Nico Dewalque (63 jaar, 33 caps) werd drie jaar na elkaar kampioen met Standard, in 1969, 1970 en 1971. Met Standard won deze elegante centrale verdediger ook twee bekers, in 1967 en 1975, waarna hij in zijn nadagen verhuisde naar concurrent Club Luik. Nog steeds is hij een trouwe gast op Sclessin en inmiddels bouwde hij ook een nauwe band op met Laszlo Bölöni, met wie hij geregeld wat gaat eten. Dewalque steekt zijn bewondering voor de kampioenenmaker niet weg.”Hij denkt altijd een stapje sneller dan een ander.”

Vanuit zijn kennis van Standard lieten we Dewalque drie duo’s kiezen die in de geschiedenis van Standard het middenveld van zijn club bepaalden. Witsel– Defour is er eentje van, voor de andere twee koos Dewalque VanMoer– Pilot en Haan– Daerden.

“Geen makkelijke keuze,” zegt Dewalque, “ook omdat het voetbal zo sterk is geëvolueerd. Het spel is veel sneller dan vroeger.”

Dewalque kiest voor de jeugd als beste duo. “Ik schat Defour-Witsel hoger in dan Van Moer-Pilot. Waarmee ik niet wil zeggen dat Steven de nieuwe Van Moer is. Allerminst zelfs. Wilfried was sterker, sneller, nog energieker in de omschakeling en doeltreffender bij zijn schoten op afstand. Maar Defour nadert langzaam dat niveau en op een dag wordt hij even sterk. Volgens mij is hij nu al klaar voor het buitenland. Axel Witsel nog niet. Die moet nog één tot twee jaar wachten voor hij van lucht kan veranderen. Witsel heeft meer nood aan Defour dan omgekeerd. Ik durf zelfs zeggen: zonder Defour is Witsel nog een beetje verloren. Maar hij is anders dan Pilot. Die brak meer het spel van de tegenstander af en zijn offensieve inbreng was beperkt. Het Standard van René Hauss was uitstekend, maar defensiever dan de Rouches van Laszlo Bölöni. Het is omwille van de offensieve inbreng van het duo Defour-Witsel dat ik zeg dat dit duo sterker is dan Van Moer-Pilot.”

En Daerden-Haan, de motoren van Raymond Goethals een kwarteeuw geleden? Dewalque: “Een belangrijk duo in de geschiedenis van Standard, met Daerden als waterdrager voor Haan, die de debatten mende en vaak schoot vanuit de tweede lijn. Maar centraal was dat traag. Ik vraag me zelfs af of Arie Haan in het voetbal van 2009 nog bij de zaak zou zijn.”