Bree draait in de finales van de play-offs verder op wat het in de competitie toonde : teamspirit, inzet, Antwerpse knowhow en Amerikaans flegma.

In 2000 werd RB Antwerpen verrassend kampioen, sindsdien was de Belgische competitie even voorspelbaar als het opkomen van de zon. Tweemaal Oostende en tweemaal Charleroi gingen aan de haal met de landstitel. Tot nu dus Bree als een spookschip uit de mistige wateren opdoemde. Bree, dat al vriend en vijand verraste in de competitie – het eindigde tweede achter Spirou Charleroi – en die lijn gewoon doortrok in de play-offs. Bergen werd in de halve finales in drie wedstrijden uit de race geknikkerd en in de finales tegen Charleroi zorgde Bree meteen voor een stunt van Stevaertniveau door de eerste wedstrijd ín de Spi-roudôme te gaan winnen na verlengingen. Een prestatie waar dit seizoen geen enkele andere Belgische ploeg in slaagde. Ook in wedstrijd twee, in de eigen Expodroom, bleken de Limburgers sterker dan de favorieten uit Charleroi. Opnieuw draaide de wedstrijd uit op een ware thriller, opnieuw kon Bree een minimale achterstand in de ultieme seconden rechtzetten om zo alsnog een over-time af te dwingen. En die dan nog te winnen ook ! Dat getuigt van een bijzondere mentale weerbaarheid en het bewijst vooral dat Bree een ploeg in vorm is : dan zit het al eens mee, ondanks de dubieuze arbitrage.

Maar RB Antwerpen dus, het is niet zomaar een naam die we opgooien. Er vallen redelijk wat parallellen te trekken tussen het succesvolle RBA van vier jaar geleden en het Bree van nu. De spelers bijvoorbeeld : Roger Huggins, Yves Dupont en Herbert Baert waren alledrie belangrijke pionnen van de Antwerpse kampioenenploeg van 2000. En net als Eddy Casteels toen worden ze bij Bree geleid door een coach – Chris Finch – die verdediging als eerste ordewoord hanteert. Agressieve zone met veel helpdefense en strikte man-to-man wisselen elkaar moeiteloos af tijdens de wedstrijden. Het leverde de jongste Casteels toen de titel van ‘Coach van het jaar’ op, een eretitel die ook de Amerikaan Chris Finch zaterdagavond, vlak voor de opworp van Bree-Charleroi, terecht toebedeeld kreeg.

Herbert Baert ziet de gelijkenissen tussen RBA en Bree, te beginnen met zichzelf : “Het jaar dat we met RBA kampioen speelden, kende ik persoonlijk een van mijn slechtste seizoenen. En ik moet toegeven : dit jaar presteer ik ook allesbehalve schitterend. Dat kan de ploeg alleen maar ten goede komen”, grijnst hij. “De sterkte van dit Bree is de strakke verdediging, net als bij RBA. Het verschil met de ploeg van toen zit hem in de aanvallende patronen. Bij RBA speelden we meer statisch, vooral te wijten aan de manier van spelen van Michael Huger, onze spelverdeler. Bij Bree hebben we met Travis Conlan een spelverdeler die er serieus wat turbo kan insteken en die zeer gemakkelijk de tegenaanval lanceert. Dit Bree speelt bijgevolg een pak sneller dan het vroegere RBA”, besluit Baert.

Conlan en Dupont, dat zijn de twee belangrijkste individuen in het Breese collectief, vooral dan omdat ze hun rechtstreekse opponenten overvleugelen. Bij Charleroi is Roel Moors niet opgewassen tegen de energieke Conlan en onder de ring zijn zowel An-dre Riddick, Dzenan Rahimic als Christophe Beghin een maatje te klein tegen de natuurlijke kracht en het uitstekende positiespel van Yves Dupont – wie anders dan hij wordt binnenkort verkozen tot ‘Speler van het jaar’ ? Het was veelzeggend dat in wedstrijd één Rahimic en Beghin met vijf fouten naar de kant moesten, en in de tweede wedstrijd Riddick en wederom Beghin vroegtijdig mochten gaan douchen door hun overtollige foutenlast.

Dat was natuurlijk niet alleen de verdienste van den Bolle, zoals Dupont wel eens kameraadschappelijk genoemd wordt, maar dat had evenzeer te maken met de aanwezigheid van een geslepen vos als Roger Huggins. Wat een last minute transfer van Bree ! Net voor de play-offs werd de 37-jarige Huggins nog snel uit Israël overgevlogen : een meesterzet van ploegmanager Rudi Kuyl, die hem nog kende van bij Antwerpen. Huggins speelde in België voor achtereenvolgens Antwerpen, Ieper, Charleroi en Luik. Hij haalde vijfmaal de finales van de play-offs en won die driemaal. In tegenstelling tot de vele interimbuitenlanders die Charleroi op de valreep binnenhaalde (zoals de Fransman Hervé Touré voor de geblesseerde Damir Krupalija), kent Huggins onze competitie als zijn broekzak. Hem moet je niet meer uitleggen hoe Marcus Faison of Andre Riddick zich bewegen op een veld, hij speelde er zelfs nog mee in hetzelfde team. Bovendien verstaat de minzame Brit als geen ander de kunst om zijn tegenstanders een fout aan te smeren en de scheidsrechters te bespelen.

In feite mogen we het hier niet hebben over de individuele capaciteiten van de Breese succespaardjes, want als er één sterspeler in de ploeg schuilt, dan is dat wel Mr. Teamspirit. In verdediging knokken voor elkaar en onderling coachen. In aanval veelvuldig vrijlopen of zorgen dat een ander vrij kán komen. Volgens Kuyl is dat hét verschil met het Bree van vorig jaar : “Onze ploeg bestaat nu veel meer uit slimme, onbaatzuchtige teamspelers en ze hebben allemaal een goede pass in de handen.” Het zijn zaken die we zelden of nooit bij Charleroi zien gebeuren. Bij de Spirous – die nochtans bulken van individueel talent – moeten Ralph Biggs en Faison zichzelf behelpen en bij elke aanval vechten voor hun leven om tot een shot te kunnen komen. Nooit zie je eens een mooi uitgetekende play waardoor iemand een makkelijke shotpoging kan ondernemen. Bij Bree zie je wél duidelijke spelpatronen, tactische automatismen om op terug te vallen.

Wat dan weer vragen doet rijzen over de kwaliteiten van beide coaches. Het is in de Belgische basketwereld genoegzaam bekend dat Savo Vucevic niet de allerbekwaamste coach is op het tactische vlak. Zelden ageert hij, meestal beperkt hij zich tot het reageren op tactische zetten van zijn tegenstander. Bovendien kent de Serviër onvoldoende de spelpatronen van zijn tegenstanders, hij gaat bijna altijd uit van de superioriteit van zijn eigen ploeg. Soms werkt dat, soms niet. Je mag het geen toeval noemen dat Vucevic in de drie jaar dat hij ondertussen in België coacht (en nochtans tweemaal de titel won) geen enkele maal tot ‘Coach van het jaar’ werd uitgeroepen. Finch al meteen in zijn eerste jaar. Hij bracht Bree de Amerikaanse aanpak bij. Dat wil zeggen : losser – je mag al eens wat later op de training verschijnen – en kortere, maar intensere trainingen. Een andere sterkte is zijn people management. Finch weet perfect welke stenen hij nodig heeft om een stevig huis te bouwen. Travis Conlan, Brian Lynch en Jim Cantamessa kwamen op zijn voorspraak naar België. Alledrie de transfers bleken voltreffers. Johan Roijakkers, de jonge rechterhand van Finch, looft ook diens psychologische kwaliteiten : “Finch voelt perfect aan wanneer een speler een prikkel nodig heeft of juist wat rust verdient. Dat speelt zeker en vast een rol in het blessureloze seizoen dat we meemaken.”

De lage blessurelast bij Bree is inderdaad opmerkelijk als je ze vergelijkt met de Charleroise invalidenboeg. Drie redenen : één, zoals gezegd, het flexibele trainingsschema. Twee, de lichte kalender van Bree (geen Europees basketbal en al vroeg uitgeschakeld in de beker van België). En drie, de rekrutering. Op dat vlak zien we een duidelijke ommezwaai sinds Rudi Kuyl vorig seizoen als clubmanager overnam van Eddy Swaeb. De als een Amerikaanse legerofficier ogende Kuyl, type George Patton, is een onvervalste kampioenenmaker. Maakte het grote Racing Mechelen van begin jaren 90 mee en bouwde nadien op de ruïnes van de Racing een nieuw en succesvol RB Antwerpen. Hoe doet hij dat ? Door in alle geledingen van de club professionalisme te eisen. Dat gaat van de stadionspeaker tot de voorzitter. Kuyl is een rechtlijnige clubmanager die perfect de transfermarkt kent en dus geen hypocriete verkooppraatjes of gewiekste constructies van speleragents duldt. Zoals onder andere in Oostende wel het geval is en dat valt ook aan de huidige resultaten van die club af te lezen.

“Voor we een speler transfereren trekken we zijn medische voorgeschiedenis na. Wie te vaak last heeft van blessures, halen we niet in. Zo simpel ligt het. Daarom hebben we trouwens zoveel moeite gedaan om Huggins in te lijven”, geeft Kuyl terloops mee. En het is ook de reden waarom topschutter Kevin Houston vorig seizoen mocht vertrekken. Houston sukkelde met de knie. Dat die het toch een volledig seizoen hield bij Leuven, is pech voor Bree en gelukkig voor Leuven.

Finch en Kuyl bouwden samen aan een homogeen team dat op korte tijd al succes genereert. Sommigen kunnen daar moeilijk mee om, zoals Charleroi-coach Vucevic, die liever de arbitrage hekelt dan de waarde van Bree te erkennen. Anderen, zoals Eric Somme, grote baas van Spirou Charleroi, loven het werk van de Limburgers. Somme vlak na de tweede finalewedstrijd : “Bree staat verdiend 2-0 voor in de finales. Ze kennen een sterk en zeer regelmatig seizoen. Ik juich dat alleen maar toe, dit is goed voor het Belgische basketbal en de spankracht van de competitie.”

Naast een grote baas ook een grote meneer, die Somme. Hij heeft gelijk, vorig jaar leek het Belgische basketbal nog meer en meer op een Waalse aangelegenheid uit te draaien. Dit seizoen liggen de kaarten helemaal anders : Leuven won de beker van België en Bree zet in de finales Charleroi – dat nota bene werkt met een budget driemaal zo groot als de Limburgse club – te kijk. De immer stoïcijnse Rudi Kuyl wordt er zowaar eventjes zenuwachtig van. “Want ik besef nu al dat het de komende jaren bijzonder moeilijk zal worden om dit seizoen te evenaren”, besluit hij met een krop in de keel. Van angst of extase ? Hoe dan ook mogen ze op het marktplein alvast een podium beginnen op te stellen, want hadden de muzikale Bree-Amerikanen Conlan en Lynch, alias The Garbage Men, in ons nummer van drie weken geleden niet beloofd een miniconcert te geven als Bree kampioen werd ?

door Matthias Stockmans

Chris Finch bracht Bree de Amerikaanse aanpak bij.

Rudi Kuyl is een rechtlijnige clubmanager die perfect de transfermarkt kent.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content