Sport/Voetbalmagazine praat elke week met een ambassadeur van SCOOORE! over zijn passie voor een eersteklasser.

Wat heeft u gedaan toen Zlatan Ibrahimovic zijn kabinetstukje opvoerde in het Constant Vanden Stockstadion?

Michou Dehenain: “Rechtgestaan en geapplaudisseerd. Wat kan je anders doen? (lacht) In de jaren zestig en zeventig heb ik het nog meegemaakt dat Anderlecht Real Madrid klopte en zelfs Europese bekerfinales speelde. Toen had paars-wit zelf ook buitengewone spelers als JefJurion en RobbieRensenbrink in huis. Als je ziet hoeveel geld de sjeiks tegenwoordig op tafel leggen, zouden die vandaag niet meer haalbaar zijn. België is de supermarkt van Europa geworden, zelfs onze duurste spelers zijn koopjes voor hen.”

U bent de uitbaatster van La Coupe, het supporterscafé dat al jaren een begrip is bij de Anderlechtaanhang.

“Dit jaar vieren we onze dertigste verjaardag en na al die tijd hebben we een klein Anderlechtmuseum uitgebouwd, met gehandtekende wimpels, posters en andere souvenirs. Ons succes ligt erin dat iedereen hier welkom is. Zelfs een Standardman als Dominique D’Onofrio komt altijd een praatje slaan. Van de huidige Anderlechtselectie is Guillaume Gillet de enige die af en toe passeert, maar vroeger waren veel spelers en trainers kind aan huis. EnzoScifo at hier zijn biefstuk met salade, Morten Olsen zijn steak met rijst en Per Frimann koos altijd de spaghetti bolognese. Veel nieuwe spelers vonden hier een warme sfeer. Ook de jonge Luis Oliveira sprong vaak binnen, waardoor hij zich beter heeft kunnen integreren. Maar waar ik het meest trots op ben, is dat mensen die hier als kind kwamen, dertig jaar later nog altijd present tekenen, ook al zijn ze intussen oud genoeg om grootvader te zijn.”

Hoe bent u zelf een eerste keer in het Astridpark beland?

“Al sinds mijn tweede! Mijn ouders gingen bij mijn geboorte uit elkaar, waarna mijn grootmoeder me heeft opgevoed. Veel vertier was er in die tijd niet, maar om de twee weken stond mijn vader – mijn idool – voor de deur, om samen naar Anderlecht te gaan kijken. Ik keek elke keer uit naar die uitstapjes en dat gevoel is nooit meer weggegaan.”

Hoe staat u tegenover de plannen van Anderlecht om elders een nieuw stadion op te trekken?

“Ik maak me daar al vijf jaar grote zorgen over. Mijn café draait al minder sinds Anderlecht in Neerpede traint, maar een vertrek zou helemaal de doodsteek betekenen. Niet alleen voor mijn zaak, maar voor de hele buurt rond het stadion. Dat vergeten veel mensen: het stadion was hier het eerst, de rest is er later rond gebouwd. Het is ook erg spijtig omdat een stadion sfeer brengt in de stad. Ik heb hetzelfde gevoel met de Allianz Arena van Bayern München, die ook een eind buiten het centrum ligt. Een prachtig stadion, maar je raakt zo wel kwijt wat je in mijn café nog vindt: mensen van alle rangen en standen. Hier telt maar één kleur: mauve.”

DOOR JENS D’HONDT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“In mijn café telt maar één kleur: mauve!”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content