De solide verdediger uit Honduras brengt spierkracht mee naar het Astridpark.

Hij krijgt zes maanden om zijn kunnen te tonen.

Ik heb hem twee keer aan het werk gezien”, vertelt hoofdscout Werner Deraeve over Víctor Bernárdez. “Competitiewedstrijden met zijn club Motagua. Hij maakte een goede indruk, ook al is het niveau niet zo hoog als in Mexico, het sterkste voetballand uit die regio. In elk geval nemen we geen groot risico want we huren hem tot het einde van het seizoen. Hij heeft dus zes maanden om iets te laten zien.”

“Dat zou in principe moeten volstaan om mij te tonen”, zegt Bernárdez, die we ontmoeten ten huize van Michel Ngongé, zijn manager. “Ik ben alleen wat beducht voor de weersomstandigheden. Ik woonde de match tegen Genk bij en ik raakte zo ver-kleumd door de kou dat ik in de business-seats moest gaan zitten. Als dit weer aanhoudt, zal dat nog de meeste aanpassing vergen.”

Wat het voetbal betreft in de wedstrijd tussen de herfstkampioen en de nummer vier van het klassement, hinkt Bernárdez op twee gedachten. “Had men mij tijdens die wedstrijd moeten beoordelen, dan was het simpel geweest”, zegt hij. “De verdedigers van Anderlecht zijn op geen enkel moment verontrust geweest. Met enige overdrijving zou ik kunnen zeggen dat ik het zelfs als keeper prima gedaan zou hebben, want Davy Schollen heeft nagenoeg geen werk gehad. Iedereen zou in die omstandigheden op zijn gemak zijn.”

Al 35 caps

Bernárdez werd geboren in 1982, het jaar van de enige WK-deelname van Honduras. “Ik begon op school te voetballen,” vertelt hij, “want in die tijd werden er nog geen deftige jeugdcompetities georganiseerd. Toen ik van school af ging, testte ik bij Motagua, een van de topploegen uit de hoofdstad Tegucigalpa en op mijn zeventiende werd ik er prof. Het grootste probleem bij Motagua was dat ik er nooit op de proef gesteld werd, want onze ploeg overklaste de tegenstanders meestal. Om mij een uitdaging te geven, leende het bestuur me zes maanden uit aan Vida La Ceiba, een club die tegen de degradatie vocht. Ik speelde er meestal centraal in de verdediging, mijn favoriete positie. Ik deed daar meer ervaring op dan in de drie jaar ervoor bij Montagua.”

Hij maakte er effectief indruk, want meteen daarna werd Bernárdez door bondscoach Bora Milutinovic opgeroepen voor de nationale ploeg. “Voor een match tegen Venezuela”, herinnert hij zich. “Sindsdien heb ik elke keer in de basis gestaan. Ik zit momenteel aan 35 caps en ik heb twee goals gemaakt. Voor mijn club scoorde ik in totaal tien keer, meestal met mijn goede rechtervoet of met een stevige kopslag.”

Zoals iedere gerespecteerde voetballer in Honduras verwierf ook Bernárdez al snel een bijnaam: Muma. Hij legt uit van waar die komt: “Bij Vida La Ceiba speelde ik aan de zijde van Pupa Martinez, een ervaren rechtsback van wie ik heel veel geleerd heb. Aangezien we onafscheidelijk waren, noemde men ons Pupa en Muma. Zo’n beetje als pappie en mammie. Die bijnaam Muma is gebleven.”

Het decor in

Vorige zomer werd Bernárdez aangeboden bij Birmingham City. “Ik arriveerde er begin augustus”, vertelt hij. Het team was in volle voorbereiding en de sportief directeur, Alex McLeish, had eigenlijk geen tijd voor mij. Ze hebben me daar dagenlang laten wachten. Toen men dan toch wat aandacht had voor mij, was het te laat. Op 20 augustus moest ik een WK-kwalificatiematch gaan spelen in Mexico en die mocht ik echt niet missen. Ik ben dus erg ontgoocheld teruggekeerd, want ik dacht dat mijn kans voorbij was. Op het ogenblik dat ik de wanhoop nabij was, klopte Anderlecht aan.

“Eerlijk gezegd kende ik de club amper. Ik had ervan gehoord, net als van Standard, maar het is toch vooral AA Gent dat bij ons bekend is. Centraal-Amerika is niet zo uitgestrekt en op voetbalgebied weten Hondurezen, Salvadoranen, Panamezen en Costa Ricanen alles van elkaar. Ik was dus helemaal op de hoogte van de prestaties van Bryan Ruiz bij Gent. Op 11 februari staan we trouwens tegenover elkaar in San José, voor het WK 2010. De kwalificatiegroep met onder andere Mexico, de Verenigde Staten, El Salvador, Costa Rica en Trinidad & Tobago belooft erg lastig te worden, maar we klopten Canada al met 3-1 en vooral Mexico met 1-0.”

In de wedstrijd tegen de Canadezen moest Bernárdez in de clinch gaan met een oude bekende uit het Belgische voetbal, Tomasz Radzinski. De vroegere aanvaller van Sporting, momenteel aan de slag bij Lierse, kon die match trouwens niet uitspelen. De nieuwe paars-witte aanwinst werkte de pocketspits het decor in en die moest afgevoerd worden op een brancard. “Het zag er spectaculairder uit dan het was”, lacht Bernárdez. “Met zijn pluimgewicht stuiterde hij van mij weg en hij knalde op een reclamebord. Ik ben altijd vastberaden in mijn tussenkomsten, dat is normaal voor een stopper, maar ik heb nog nooit iemand met opzet geblesseerd. Ik gebruik mijn kracht om op de bal te trappen, niet op de tegenstander. Ik heb een hard afstandsschot. Bij Motagua nam ik alle vrije trappen op 25 of 30 meter. Met als resultaat twee goals in 2008.”

Michel Ngongé, die hem naar België bracht, vergelijkt hem met Oguchi On-yewu, die Bernárdez wel kent, want hij speelde al enkele keren tegen hem. Nochtans is de Hondurees met zijn 83 kilogram voor 1,87 m toch iets minder imposant dan de Amerikaan die 1,92 m meet en 91 kilo weegt. “Ik hoop dat ik in zijn voetsporen kan treden,” zegt Bernárdez, “want ik zou ook graag de grote Europese scène ontdekken. Mijn droom is om ooit eens tegen FC Barcelona te spelen. Wie weet kan dat volgend seizoen al, want ik ben hier nu en ik ga ervan uit dat ik er dan ook nog zal zijn.” S

door bruno govers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content