Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Zondag begint in het Ghanese Accra de Afrika Cup. Openingswedstrijd is het duel tussen Ghana en Guinee. Wie de opvolger wordt van Egypte weten we op tien februari. Opvallend: behoorlijk wat bondscoaches met faam in de dug-out. BertiVogts bij Nigeria, Roger Lemerre bij Tunesië, Carlos Alberto Parreira bij Zuid-Afrika en natuurlijk Henri Michel, voor de tweede keer bij Marokko.

Voor de Afrikanen is dit hét toernooi, misschien nog belangrijker dan het WK, meent Serge Trimpont, ooit als makelaar actief in Afrika. “Anders is het toch niet te verklaren dat iemand als Didier Drogba, onlangs nog aan de knie geopereerd, toch van de partij is. Ze zouden desnoods op krukken spelen.”

Acht in België spelende Afrikanen nemen deel aan het toernooi met de beste zestien landen van Afrika. Ze komen allemaal uit verschillende clubs: Ahmed Hassan (Anderlecht/Egypte), Elrio Van Heerden (Club Brugge/Zuid-Afrika), Nana Asare (KV Mechelen/Ghana), Boubacar Copa (Lokeren/Ivoorkust), Bertin Tomou (Moeskroen/ Kameroen), Mama Dissa (Roeselare/ Mali), Mohammed Sarr (Standard/Senegal). Keeper Nabi Yattara komt uit voor derdeklasser Couillet en Guinee.

Acht ‘Belgen’: het is ooit anders geweest. Twee edities geleden leverde ons land nog 29 spelers. Frankrijk ‘stuurt’ er 26, Engeland twaalf, Italië negen, Duitsland zeven en Spanje zes. Is België de laatste jaren minder aantrekkelijk voor Afrikanen? Het antwoord is genuanceerd: de afwezigheid van Congo in Ghana speelt daarbij een grote rol, net als het afgelopen Ivoriaans verhaal van Beveren, de vorige jaren telkens goed voor een paar deelnemers aan de African Cup of Nations (CAN). Trimpont: “De CAN is een toernooi voor de echte sterren en die spelen uiteraard niet in België. Maar bij de rest blijft ons land populair, zeker nu veel landen beperkingen opleggen aan niet-Europese voetballers. In Frankrijk mag je er per club, opleiding inclusief, maar vijf contracteren. In Engeland moet je A-international zijn en in Italië raakt alleen de top binnen. Bij ons zet het minimumsalaris, 65.000 euro per jaar, een rem op hun doorbraak in tweede en derde, maar in eerste klasse zijn er nog voldoende.”

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content