee”, vertelt Busk ons in nagenoeg feilloos Nederlands. “Onlangs vierden we met ons bedrijf de vijftigjarige samenwerking met de Deense voetbalbond en ook dan kwamen we in het Parkenstadion in actie.”

In zijn kantoor hangt een poster met de sterren van de Mundial in 1986 aan de muur. Allemaal grote namen : naast Busk poseren onder meer ook Sören Lerby, Per Frimann, Frank Arnesen, Henrik Andersen, Jan Mölby, Morten Olsen, Michael Laudrup,… Kortom de fantastische ploeg waarmee Denemarken voor het eerst de wereld veroverde. “Uiteraard”, zegt Busk, heb ik mijn plaats hier in het bedrijf te danken aan mijn naambekendheid maar ik durf zonder blozen zeggen dat ik vooral door hard werken deze zaak mee heb uitgebouwd. Wereldwijd verkopen we anderhalf miljoen ballen per jaar. Hier zijn voortdurend honderdduizend ballen in voorraad om de winkels op hun wenken te bedienen. De ballen worden gefabriceerd in Pakistan. Neen niet door kinderen. Wij hebben een speciaal project om de kinderen van de ouders die in onze werkplaatsen aan de slag zijn, te steunen. De kinderen van de vaste kern krijgen door ons gratis kleding en onderwijs. Diegenen die nog niet tot de vaste kern ballenmakers behoren, zijn daardoor extra gemotiveerd om hetzelfde te bereiken. Een uniek project dat van hieruit wordt gecoördineerd.”

Anderhalf jaar geleden promoveerde Busk tot verkoopsdirecteur. “Dat was na de dood van de grote baas Egil Nielsen, de vroegere doelman van de Deense nationale ploeg. Hij was 82 en speelde nog wekelijks voetbal. Hij is op het veld gestorven. Net gescoord en nog aan het juichen. Plots zakte hij ineen en was het afgelopen. De ochtend voor zijn dood zaten we nog samen om de toekomst van het bedrijf te bespreken. Een mooier einde had hij zich allicht niet kunnen inbeelden.

“Algemeen directeur worden, interesseerde me eigenlijk niet. Ik doe graag wat ik nu doe. Ik ben verantwoordelijk voor de verkoop in het hele land en onderhoud contacten met de clubs en bond. Zelf tracht ik niet van mijn naam te profiteren. Ik wil gewoon hard werken, dan krijg je met niemand problemen. Als speler was ik ook zo. Ik gaf altijd alles. Op training en tijdens de match, mij kon je nooit een gebrek aan inzet verwijten.”

Na zijn periode als spits bij tweedeklasser Gastrup, trok hij naar Westfalia Herne in de tweede Duitse Bundesliga. “De voorzitter was een verdeler van stookolie en bijgevolg stinkend rijk. Zijn ambitie was dan ook zo snel mogelijk naar de eerste Bundesliga te promoveren. Hij kocht links en rechts nog een paar bekende spelers maar op het moment van de doorbraak ging het bedrijf over de kop. Op een dag stond meer dan de helft van de tankwagens stil en wisten we dat het afgelopen was.

“Intussen kon ik gaan testen bij het Nederlandse MVV, waar ik tijdens een vriendschappelijke wedstrijd tegen Real Madrid mijn contract afdwong. Ik had toen ook pas mijn debuut gemaakt bij de nationale ploeg. Als enige speler uit tweede klasse en voor de meeste volstrekt onbekend. Je kan je dus inbeelden dat ik niet weinig nerveus was. Het was dan ook nog thuis en bovendien tegen aartsrivaal Zweden. We wonnen met 2-0. Nadien volgden nog zestig wedstrijden onder meer met een wereldbeker en twee Europese kampioenschappen.

“Na mijn eerste periode bij MVV kwam AA Gent aankloppen. Voorzitter Albert De Meester was geïnteresseerd in aanvaller Cees Schapendonk maar zette ook mijn naam op zijn verlanglijstje. Ik beleefde drie fantastische jaren in het Ottenstadion, waar toen altijd een goeie Engelse sfeer hing. Tegen Anderlecht en Brugge zaten er telkens meer dan twintigduizend toeschouwers. We hadden ook een serieuze ploeg. Goeie en brave trainers ook : Robert Goethals en Erwin Vandendaele. En een knotsgekke voorzitter. Met zijn stinkende sigaar kwam hij de kleedkamer binnen : Allez mannekes, vandaag winnen, zulle, waarop hij een dikke bundel bankbiljetten uit zijn zak toverde.

“Maar het laatste jaar was er nog weinig plezier. We speelden Europees en vochten tegelijkertijd tegen de degradatie. Nadien ben ik opnieuw naar MVV gegaan en na de wereldbeker in Mexico kon ik naar Monaco. Samen met Lerby. Mijn vrouw zag die transfer aanvankelijk niet zitten omdat zo’n kunstmatige sfeer niet meteen aan ons besteed was. Maar nadat ik er een week alleen verbleef, heb ik ze toch kunnen overhalen. Laat ons een jaartje meespelen en goed geld verdienen, zei ik haar. Ik heb het me geen seconde beklaagd.

In de riante flat van de Finse Formule-1 piloot Keke Rosberg, hadden we een prinsenleven. Via Willeke Alberti, de toenmalige vrouw van Lerby, vertoefden we geregeld in het showbizzmilieu. Na de wedstrijd gingen we met Lerby vaak op stap. Eén avond dronken we met het hele gezelschap wel tien flessen champagne. Toen dat aan de oren van trainer Kovacs kwam, werden we allebei op zijn bureau geroepen. Ik zat daar te beven van de schrik terwijl Lerby de trainer afblufte : wij hebben helemaal geen tien flessen champagne leeggedronken, het waren er geloof ik wel vijftien. Ja, zo was hij. Geen blad voor de mond, een schitterende vent en een fantastische voetballer.

“Na een jaar hield ik het wel voor bekeken. Ik wilde mijn carrière afsluiten in Oostenrijk of Zwitserland. Het werd uiteindelijk Wiener Sport Club. Maar vraag me nu niet waar ik in mijn loopbaan het liefste heb gespeeld. Daar kan ik echt geen antwoord op geven.”

door Stefan Van Loock

‘Ik wil niet van mijn naam profiteren, maar gewoon hard werken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content