Een op het eerste gezicht gek plan, tussen pot en pint bedacht door twee vrienden, leidde een groep STVV-supporters vorig weekend naar Sunderland-Arsenal. Met de bus, heen alleen al een trip van ruim 900 km en 12 uur. Simon’s army bleef niet onopgemerkt. ‘Ongelooflijk bedankt, mannen!’

Ergens op een zomeravond in een café. Het was Peter die het hoge woord liet vallen. “Ik zou eigenlijk wel eens graag Simon aan het werk zien.” Simon, dat is Simon Mignolet, vorig seizoen nog doelman van STVV, tijdens de zomer verhuisd van Limburg naar het Noord-Engelse Sunderland. Dat waren moeilijke momenten voor de hele familie, want Mignolet, anders de rust zelve, werd van die transfer toch een tikkeltje zenuwachtig. Zeker toen STVV-voorzitter Roland Duchâtelet in volle verkiezingstijd af en toe voetbalzaken links liet liggen en zijn mails niet bekeek. Of plots hoge eisen stelde wat betreft het percentage op een latere doorverkoop, want de Truiense politicus vond dat hij Mignolet voor te weinig geld liet gaan. Maar uiteindelijk kwam alles nog goed.

En sloeg Peter aan het dromen.

Hij vond snel zijn vriend bereid om mee in het avontuur te stappen. En nog een vriend en later nog een en nog een. Peter: “En dus dacht ik: als ik op zo’n korte tijd vijf man kan verzamelen, waarom op twintig, dertig dagen dan geen hele bus? Maken we er een gezellige uitstap van.”

Aan kaarten raken bleek geen probleem. De tijd dat – zeker in het noorden van Engeland – alle wedstrijden van de Premier League zijn uitverkocht, ligt al lang achter ons. Eén telefoontje naar de ticketdienst van Sunderland, met het nummer van de kredietkaart bij de hand, en klaar was de zaak. Zelfs voor topwedstrijden. Het bezoek van Manchester City kwam te snel, maar voor de komst van Arsenal kon alles nog vrij makkelijk worden geregeld. Bovendien betrof het ook nog eens een late kick off, halfzes Engelse tijd, halfzeven in België. Dat gaf de trip wat speelruimte.

Alhoewel … Niet alles liep van een leien dakje. Dit was ook het weekend van de Great North Run, een massaloop in New-castle, vlakbij Sunderland. Op voetbalvlak is Newcastle de grote rivaal, op economisch gebied het centrum. Het evenement lokt zo veel volk dat alle hotels in een straal van 20, 30 kilometer geen grote groepen meer konden huisvesten. Uiteindelijk vond Peter onderdak voor de hele groep in het Finchdale Training College. Zij die ooit op internaat of in het leger zaten, worden plots ver in de tijd teruggeworpen.

Dilemma

(Ergens in Limburg)

“Peter, wanneer vertrek je?”

“In de nacht van vrijdag op zaterdag, voorzitter.”

“Dan kom ik nog langs met een cadeautje voor Simon.”

Het nieuws van de trip naar Sunderland loopt snel doorheen Sint-Truiden, in geen tijd is het quotum bereikt. Hun doelman doet het dan ook goed. Af en toe heeft een mens wat geluk nodig. Vrijwel onmiddellijk bij de start van de voorbereiding loopt Craig Gordon, Schots international en doelman nummer één bij de Black Cats, een armbreuk op. Hij zal out zijn tot eind september, schatten artsen. Sunderlandmanager Steve Bruce probeert nog wel een ervaren keeper tijdelijk naar zijn ploeg te halen, maar krijgt dat niet voor elkaar. En dus grijpt Mignolet maximaal zijn kans. In de voorbereiding en bij de competitiestart. En hij doet het goed, Big Si. Sunderland houdt makkelijk de nul, wint van Manchester City, Mignolet scoort punten bij de supporters en in de club.

Mignolet gives Bruce dilemma‘, titelt de lokale Sunderland Echo wanneer Gordon begint mee te trainen met de groep. Kan Bruce een doelman die zo goed presteert terug naar de bank verwijzen?

Het nieuws van de trip van de supporters bereikt ook de lokale media en haalt de website van de club. “Nog nooit”, glundert vader Mignolet, die de trip maakte met de trein, “maakten ze het hier mee dat een buitenlander zo’n dolle bende supporters naar het stadion haalde.” Hij wordt er even emotioneel van en zal Peter, net als zijn zoon, uitgebreid bedanken. Simon’s army maakt indruk, ook op de Mignolets.

Kanaaltunnel

(Ergens in Limburg, bis)

“Voorzitter, we hebben ook nog een kaartje. Als je wilt, kun je daar wat op schrijven, we geven dat dan af aan Simon.”

“Oké.”

(20 minuten later)

“Wat moet ik daar nu opschrijven, Peter? Dat is niet zo simpel, man.”

Simon’s army is nog goed wakker, zo zaterdagmorgen rond de klonk van drieën wanneer de bus in Sint-Truiden vertrekt. In de koffer: water, cola en flink wat bakken Cristal, want een voetbalsupporter heeft continu dorst. De gemiddelde buikomvang is trouwens lichtjes bovenmaats, hier bust ervaring met drank. Michel, in het dagelijkse leven bedrijfsleider in de informaticabusiness, is cateraar van dienst. En schuwt zelf de ontspanning niet.

Wie de bus betreedt, heeft maar één vraag: we zien Simon toch? Ja dus, dat blijkt geregeld, na de wedstrijd is er afgesproken. Ze zijn verrast als ze direct een geel T-shirt met op de rug het nummer 22 en de naam Mignolet krijgen. Een laat idee (snel in één dag gerealiseerd, met de steun van Thomas en zijn vriendin) om het leger een herkenbare uitrusting te geven. Het zijn gele T-shirts, tenslotte blijven dit Kanaries. Een schitterend idee, zal later blijken, alleen zorgt de kleurkeuze voor onverwacht wat problemen. Geel is ook het uittenue van Arsenal en als we door de straten van Sunderland stappen en op weg naar het stadion een winkelgalerij willen doorkruisen, weten de veiligheidsmensen plots geen blijf met die bende. Ze vrezen een aanval van Gunners, maar Simon’s army is vredelievend.

Maar zover zijn we dus nog niet, eerst wachten ons nog kilometers, door België, door Frankrijk, door de tunnel. Wat blijkt? Nog niet zo veel mensen kennen na al die jaren het systeem van de Kanaaltunnel. Dat je met de bus op de trein kunt, onder de grond. En dat je ginder dus niet moet veranderen van bus of overstappen op een Engelse. Sommigen leren bij, ook het onderscheid tussen Maestro en Visa.

De sfeer zit erin, de Cristal vloeit rijkelijk. Elk heeft wel zijn eigen redenen om Simon te willen zien. Zo zijn er Sven en Michel (een andere dan de bedrijfsleider). Groot, stoer, de ene ruim twee meter. Zij kennen Simon van school, ze hebben nog samen gevoetbald. Beiden halen graag herinneringen op aan die tijd, toen ook Giel Deferm er nog tussen liep en er op de speelplaats aardig wat gesjot werd.

Roeland heeft niks met voetbal, noch met STVV. “Ik moet wellicht de enige op de bus zijn die geen supporter is.” Maar het sprookje van Mignolet spreekt hem wel aan, in je jeugd worden weggestuurd vanwege niet goed genoeg als veldspeler en daarna keeper geworden. Om vervolgens zes jaar later tegen Arsenal het doel van een Engelse eersteklasser te verdedigen. Overigens blijkt er ’s avonds nog een link, als we vader Mignolet zien. De vader van Roeland is de neef van de vader van Simon.

Wouter is ook een buitenbeentje, op alle gebied. Hij draagt geel, maar is supporter van Genk. En het is een womanizer, met een heel speciale techniek. Het gaat om bewegingen en om aas. Je moet goed aas hebben, zegt hij. Jeanine is dan weer de huisbankier. Zeggen hoeveel er maandelijks op de rekening van de topvoetballer komt, wil ze uiteraard niet, maar ze heeft wel de creditcard van de nieuwe Sunderlandgoalie bij. Dit is een aardige manier om ze hem te overhandigen. Wat ’s avonds ook prompt gebeurt, we zijn getuige hoe Mignolet op een marktpleintje in Durham in het donker zijn kaart tekent.

Gevaarlijke gassen

(Ergens tussen Cambridge en Hull)

“Nachten in Sint-Truiden duren lang. Nachten in Sint-Truiden duren lang. Ze komen pas langzaam op gang, ja maar dan, ja maar dan …” (‘Nachten in Sintruin’, zie YouTube)

Uren op de bus duren ook lang, zeker als je er meer dan twaalf te verwerken hebt en het verkeer naar het noorden twee keer in het slop raakt door ongevallen. Het is druk op de A1, vanwege de North Run, die ruim 50.000 lopers op de been brengt. Maar voetbalsupporters hebben weinig problemen om hun tijd te doden. Er is bier, cava en er is een dvd, Shutter Island, een film van Martin Scorsese. En er kan worden gezongen. Over nachten in Sint-Truiden, over Mignolet ( Si-mon Mignolet, lalala) en over STVV. Als we eindelijk, na ruim twaalf uur en wat gesukkel om het hotel te vinden, het Finchdale Training Center betreden, zegt er eentje: “Ik ben hier niet graag, ik wil terug, naar Cercle-STVV.”

Het trainingcenter blijkt een opleidingscentrum voor mentaal en fysiek gehandicapten. Hier leren mensen met computers omgaan, of een eenvoudige praktische vaardigheid zoals houtbewerking, zodat ze later in de maatschappij op eigen benen kunnen staan. Jim en An leiden ons rond, al is er niet veel te zien. Het is tekenend voor de besparingen van de regering, zeggen ze, dat ze de overnachtingscapaciteit van hun centrum voor het eerst als ‘hotel’ gebruiken. De budget costs moeten naar beneden.

Het is een arme regio, die van de North East. Een regio, legt Jim uit, die economisch zwaar steunt op de oude industrieën: staal, scheepsbouw (de zee is vlakbij) en koolmijnen. Het Stadium of Light, de thuisbasis van Sunderland, is trouwens gebouwd op een oud mijnterrein. Niet zo ver van de hoofdingang staan nog twee luchtschachten, omgetoverd in wat op het eerste gezicht moderne kunst lijkt. Zij moeten ervoor zorgen dat zich onder de grond geen gevaarlijke gassen opstapelen.

Het is al na vieren wanneer we de stad Sunderland bereiken. We hebben er afgesproken met Norman en zijn zoon Andy, twee fans van de club, door Alexander opgeduikeld via Facebook. Zij gaan ons gidsen langs de pubs in de stad, een toer die door onze vertraging helaas moet worden ingekort. We halen nog net de Sports Bar, maar niet meer de Privilege, een bar die op wedstrijddagen een Engelse komiek een forum geeft. Norman: ” He’s crap ( waardeloos, nvdr), maar de strippers die er hun show opvoeren zijn super.”

Dit is het noorden: open en gastvrij – al heb je voor hun Engels wel wat ondertitels nodig – maar dus economisch onder druk. Norman verloor zelf zijn werk en klust nu in eigen beheer bij, naast een job als leraar. Zijn zoon Andy (kort geschoren, overal tattoos) toont trots zijn identificatie met het lokale voetbal: het wapenschild van de club op zijn rechterarm.

Op dit moment komen de T-shirts van Peter en Thomas van pas: Simon’s army is duidelijk herkenbaar, niet alleen vanwege hun Truiens taaltje en hun gezang. De T-shirts trekken de aandacht, de verbroedering is compleet. Niet dat iedereen iedereen goed verstaat, in de ogen van Tim is vooral verwondering te lezen als iemand hem wat vraagt, maar dat geeft niet. STVV verbroedert met Sunderland.

Kippenvelmoment

Net voor de aftrap raken we binnen. Net op tijd om een eigen spandoek te laten zien. Het zal de rechtstreekse uitzending van Prime halen en later ook ‘Match of the Day’. En de lokale pers, want Simon’s army haalt hier ook de media. Opvallend hoe snel en hevig Sven en zijn maats het supporterschap oppikken. Bij elke goeie actie van Sunderland springen ze recht. Eén ding onderscheidt hen van de lokale northern lad: er rolt veel te weinig fucking uit hun mond. You fuckin’ ref!

De wedstrijd start met een afknapper, in het openingskwartier wordt Mignolet geveld door een knullige fout van Anton Ferdinand, de jongere broer van Rio, die treuzelt met het uitverdedigen, vervolgens een bal op Cesc Fábregas knalt, waarna de bal over het hoofd van Mignolet verdwijnt. Perfecte lob en 0-1.

Iedereen in het Truiense kamp is ontgoocheld. We zitten rechts achter de goal, er wordt gejoeld en geroepen en gezongen, maar de doelman is te geconcentreerd om zijn fans te horen. Die juichen wel, wanneer hij Arshavin stopt, nog een keer als Mignolet na de rust Chamakh van een gemaakte goal houdt, en vervolgens nog een laatste keer heel hard wanneer Rosicky een strafschop hoog over knalt. Maar naarmate Sunderland het op het einde moeilijker en moeilijker krijgt om het teleurstellende Arsenal écht te bedreigen, zakt de sfeer in elkaar. Het is geen goeie match geworden, hun held heeft niet gewonnen en ze zijn moe, de bende van Peter, bij wie het gebrek aan slaap ook langzaam zijn tol eist.

Tot …

Tot in de 94e minuut Darren Bent iedereen weer wakker knalt met een gelijkmaker, letterlijk in de slotseconden (we zijn er al vijftien over, zal Arsène Wenger na de wedstrijd stellen).

Het Stadium of Light ontploft, de fans van STVV hollen net niet het veld op. Vrijwel onmiddellijk fluit de scheidsrechter af. Mignolet, die weet dat er een bus voor hem is, blijft als laatste op het veld. Hij zoekt, groet het publiek, maar vindt ons niet. Big Si is net niet groot genoeg om alle tribunes te overlopen. Het deert zijn army niet, ze blijven juichen, zingen, gaan met iedereen op de foto en worden letterlijk door tientallen fans van Sunderland in de armen gevallen. Allen groeten ze de Belgen. Waarna een kippenvelmoment volgt, voor Peter toch. Als we ruim tien minuten na affluiten naar de uitgang willen, applaudisseren honderden fans van Sunderland voor die dappere Belgen. Minutenlang duurt de ovatie.

Na de wedstrijd wordt Tim zenuwachtig. Hij wil Simon zien. Hij zal Simon zien, want pa Stefaan meldt zich aan de uitgang. Simon komt zo dadelijk. Met de toestemming van de club – want spelers mogen zich niet zomaar onder de fans begeven – en begeleid door een stoere bodyguard groet de doelman zijn fans. En spreekt met hen af in Durham. Want zoveel inspanningen, dat verdient een beloning. De doelman trakteert, tournée générale. Voor Michel (de maat van Sven), die in de bus even een dipje had en niet zo goed meer weet hoe hij de middag doorbracht, is dat welkom, want hij heeft dorst. Nog steeds dorst.

Drie kilo erbij

“Wauw mannen, fijne vleeswaren!” Wie het niet gewend is, kijkt zich nog steeds de ogen uit. Britse tieners, twintigers en zelfs ouderen zijn schaars gekleed op hun night out. Hoe noordelijker, hoe bloter de bovenkant en hoe korter de rok of het kleedje onderaan. Ze bibberen zich kapot, de zeewind is inmiddels opgestoken en het zonnetje dat de middag aangenaam maakte is allang weg, maar een jas draagt hier niemand, niet in juli, niet in september, straks ook niet in december. Toch niet als er wordt uitgegaan.

In de stappersbuurt van Durham heeft ons gezelschap veel bekijks. Vóór sommigen op jacht gaan – na het voetbal tijd voor een andere sport – en Wouter zijn vistechniek kan demonstreren, is er eerst nog een meet and greet met Mignolet. Tijd voor de cadeaus. Twee flessen wijn. Een wenskaart. En een hele frigobox vol met Belgisch lekkers: gehakt voor zijn spaghetti, échte fijne vleeswaren, en nog wat van de bakker, want hij heeft al heel Sunderland afgelopen, maar een fatsoenlijke warme bakker vond hij nog niet.

En van Roland D een boek, het zijne: De weg naar meer netto binnenlands geluk.

Binnenlands? Mignolet zoekt het net elders, met alle praktische moeilijkheden van dien. Zelf koken, zelf de was doen, zelf strijken. In het begin belde hij drie keer per dag naar huis, langzaam wordt dat beter, wordt hij zelfstandiger. De vriendin, ook nog studente, komt straks langs, elk weekend is er wel iemand en binnenkort verhuist hij naar zijn eigen stek, een appartement in Newcastle. Bij de vijand, maar het mag van de club. Het is voor het bezoek makkelijker, en in de grote stad blijft hij toch anoniem. Zegt hij, want prompt wil een Engelse fan met hem op de foto.

Eén ding: moeder mag gerust zijn. De beide voeten blijven op de grond. Hij zal niet roepen dat hij Gordon uit de ploeg gaat spelen, maar hij gaat “hard werken en voor die plaats gaan”. Alles is top, aan kracht wordt gewerkt, drie kilo spiermassa is er al bij. Dat Manchester United een oude keeper heeft. Kan best, zegt hij, nu wel, maar om al te gaan roepen dat hij Van der Sar wil opvolgen … Niet met Mignolet. Het siert hem. Tijd voor de fans, eenvoud en rust. Klasse. Op alle vlakken. Big Si valt hier trouwens niet op tussen al die kleerkasten. Bramble, Bent, Wellbeck. Hij lijkt er nog drie keer in te kunnen.

Mannekensvere

’s Anderendaags. De nacht was kort, heel kort voor sommigen. Maar aan hun enthousiasme verandert niks. Als de 15 bakken bier leeg zijn, maken ze toch gewoon de flessen cava leeg? Tim blijft de show stelen in de trein onder zee, al ziet hij nog golven “maar niet echt heel duidelijk”. Wouter is blij dat hij de trein al haalde, bij een tussenstop in Cambridge raakt hij de groep kwijt. In de gedachte dat de bus al vertrokken is, informeert hij naar de prijs van een taxirit naar Dover. 500 pond. Verslagen zijgt hij neer op een stoeltje, om vervolgens alsnog Belgen te spotten. Neen, maar één keer mist iemand écht de bus. In Mannekensvere, bij de laatste stop nota bene, blijkt Michel (nog een andere) achtergebleven op de parking …

Ach, het moest de bende toch één keer overkomen. Net als Simon, die onderweg nog even belt om te informeren waar we al zitten en prompt op gezang wordt getrakteerd, krijgt Michel gewoon waar iedereen op de bus recht op heeft. Applaus.

Het zal uiteindelijk al maandagmorgen rond tweeën zijn als iedereen weer thuis is. 48 uur en bijna 900 km enkel voor één match.

Applaus.

door peter t’kint – beelden: reporters

De gele T-shirts trekken de aandacht, de verbroedering is compleet.

Het Stadium of Light ontploft, de fans van STVV hollen net niet het veld op.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content