Dertig pertinente vragen over het WK wielrennen aan zes betrokkenen. En een tiercé : Paolo Bettini wordt zondag wereldkampioen. Hoewel ? ‘Degene die dat kan voorspellen,’ zegt Gerrie Knetemann, ‘moet naar het casino gaan, want die heb een gouden knop op z’n lul.’

José De Cauwer

(Bondscoach van België.)

Wat verwacht je zondag van jouw renners ?

José De Cauwer : “Wij moeten niet vertrekken met het idee dat we Spanje of Italië zijn. We moeten het gewicht van de wedstrijd dus niet dragen. Maar dat wil niet zeggen dat we geen ambities mogen hebben. In de breedte staan we niet zo sterk als die toplanden, maar het kan volstaan als je over één renner beschikt die zondag super is.”

Dan denk je in de eerste plaats aan Peter Van Petegem, Dave Bruylandts of Axel Merckx ?

“Ja, de conditie van Bruylandts is uitstekend en Merckx en Van Petegem bewezen in respectievelijk Lugano en Valkenburg dat ze op een zwaar parcours met de besten meekunnen. En waarom niet Jurgen Van Goolen ? We zullen bekijken hoe fit hij nog is na de Ronde van Spanje. De wedstrijd zelf zal bepalen wie er het kopmanschap mag opeisen. Komt er van bij de start een ontsnapping op gang met bijvoorbeeld Van Goolen en blijkt die tot het einde te dragen, dan zal Van Goolen voor ons de kastanjes uit het vuur moeten halen.”

Is het parcours niet te lastig voor Van Petegem ?

“Het parcours in Hamilton is héél zwaar. Maar de Van Petegem van het voorjaar kan het aan. En zoals alleen hij dat kan, heeft hij gepiekt naar het WK. Dat betekent dat hij een gevaarlijke klant wordt.”

Welke rol krijgen de jongeren, Philippe Gilbert en Nico Sijmens ?

“Meespringen in een vroege ontsnapping, maar zonder zich in het begin van de koers al domweg kapot te fietsen.”

De opvallendste afwezige bij de Belgische ploeg is Nico Mattan. Hij stak zijn ontgoocheling niet onder stoelen of banken.

“Daarvoor is het Mattan, hé, een heel dankbaar figuur om te interviewen de dag na een misgelopen selectie. Je moet ook kijken wat iemand binnen een ploeg teweegbrengt of juist niet teweegbrengt.”

Hoe bedoel je ?

“De jonge renners zorgen voor een zekere rust. Zeg je ‘links’, dan is het ‘links’, zeg je ‘omhoog’, dan is het ‘omhoog’. Anderen kunnen nervositeit in een ploeg brengen, waarmee ik niet meteen Mattan wil viseren. Stel je een groep samen, dan moet je daar ook rekening mee houden. Net zoals met het gegeven wie de kopmannen er graag bij hebben.”

Jullie moeten het ook stellen zonder boegbeeld Johan Museeuw, die je er volgens een krant ‘sowieso altijd bij wilt, alleen al voor de sfeer. ‘

“Dat is volledig foutief weergegeven. Ik wou Museeuw meenemen als renner, omdat hij nog altijd tot de beste twaalf renners van België behoort, zeker op een selectief parcours. Net zoals ik toen ik de omloop voor het eerst verkende, onmiddellijk de namen van Frank Vandenbroucke en Rik Verbrugghe in mijn hoofd had. Maar je kan geen renners selecteren die compleet uit vorm zijn, en Johan gaf zelf te kennen er niet klaar voor te zijn.”

De tiercé van José De Cauwer.

1. Peter Van Petegem 2. Michael Rasmussen 3. Isidro Nozal

Gerrie Knetemann

(Bondscoach van Nederland.)

Wat zijn je algemene verwachtingen van de Nederlandse selectie ?

Gerrie Knetemann : “Het wordt niks. Het wordt helemaal niks. ( Stilte.) Ik dacht : laat ik dit jaar nou ’s uit een ander vaatje tappen ( lacht luid). Nee, je stelt een serieuze vraag, ik zal proberen daar serieus op te antwoorden. We beschikken over één renner die op internationaal niveau zijn streng kan trekken : Michael Boogerd. Hij staat tweede in de wereldbeker, dan doe je mee. Hij is zondag dan ook onze speerpunt. Doet ie waarvoor ie gekomen is, dan maakt ie kans om op het podium te staan. Als er een regenboogtrui te verdienen is, dan is hij dubbel gemotiveerd.”

Met welke taak starten de andere Nederlanders ?

“Ze moeten er in de eerste plaats voor zorgen dat Michael Boogerd in de finale bij zijn soortgenoten kan plaatsnemen. En daarnaast moeten ze ook proberen in die finale ondersteuning te geven – dan denk ik met name aan jongens als Gerben Löwik en Bram Schmitz. Daar mankeerde het de laatste jaren nogal aan, maar we moeten roeien met de riemen die we hebben. We zijn geen Italië, geen Spanje of geen België, wie ieder jaar een blik quasi-kampioenen kan opentrekken.”

Je noemt Italië en Spanje, maar ook België. Wij hebben hier nochtans de indruk dat het vet wat van de soep is ?

“Dat is de Belgische ziekte, hé. België heeft één pech gehad, namelijk dat ze ooit de beste wielrenner aller tijden in hun gelederen hadden. Daarna is het, tussen aanhalingstekens, nooit meer wat geworden. Hoe vaak Johan Museeuw nog een wereldbekerklassieker zal winnen en hoe vaak Peter Van Petegem nog twee klassiekers in één jaar wint, het maakt allemaal niet uit want het is gewoon niks volgens die Belgen. Ik wou dat ik er Van Petegem bij had, hoor. Maar je was het zelf al weer vergeten, hé, wat ie gepresteerd heeft dit seizoen.”

Erik Dekker keert pas terug na een seizoen vol ellende. Kan hij al een rol van betekenis spelen ?

“Zeg nooit ‘nooit’. Ik heb ooit eens een hele bekende Belgische wielrenner horen roepen dat ie zou stoppen met koersen. Drie dagen later werd hij wereldkampioen.”

Er neemt geen enkele Nederlander deel aan het WK tijdrijden bij de profs ?

“Dat klopt, maar houd de beloften maar in de gaten ( tijdrit voor de beloften werd gisteren gereden, nvdr). Weet je, ik kan makkelijk twee profs vragen of ze in Hamilton de tijdrit willen rijden. Maar dan krijg je de ridicule situatie dat je naar de andere kant van de oceaan gaat met mensen waarvan je naar alle waarschijnlijkheid op voorhand kan zeggen dat ze niet bij de eerste twintig zullen eindigen. Maarten Den Bakker werd Nederlands kampioen tijdrijden bij de elite, maar hij reed anderhalve minuut langzamer dan de kampioen bij de beloften. Begrijp je ?”

De tiercé van Gerrie Knetemann.

“Een echte vakman doet daar niet aan mee. Ik heb daar te veel kennis voor ( grijnst). Degene die dat goed voorspelt nu, moet naar het casino gaan want die heb een gouden knop op z’n lul.”

Patrick Lefevere

(Manager van Quick Step-Davitamon, ploeg van WK-favoriet Paolo Bettini.)

Paolo Bettini wordt als enige kopman uitgespeeld. Vind je dat een goede zaak voor Italië ?

Patrick Lefevere : “Na de laatste wereldtitel van Gianni Bugno in 1992 liep het bij Italië telkens in het hon-derd : ruzie, te veel kopmannen, tactisch heel slecht gekoerst. Vorig seizoen behaalde ze in Zolder – weliswaar op een heel ander parcours – voor het eerst succes door één enkele kopman aan te duiden. Het is dus Franco Ballerini’s goede recht om het nog een keer te riskeren.”

Zou jij hetzelfde doen ?

“Ik ben slecht geplaatst om daarop te antwoorden. Maar ik hou er wel van als er lijnen getrokken worden, ja.”

Het gaat wel ten koste van Michele Bartoli en Davide Rebellin.

“Het is een luxe voor Italië dat ze zulke renners kunnen thuislaten. Maar Bartoli staat nu niet meteen bekend als een ploegspeler, hé. Jammer dat zij er niet bij zijn ? Les absents ont tort. Bartoli toonde te laat zijn goede vorm.”

Gaat Ballerini zijn renners opnieuw op één lijn krijgen ?

“Het zal niet zo gemakkelijk worden als vorig jaar. Het parcours leent zich meer voor renners met linke gedachten. In Zolder was ontsnappen bijna onmogelijk. Nu zullen er wel verscheidene Italianen op het vinkentouw zitten en hopen dat de koers in hun voordeel kantelt.”

Jij kent Ballerini goed. Is hij de geknipte man om de Italianen in het gareel te houden ?

“Ballerini is een gentleman en ook wel een goede diplomaat. Dat laatste heb je zeker nodig in Italië. In België volstaat het dat je A zegt, in Italië moet je er B en C bij zeggen om je standpunt over te brengen. Anderzijds durft Ballerini, zoals al aangegeven, een lijn te trekken. De vorige Italiaanse bondscoaches waren misschien te véél diplomaat. Je moet al eens op tenen durven te trappen. Ballerini durft dat.”

De tiercé van Patrick Lefevere.

1. Paolo Bettini 2. Oscar Freire 3. Axel Merckx

Theo de Rooij

(Ploegleider bij Rabobank, de ploeg van WK-favoriet Oscar Freire.)

Kan Oscar Freire in Hamilton voor de derde keer wereldkampioen worden ?

Theo de Rooij : “Oscar bezit in elk geval de ambitie en de klasse om weer een rol van betekenis te spelen. Het parcours zie ik niet als een probleem. Verona, waar hij zich voor de eerste keer tot wereldkampioen kroonde, was ook een afvallingskoers.”

Wat vond je van zijn eerste seizoen bij Rabobank ?

“Tot eind maart erg sterk. Ook daarna was hij goed, hij reed bijvoorbeeld voor het eerst een grote ronde uit. Er zat een mooie lijn in zijn seizoen. De grootste vrees en de meeste twijfels bestonden er rond zijn blessuregevoeligheid, maar daar hebben we niets van gemerkt. Ik geloof dat hij als renner weer wat groeide dit seizoen. Alleen kwam het er in zijn resultaten niet uit, want winnen lukte niet al te vaak en dat is voor een renner van zijn niveau toch het allerbelangrijkste. Maar ik ben ervan overtuigd dat we van Oscar Freire het laatste kunstje nog niet gezien hebben.”

Freire zal in tegenstelling tot de voorbije edities niet als enige kopman van de Spanjaarden fungeren. Maakt dat een verschil uit ?

“Op een dergelijk parcours zullen de benen beslissen. Komt hij met nog enkele beschermde renners van zijn land in de finale te zitten en er zijn goede onderlinge afspraken én er heerst een sfeer dat men elkaar iets gunt, dan vormt het geen nadeel dat Spanje meerdere kopmannen uitspeelt. Ik kan wat dat betreft geen uitspraken doen over de Spaanse ploeg, maar ik verwacht niet dat er – zoals in Italië in het verleden vaak wél het geval was – veel stoorzenders zullen optreden.”

De tiercé van Theo de Rooij.

1. Paolo Bettini 2. Michael Boogerd 3. George Hincapie

Wim Vansevenant

(Kamergenoot van WK-favoriet Peter Van Petegem.)

Wat kan Wim Vansevant in Hamilton betekenen voor Peter Van Petegem ?

Wim Vansevenant : “Ik zal dezelfde rol vervullen die ik al het hele seizoen vervul : hem tijdens de wedstrijd zolang mogelijk bijstaan en hem zoveel mogelijk krachten laten sparen. Met andere woorden met Peter naar voren rijden, hem uit de wind zetten, drinken gaan halen etcetera.”

En als kamergenoot ? Een beetje rust brengen ?

“Bij Peter is dat niet nodig, want hij is de rust zelf. Vooraf praten we samen nooit over de koers, we hebben daar geen behoefte aan. We smeden geen tactische plannetjes, maar zien wel wat er uit de bus komt.”

Zie je jezelf als een van de beste twaalf Belgische renners of vind je dat je selectie te danken hebt aan Peter Van Petegem ?

“Ik beschouw mezelf zeker niet als een van de beste twaalf renners van België, maar ik vind de selectie wel een bekroning voor het werk dat ik het hele jaar voor Peter heb opgeknapt. Het is toch een eer dat je je land mag vertegenwoordigen op een WK.”

Wat verwacht je van Peter op het WK ?

“Ik weet dat hij erg gemotiveerd is en er het beste van wil maken. Maar met dat idee rijden er wel meer rond. Dave Bruylandts bijvoorbeeld, om het bij de Belgen te houden, wil ook schitteren. Motivatie vormt uiteraard een bijzonder belangrijke factor, maakt een renner minstens dertig procent sterker.”

Peter Van Petegem is goed omringd door ploegmaats van Lotto-Domo, jijzelf, Axel Merckx, Serge Baguet, Christophe Brandt. Hoe belangrijk is dat voor hem ?

Serge is ook een vaste trainingsmaat van Peter en dat is altijd wel aangenaam. Anderzijds vormen we als Belgen één groep en is Peter ook absoluut geen moeilijke jongen. We zullen allemaal aan hetzelfde zeel trekken.”

De tiercé van Wim Vansevenant.

1. Paolo Bettini 2. Dave Bruylandts 3. Michael Rasmussen

Marc Wauters

(Ploegmaat bij Rabobank van WK-outsider Michael Rasmussen.)

Een van de revelaties in de voorbije Vuelta is de Deen Michael Rasmussen. Verraste zijn sterke prestatie jou ook ?

Marc Wauters : “Niet echt. Ik wist al langer welk type renner hij is en leerde hem echt kennen tijdens de stages in januari. Daar zag ik dadelijk dat hij heel goed bergop kan rijden.”

Wat voor iemand is hij ?

“Hij heeft zijn eigen visie op de zaken en wil daar niet van afwijken. Een beetje eigenzinnig dus, ja. In zijn positie op de fiets, bijvoorbeeld, waarbij zijn voeten nogal Charlie-Chaplinachtig staan.”

Zie je hem op het WK meestrijden voor de overwinning ?

“Het valt af te wachten hoe hij die zware Ronde van Spanje verteerd heeft. De Vuelta kan als een goede voorbereiding doorgaan als je je al eens een dag kunt sparen. Het lijkt me echter zeker niet de ideale voorbereiding als je een klassement moet verdedigen. Maar is hij voldoende gerecupereerd, dan kan hij lang meegaan.”

Gaat de Deense ploeg sterk genoeg zijn om hem bij te staan ?

“Diep in de finale van een zware wedstrijd geldt dat voor iedereen en voer je toch een strijd van man tegen man. Als je niet met een sterke ploeg start komt, moet je ook minder corrigeren, minder verantwoordelijkheid nemen. Je kan een afwachtender houding aannemen.”

Jij rijdt zowel de weg- als de tijdrit, met voor jezelf allicht vooral ambities in de race tegen de chrono. Hoe hoog mik je ?

“De conditie van de dag speelt een grote rol. Een toptienplaats zou heel mooi zijn. Laat ons hopen dat ook Bert Roesems daarin slaagt. Vorig jaar eindigden we als twaalfde en dertiende. Misschien doen we het nu nog iets beter.

Tot slot een topdrie voor de wegrit, Marc. We weten dat je daar bijzonder sterk in bent…

( Lacht.)

… want vorig jaar gaf je de winnende tiercé.

1. Oscar Freire 2. Paolo Bettini 3. Michael Boogerd

door Roel Van den broeck

‘Volgens mij wordt Van Petegem wereldkampioen.’ (José De Cauwer)

‘Ballerini zal het niet zo gemakkelijk hebben als vorig jaar om zijn ploeg op één lijn te krijgen.’ (Patrick Lefevere)

‘Van Oscar Freire hebben we het laatste kunstje nog niet gezien.’ (Theo de Rooij)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content