Dries Mertens is hot. Iedereen houdt van ‘Driesje’, het fiere nummer 14 van de Rode Duivels. Hoe komt dat? Sport/Voetbalmagazine kroop in de huid van de chouchou van België.

Bij het zien van die taferelen op de Oude Markt in Leuven moet ik toegeven dat ik een beetje jaloers ben dat ik daar niet bij kon zijn.” Aan het woord is Dries Mertens (27), daags na zijn winnende treffer tegen Algerije. Nochtans, hij zit in Brazilië, als hoofdrolspeler in een mondiaal blijspel en instant volksheld van een hele Belgische natie.

Het is Dries Mertens ten voeten uit. Iemand die beseft dat de wereld verder reikt dan zijn navel en een absolute liefhebber van alles wat rond het voetbalspelletje hangt. Vanaf het moment dat hij kon lopen, beschouwde hij dat ronde ding als zijn kameraad voor het leven.

Iedereen houdt van Driesje. Het verkleinwoord alleen al geeft aan hoezeer mensen hem zichzelf toe-eigenen. Zowel supporters, trainers, ploegmaats als media. Hoe komt dat?

Het nummer 14 van de Rode Duivels is zo’n vanzelfsprekende positivo dat in zijn buurt vertoeven het goedkoopst denkbare antidepressivum is. Zelden of nooit klaagt hij. Niet in interviews, niet in persoonlijke gesprekken. Daarbovenop: een hoog EQ. Om door iedereen graag gezien te worden, moet je goed kunnen inschatten hoe je met diverse persoonlijkheden dient om te gaan. Als geen ander weet Mertens zich aan te passen aan de situatie of de mensen die hem omringen. Volwassen onder de volwassenen, kind onder de kinderen. Dollend wanneer kan, en liefst zo veel mogelijk, maar bloedserieus als het moet.

Het is geen toeval dat kerels als Jan Vertonghen, Kevin De Bruyne, Moussa Dembélé en Vincent Kompany dikwijls in zijn buurt te vinden zijn. Stuk voor stuk zijn het de meer ruimdenkende voetballers, komend uit een warm nest, jong volwassen en toch speels gebleven. Maar terwijl Vertonghen en Kompany een postuur meetorsen dat schreeuwt om leiderschap, is Mertens met zijn 1,69 meter veeleer het joviale type. Deels uit noodzaak. Met zijn fonkelende ogen en kamerbrede glimlach eist hij onbewust eenieders sympathie. Let er maar eens op hoe vaak zijn medespelers hem vastpakken of hij zelf iemand in de nek vliegt. Een en al levensvreugde.

Dat zoveel mensen zich zo graag associëren met hem heeft ook te maken met de omgeving waarin hij opgroeide. Vooreerst is er de Leuvense mentaliteit: ontspannen, bescheiden. Zo lang het maar gezellig is, komt alles goed: dat soort levenshouding. Plus de familiale achtergrond. Moeder en vader allebei docent. Liefdevol maar streng. De manier waarop Dries zijn vader de snor afschoor na Algerije illustreerde perfect de amicale relatie die er tussen ouders en kind heerst.

Dan zijn er nog de twee broers, Bram en Jeroen. De ene een ervaren cafébaas en de andere jarenlang medewerker bij het veelgeprezen Woestijnvisprogramma Man Bijt Hond. Als je in zo’n nest opgroeit, weet je wat de wereld te bieden heeft buiten de blingbling van de profvoetballerij. Zijn broers (maar ook vriendin Katrin) zijn de tentakels die Dries in staat stellen te weten wat de gemiddelde Belg voelt of denkt. Al weet hij zelf ook goed genoeg hoe belangrijk luisteren is.

Dat merk je in interviews. Dries Mertens luistert echt naar de vraag die je stelt. Ronkende quotes moet je echter niet verwachten. Bij elke antwoord weegt hij het gewicht van zijn woorden af en hete hangijzers dribbelt hij met dezelfde swag als op het veld. Eén ding heeft hij de voorbije jaren wel geleerd in praatjes met de pers: herhaal vaak genoeg dat je liever start dan invalt. Kwestie van niet te snel tevredenheid te nemen met de eretitel van supersub. Ook dat is een vorm van intelligentie.

Smiling assassin

Achter de guitige speelvogel schuilt anderzijds een pienter baasje – en dat is niet negatief bedoeld. Vraag maar eens aan Denis Odoi, met wie Dries al sinds zijn jeugdjaren zeer goed bevriend is. “Als we op de topsportschool kattenkwaad uithaalden,” vertelde Odoi ons enkele jaren geleden, “kreeg ik sowieso op mijn dak. Want Dries, dat kon niet, hè. Dat was Driesje, het lievelingetje van de trainers en leerkrachten. Hij wist zich altijd net op tijd in te houden. Ik had een grote mond, ik zei al eens fuck you als het mij niet aanstond. Dries niet. Maar dat is geen pose, hij is gewoon zo. Hij staat ook altijd klaar om te helpen: als je bijvoorbeeld ’s nachts een lift nodig hebt, kan je op hem rekenen.”

Zelfde geluid bij broers Jeroen en Bram, die graag anekdotes oprakelen over hoe de jonge Dries er met een aantal standaardsmoezen telkens in slaagde om ’s avonds, wanneer er gevoetbald werd op het speelveldje achter hun ouderlijke huis in Heverlee, tijd te rekken alvorens naar bed te moeten. En als hij dan toch verplicht werd zijn slaapkamer op te zoeken, zat hij vanachter het raam van de badkamer toe te kijken.

Of over hoe Dries sluw genoeg was om de aandacht te trekken van mama en papa wanneer een gevecht onder broers escaleerde. “Om ons betaald te zetten, zette hij dan een bruggetje tijdens het voetballen. Dat was zijn pleziertje om onze fysieke overmacht te counteren”, aldus Bram.

Dezelfde gewiekstheid zie je nu nog op het veld. Op dat vlak is hij een smiling assassin: met de glimlach dribbelt hij de tegenstander tureluurs of naait hij hem een kaart aan. Zoals zijn mentor Michel Bruyninckx, die Dries bij de Leuvense topsportschool onder handen nam, ooit refereerde naar een wedstrijd van Utrecht tegen Ajax: “Al na een kwartier zei ik tegen een collega: binnen de tien minuten vliegt die rechtsback van het veld. Mijn woorden waren nog niet uitgesproken of die jongen kreeg rood. Achteraf vroeg ik Dries: ‘Je wist het, hè?’ Hij knipoogde eens. Hij weet hoe hij tegenstanders in moeilijkheden brengt. Dat is een uitzonderlijke kwaliteit.”

La dolce vita

Sinds zijn overstap van PSV naar SSC Napoli vorige zomer is Dries Mertens het volwassendom ingestapt, zo gaf hij zelf al meermaals toe. Voor het eerst heeft hij het gevoel echt in het buitenland te voetballen. Voor het eerst woont hij ook echt samen met zijn vriendin Katrin – ze kennen elkaar al van hun twaalf jaar. Hij woont er in een prachtig, statig appartement met uitzicht op de baai van het bruisende Napels. Genietend van la dolce vita, hij is er gelukkig. Uitstapjes naar het nabijgelegen eiland Capri, bijna elk weekend vrienden of familie die op bezoek komen, Napolifans die hem verafgoden en ploegmaats die als mondiale sterren gelden. Onder meer de Argentijnse superspits Gonzalo Higuaín is er op korte tijd een van zijn beste maatjes geworden.

Maar in tegenstelling tot vele van zijn ploegmaats bij Napoli doet hij zelf nog zijn boodschappen, of gaat hij samen met vriendin Katrin en Juliette – een zwervershond die Katrin op een dag meebracht – rustig een wandelingetje maken in de buurt van hun Palazzo. Gezellig, alsof hij nog in Leuven over de Oude Markt loopt. Dries Mertens ten voeten uit. Straks gooit hij weer met hartjes naar zijn Katrin, en zijn Leuven, zijn België, zijn Napels.

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN BELGAIMAGE

In zijn buurt vertoeven is het goedkoopst denkbare antidepressivum.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier