Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Een jaar geleden zorgde de confrontatie met Griekenland voor een revolutie bij de Belgian Lions. Voor Giovanni Bozzi wordt het nieuwe duel met de Grieken de eerste serieuze test.

November 2001. Met een lamentabel shotpercentage van niet eens dertig procent gaan de Belgian Lions roemloos de boot in (88-49) tegen een niet eens op volle kracht spelend Griekenland. Het werd de zwanenzang van Tony Van den Bosch, die puur voor de formaliteit nog wel de twee resterende kwalificatiewedstrijden tegen Denemarken en Spanje afwerkte. Over deelname aan het EK 2003 in Zweden kon voortijdig een kruis worden gemaakt.

Op 21 maart 2002 stelde een werkgroep rond Jacques Ledure een nieuw organigram voor. Lucien Van Kerschaever mocht zich voortaan technisch directeur noemen, Ledure zelf werd hoofd van de Belgian Lions en Giovanni Bozzi bondscoach. Na enkele plezanterietjes in augustus (ministage met 24-koppige kern) en oktober (fietstochtje met de trainers uit eerste klasse) begint vanavond het échte werk. Voor Bozzi de eerste confrontatie met de realiteit. Toeval wil dat de Lions hun tweede luik van de kwalificatiecampagne vanavond in de Country Hall te Luik aanvatten tegen uitgerekend Griekenland.

Besef je dat, ondanks alle positieve voornemens, bij een slecht resultaat de storm weer los kan barsten ?

Giovanni Bozzi : Vooraf dit : als niet iedereen achter de Belgian Lions staat, is het onmogelijk resultaten te halen. Wij hebben dit jaar het geluk gehad dat we drie dagen bij elkaar konden zijn om te oefenen. Drié dagen : kun je je dat inbeelden ? Daarom zijn we enkele weken geleden gaan samenzitten met de liga van de clubs, om de kalenders een beetje op elkaar af te stemmen. Als nu zou blijken dat clubs bezwaar aantekenen tegen dat programma, dan stel ik me de vraag : is er nog wel plaats voor een nationale ploeg in België ? Ik viseer niemand, maar ik benadruk wel dat iederéén wat bereidwilligheid moet tonen. In Frankrijk of Italië wordt er voor de nationale selectie een stage van vier à vijf weken ingelast. Naar die voorbeelden wil ik gaan naar twee weken stage in juni of juli. Op die manier zouden we al een stuk verder staan.

Daar wordt al lang voor gepleit. Hoe wil jij dat nu eindelijk klaarspelen ?

In België houdt niemand rekening met de nationale ploeg. Ik wil nu met duidelijke programma’s gaan werken. Vandaar ook het initiatief om met alle trainers samen een folkloristisch namiddagje door te brengen. De volgende keer dat we zo’n bijeenkomst organiseren, rekenen we ook op de aanwezigheid van mensen als Vande Lanotte en Somme. Om eens naar hun ideeën te luisteren. Natuurlijk, ik weet ook dat een goed imago staat of valt met goede resultaten. En eerlijk gezegd, met wedstrijden tegen Griekenland en Israël in het verschiet wordt dat niet eenvoudig. Tijdens onze ministage in augustus heerste er een ongelooflijke ambiance, maar ik ben de eerste om te beseffen dat met tegenvallende resultaten en als er enkele spelers naast de selectie vallen – niet vergeten dat we van de 24 geselecteerden slechts twaalf man overhouden – er weer strubbelingen kunnen ontstaan. Behalve voor de verplaatsing naar Israël : dan denk ik dat er wel een paar gelukkig zullen zijn als ze niet mee mogen ( lacht).

Merk je al een mentaliteitswijziging ?

Ondanks wat tegenkanting van bijvoorbeeld Bergen en Pepinster, was toch iedereen aanwezig op die ministage. Mais on a du travail, ça c’est clair. Ik probeer zoveel mogelijk wedstrijden bij te wonen en we verbeterden de communicatie tussen ons medisch team, onder leiding van Pat Viroux, en de clubs. Zo zijn we beter op de hoogte van wie fit is en wie niet. De nationale staf moet in de eerste plaats een professionele omkadering neerzetten. Alles moet in orde zijn, zodat we de spelers kunnen overtuigen om naar de nationale ploeg te komen. Want voor het geld moeten ze het niet doen, dat weet iedereen.

Zit er toekomst in deze generatie Belgian Lions ?

Goh, er is een enorm potentieel. Misschien gaan we geen enkele wedstrijd winnen, maar we mogen ons niet verstoppen : er is talent. Jongens als Tomas Van den Spiegel, Roel Moors, Doum Lauwers, daar valt iets moois mee te bouwen. Zij zullen de kans krijgen om zich te tonen, maar ik hou wel vast aan één basisprincipe : je smeedt pas een ploeg door naar complementaire duo’s te zoeken.

Om terug te komen op dat potentieel : ik denk vooral aan wat er achter de huidige Belgian Lions aankomt. Weinigen weten het, maar de generatie van 1986 en ’87 is een geweldige verzameling van jong talent. De Pepinsterschool, de Ajax Oostendeschool, Gilly : verscheidene clubs leveren puik werk. Het probleem echter is de overstap naar het professionalisme. In ons land begeleiden we spelers goed tot hun zestiende, maar daarna vergeten we op het fysieke aspect te werken. Want power is wat in het hedendaagse basketbal steeds meer de doorslag geeft. Ik verwacht van de AWBB ( de Franstalige vleugel, nvdr) en de VBL ( de Nederlandstalige vleugel, nvdr) dat zij de koppen bijeensteken om meer geld voor die nationale jeugd vrij te maken.

Blijft de linguistieke splitsing een bron van frustraties ?

We kunnen niet wegsteken dat er in dit land nog altijd taalproblemen zijn, maar ze spelen zich voornamelijk op bestuurlijk niveau af. Onder spelers en coaches valt er niets van te merken. Nu, ik ken de mensen van de beide federaties. Mensen zoals Tony Souvereyns, Koen Umans, Yvan Slangen doen wat ze kunnen, maar worden van alle kanten onder vuur genomen. Zij verdrinken in het werk. Ik verwacht veel van de nieuwe commerciële samenwerking met Omob/Smap ( de nieuwe hoofdsponsor van de bond, nvdr), waar veel ex-basketbalspelers in het bestuur zetelen, die dus weten wat er in ons basketbal misloopt. Idealerwijze zouden we over een nationaal centrum moeten beschikken, opdat de Belgian Lions één sterk bastion kunnen vormen.

Dan krijg je meteen de vraag op je bord : in Vlaanderen of Wallonië ?

( Vastberaden) Daar moeten we dan maar boven staan.

Wat is je antwoord op de kritiek dat de nationale ploeg door een Charleroikliek gerund wordt ? Ledure is een ex-bestuurslid, Van Kerschaever is er scout, jijzelf coachte er veertien jaar.

Ik geef grif toe dat ik Charleroi in het hart draag. C’est mon club. Maar ik ontken dat die band invloed zal hebben op de selectie. Ik stel je de vraag : als Jim Potter niet meer meekan, dan kies jij toch ook voor Ron Ellis ? Het niveau dat Roel Moors momenteel haalt : daar kan je toch moeilijk naast kijken ? Dat heeft niets met clubliefde te maken. Ik zeg : geef ons een jaar en beoordeel ons dan op de resultaten. Bovendien zie ik geen kliek. Lucien kan je toch moeilijk een Charleroi-etiket opkleven ? Pat Viroux, de kine, werkt voor Antwerpen. En Pat Gevaert, de assistenttrainer, coacht Sint-Amands. Ik heb die mensen niet gekozen om een taalkundig evenwicht te hebben in de staf. Nee, ik heb ze gekozen omdat ze de beste zijn in hun vakgebied. En sorry, maar de dag dat mijn selectie zes Vlamingen en zes Walen moet bevatten om taalrelletjes te voorkomen, kap ik ermee.

Is je enthousiasme in deze nieuwe functie de laatste maanden al wat getemperd ?

Ik steek niet weg dat ik een man ben die op het terrein wil staan. Dat mis ik zeker. Maar misschien is het niet slecht dat ik na veertien jaar intensief coachen met de druk altijd te moeten winnen, nu eens iets helemaal anders kan doen. Mijn huidige functie vergt meer pr-werk, maar ik profiteer van de banden die ik in het verleden als clubcoach heb opgebouwd : zo komt het dat we volgend jaar toernooien kunnen gaan spelen in Italië en Frankrijk. Bovendien vind ik nu de tijd om dingen te doen die ik vroeger niet kon, zoals twee weken gaan scouten bij Benetton Treviso of Vitoria Taugres. Voor een coach zijn dat enorm verrijkende ervaringen.

door Matthias Stockmans

‘We mogen ons niet verstoppen, er is talent.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content