De transfer van Tony Sergeant vorige zomer, van Zulte Waregem naar de Italiaanse tweedeklasser Bari, was verrassend. Zijn snelle terugkeer tijdens de winterstop was niet minder opmerkelijk. Het relaas van een kortstondig buitenlands avontuur.

Ik wou niet per se naar het buitenland, tenslotte had ik nog een contract van een jaar bij Zulte Waregem. Anderzijds was het iets wat ik altijd wel eens had willen meemaken. Ik was 30, ik voetbalde zeven jaar in België en ik had een zoontje van twee jaar, nog niet schoolplichtig dus. Het was nu of nooit. Dat een buitenlandse club interesse had voor een over de grenzen vrij onbekende Belgische middenvelder, had ik allicht te danken aan de wedstrijden in de UEFA Cup. Coach Giuseppe Materazzi van Bari had een dvd van mij grondig bestudeerd en wou zo ’n type speler: iemand die kon opkomen vanuit het middenveld. Hoe het ook zou aflopen, ik hield me voor dat het op het menselijke vlak sowieso een ervaring zou zijn. “In juni ben ik drie dagen naar ginder gegaan en ik was direct gecharmeerd door de sfeer. Alles was perfect georganiseerd, ik werd afgehaald op de luchthaven, maakte twee trainingen mee en ging met de technische staf eten. Materazzi benadrukte dat ik het type speler was dat ze zochten. Omdat ze bij Bari net een nieuwe manager hadden aangesteld die zich nog moest inwerken, kon ik mijn contract wel pas twee weken later tekenen, in Milaan. Het werd een verbintenis voor drie jaar.”

Serieuze aanpassing

“Op 12 juli vloog ik naar Venetië, waar de spelers van overal toekwamen voor een stage van drie weken in de Dolomieten. Ik belandde in een nieuwe omgeving, met nieuwe mensen, en ik sprak de taal niet, dat vergde dus serieus wat aanpassing. Gelukkig kon ik terugvallen op die andere Belg bij Bari, doelman Jean-François Gillet. Na die drie weken hadden we vier dagen vrij waarin ik teruggekomen ben naar België en dan vertrokken we voor nog eens twee weken stage. Het verschil in training met België was erg groot. Niet zwaarder qua intensiteit, maar helemaal anders, van meet af aan gericht op de organisatie: bijna geen duurtraining, nooit op balbezit, maar veel korte wedstrijdjes met pressing, pressing, pressing … Ik moest mij serieus aanpassen want dat was ik niet gewend. Ik heb wel mijn speelwijze niet veranderd, want tenslotte hadden ze mij gehaald vanwege de specifieke kwaliteiten die ik bezat. “Na twee weken vollen bak trainen, kwamen we half augustus voor het eerst in Bari zelf toe. We speelden enkele vriendschappelijke wedstrijden en een drietal bekermatchen, waarbij ik telkens in de ploeg stond. Wel nooit in mijn beste positie, maar als tweede spits of een keer als zuivere middenvelder in een 4-4-2. In de ruimte tussen middenveld en aanval speelde niemand. De eerste competitiematchen zat ik plots op de bank. De vierde wedstrijd mocht ik wel aanvatten, we verloren met 1-0 tegen Piacenza.

“Ondertussen was er al veel gebeurd. Ik was de eerste transfer die ze gedaan hadden en na mij bleven de spelers maar toestromen, zelfs na de voorbereiding nog. Eind augustus zaten we met zo ’n 30 kernspelers. Heel het oorspronkelijke systeem van een offensieve 4-5-1 was omgegooid en een speler met mijn kwaliteiten paste er opeens niet meer in. De Argentijn Donda speelde min of meer op mijn positie, al is hij eerder een spelverdeler, een type zoals Hassan. Met ons tweeën in de ploeg speelden we te aanvallend. Ik ging af en toe diep, hij ook, maar hij verdedigde amper mee. Gevolg: naast Donda waren er twee verdedigende middenvelders nodig en dat is niet bepaald mijn beste positie.

“Op donderdag werden telkens de 22 aangeduid die meereisden voor de match van zaterdag. Zaterdagochtend, bij de tactische bespreking, vielen er daar nog eens vier af. Meestal was ik wel bij de 18 voor het wedstrijdblad al is het me ook overkomen dat ik in de tribune moest plaatsnemen. Zes of zeven keer mocht ik invallen en dat was het. De resultaten waren nochtans erg slecht, dus zou je verwachten dat er iets ging veranderen, maar dat gebeurde niet. Maandenlang niet. In november had ik een gesprek met Materazzi. Hij vertelde dat hij heel tevreden over mij was, mijn professionele ingesteldheid bewonderde en dat ik gewoon verder moest doen. Hij kon me niks verwijten, maar ook niks garanderen. Helaas had hij geen plaats voor mij.”

Van de regen in de drop

“Duizend keer heb ik me afgevraagd: wat doe ik verkeerd? Mijn ploegmaats, de Italianen zelf, vonden het vreemd dat de trainer mij over het hoofd blééf zien. Ik nam me voor om gewoon mijn best te blijven doen, hard te blijven trainen zoals in Waregem. Ik ben een voetballer die probeert het spel simpel te houden, dat konden ze gebruiken. Mijn schoonpa (manager Luc Dhaenens van Zulte Waregem, nvdr) is eens komen kijken. Hij snapte ook niet dat ze een type als ik geen kans gaven. Hij zag twee wedstrijden op vijf dagen, maar ik moest dat maanden aanzien: die slordigheid, dat gebrek aan combinaties, … Er zijn zelfs momenten geweest dat ik op de bank dacht: het is beter dat ze me niet inbrengen, want ik kan er ook niks aan veranderen. Dan weet je wel dat het niet goed zit.

“Tussen kerst en nieuw moesten we drie dagen komen trainen en op de eerste voormiddag deelde Materazzi mee dat hij het voor bekeken hield. We hadden onze laatste match, de streekderby tegen Lecce, met 0-4 verloren, dat was de druppel. ’s Namiddags was de nieuwe coach er al: Antonio Conte. Met een nieuwe trainer verwacht je dat iedereen weer van nul af aan begint en gelijke kansen krijgt. De dag erop begon Conte zijn eerste theorieles met de verklaring: ‘Ik heb een vast systeem. Met welke namen ik dat zal invullen, weet ik nog niet, maar van het systeem wijk ik niet af.’ En wat was dat systeem? Een pure 4-4-2. Lap!

“Op de eerste training in januari waren er alweer nieuwe spelers bijgekomen, terwijl er nooit iemand wegging. Voor de twee plaatsen centraal op het middenveld waren we met acht. Conte stelde twee ploegen samen, maar ik stond nergens bij. Ik was bij de zes spelers die apart moesten trainen. Hij kwam naar me toe en zei dat hij me niet kende en de anderen aan het werk wou zien. Waarom wou hij al die anderen zien en mij niet? De vragen spookten door mijn hoofd, maar ik kreeg geen antwoord. De eerstvolgende competitiewedstrijd zat ik niet bij de selectie en vertelde de manager mij dat ik eventueel weg mocht. Ze schreven me zeker niet af, maar het leek hen beter dat ik voorlopig ergens zou kunnen spelen, wat onder Conte uitgesloten was. Ik stond op een keerpunt: blijven maar niet spelen of een oplossing zoeken. Ik had nooit gedacht na een half seizoen weer in België te staan, maar de feiten moet je nemen zoals ze zijn. Van blijven zou ik financieel zeker niet slechter geworden zijn, maar zo zit ik niet ineen. Ik wou ook wat voldoening.”

Cercle, de oude liefde

“Ik heb altijd gezegd: ik wil mijn carrière graag afsluiten bij Cercle. Oké, daar is het nog wat te vroeg voor (lacht), maar het is wel een beetje thuiskomen. Ik heb hier vijf jaar bij de jeugd gespeeld, ik heb er schone herinneringen aan. Je kan daar 1000 zinnen over zeggen, maar het is gewoon een gevoel dat je hebt. Cercle (klopt op zijn hart), dat zit hier.

“Ik ben me ervan bewust dat ik in een ploeg terechtkom die goed draait en dat ik niet zomaar aanspraak kan maken op een basisplaats. Cercle leeft op een wolk, je ziet dat ook op training: iedereen weet wat hij moet doen, een half woord volstaat. De nadruk ligt hier op balcirculatie, het benutten van de ruimte. Heel anders dan de pressing bij Bari, waar iedereen op een hoop liep. Ik zei het ooit aan Gillet: mocht Dury dát zien, hij stopte ermee … Het is hier dan ook prettiger trainen. Het voetbal ligt me en dus weet ik dat ik geregeld mijn kans zal krijgen. Dat De Boeck gezegd heeft dat ze met mij Europees voetbal halen, legt geen extra druk. Het pure voetbalplezier stelt momenteel al de rest in de schaduw. De voorbije weken heb ik me op training meer geamuseerd dan in een half jaar bij Bari. Ik ben ook oud genoeg om te weten dat ik me niet per se moet willen bewijzen. Ik probeer gewoon mijn steentje bij te dragen aan het succes van Cercle.”

Een wijze les

“Als ik terugkijk, vind ik het jammer dat ik niet de gelegenheid gekregen heb om me aan Bari te tonen als de voetballer die ik bij Antwerp en Waregem was. Daarom zou ik spelers die naar het buitenland gaan, willen waarschuwen. Zeker jonge spelers zou ik het niet aanraden. Het is beter dat je hier al wat gepresteerd hebt, dat je iets hebt om op terug te vallen. Ik heb de leeftijd om alles een beetje te relativeren, maar als je aan het begin van je carrière staat, nog onervaren bent, en dan niet aan spelen toekomt … Neen zeggen tegen een verlokkelijk aanbod is natuurlijk niet gemakkelijk, maar ik denk dat bijvoorbeeld Tom De Sutter een verstandige beslissing genomen heeft door nog bij Cercle te blijven. Dat haalt hij er later nog wel uit.

“Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die nu schamper opmerken: hij is daar al terug! Maar daar sta ik niet bij stil. Je kunt misschien zeggen: als je écht heel goed bent, speel je altijd. Misschien wel. Maar ik ken de situatie en ik heb geprobeerd er alles aan te doen. Voor mezelf is het belangrijkste dat ik me niets te verwijten heb. Dat hield mijn vrouw me ook altijd voor: ‘We hebben samen de beslissing genomen om dit avontuur aan te gaan. Doe wat je moet doen en dan hoef je jezelf niks te verwijten.’ Voor haar was het natuurlijk evenmin simpel. Je zit in een vreemd land, je hebt weinig uitlaatkleppen en dus was zij degene die alles moest aanhoren. Je kunt ginds het voetbal minder van je afzetten, want het voetbal is de reden dat je daar bent. Met de ploegmaats eens iets gaan drinken, zoals we bij Waregem deden, gebeurde ook nooit. Zelfs na een match was iedereen direct weg want aan het stadion zelf is geen kantine of zo. Alleen met Gillet ging ik wel eens iets eten. Gelukkig hebben mijn vrouw en ik snel een mondje Italiaans leren spreken, zodat we eens met andere mensen konden praten.”

Geen seconde spijt

“Als de rest van het seizoen goed verloopt, dan wacht een moeilijke keuze. Er is voor vijf maanden een regeling getroffen tussen Bari en Cercle waaraan ook een aankoopoptie vastzit. Voor een bepaald bedrag kan Cercle me kopen, maar dan moet ik zelf met het voorstel van Cercle akkoord gaan en moeten de twee clubs het eens zijn.

“Teruggaan naar Bari zou ik niet erg vinden. Het moet sportief gezien natuurlijk zin hebben. Als alles blijft zoals het nu is, dan zie ik er het nut niet van in, maar er kan op korte tijd soms veel veranderen. Het is echt niet zo dat ik niet terug wíl. Ik heb nog steeds een goed gevoel bij Bari. Het zou op mijn leeftijd trouwens dom zijn om een contract op te zeggen. Mijn vrouw zou een terugkeer naar Italië ook wel zien zitten. Het leven is goed ginder, de omgeving mooi, er is bij wijze van spreken elke dag wel een andere bezienswaardigheid die je kan bezoeken. Echt heimwee hebben we nooit gehad. Je mist natuurlijk wel veel en ik zou er nooit over peinzen om me ginds definitief te vestigen, maar de ervaring is leerrijk. Ik heb er geen seconde spijt van. Je moet eigenlijk eens een tijdje in het buitenland verblijven om te beseffen dat het in België lang zo slecht niet is. Ook dat is een wijsheid die ik eraan overhoud.

“Soit, ik wil voorlopig niet te veel denken aan wat de toekomst zal brengen. Als je daarmee in je hoofd zit, kun je toch geen prestaties leveren. Sommige mensen zullen zeggen: je bent bijna 31, je speelt alleen voor het geld, maar dat is niet zo. Dat hoop ik de komende maanden te kunnen tonen.” S

door peter mangelschots – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content