Begin dit jaar ruilde de jonge middenvelder Anderlecht voor Hamburg. Net zoals bij paars-wit krijgt hij bij de Duitse topclub weinig speelkansen. Is hij gelukkig?

Voor Belgische clubs wordt het steeds moeilijker om hun jonge talenten te houden. In januari besliste Vadis Odjidja Ofoe om op zijn negentiende Anderlecht te verlaten en naar Hamburg te trekken. Na twee jaar nagelbijten op de bank was zijn geduld op. Heeft hij de juiste keuze gemaakt?

Hoe kijk je terug op je eerste zes maanden in Hamburg?

VadisOdjidja Ofoe: “Over het algemeen ben ik tevreden. Het klopt natuurlijk dat ik weinig gespeeld heb, maar dat is ook logisch. De Bundesliga is toch een andere wereld. Het voetbal is hier veel fysieker dan in België. Het vergt tijd om je daaraan aan te passen. Uiteindelijk kostte me dat toch wat moeite. In het begin liep alles heel goed, maar daarna miste ik toch een aantal zaken die ik in België wel had.”

Wat bedoel je?

“Familie, vrienden,… De eerste maanden gaat het. Je bent eigenlijk nog euforisch omwille van de transfer en je ontdekt een nieuwe omgeving. Maar onvermijdelijk kom je daarna in een zekere routine en begin je te beseffen dat je geen familie meer in je buurt hebt om je te steunen en dat je je plan moet trekken. Op mijn leeftijd is dat toch niet evident.”

Euforisch omwille van de transfer, zeg je. Was het voor jou een droom die uitkwam?

“Toch wel. Ik wilde weg bij Anderlecht en als je dan naar een club als Hamburg kan, is dat fantastisch. De laatste weken van 2007 begon het bij Anderlecht voor mij wel wat te draaien, maar in mijn hoofd had ik al beslist om weg te gaan. Toen de transfer effectief tot stand kwam, was ik blij en zelfs een beetje fier op mezelf. Ook mijn familie was heel tevreden. Maar daarna ben ik met de realiteit geconfronteerd en begon ik na te denken. De eenzaamheid heeft op me gewogen.”

Praten met Huub

Als Ariël Jacobs vroeger trainer was geworden, zou je dan gebleven zijn?

“Dat is moeilijk te zeggen. Het is waar dat ik van Ariël Jacobs kansen kreeg, terwijl ik voordien de indruk had dat ik me nooit eens mocht bewijzen. Het leek er in ieder geval op dat hij me vertrouwen wilde geven. Maar in het begin van het seizoen had ik voor mezelf uitgemaakt dat, als ik dit seizoen niet kon doorbreken, ik een andere club zou zoeken.”

Had je vertrek enkel te maken met de weinige speelkansen of zat er nog meer achter?

“Ik heb gewoon op een gegeven ogenblik de beslissing genomen om mijn geluk elders te gaan beproeven. En dan nog het liefst in het buitenland, want in België zag ik geen clubs waar ik beter kon zijn dan bij Anderlecht. Dat blijft natuurlijk toch de club met de grootste uitstraling in België.”

Veel spelers van je leeftijd trekken naar Nederland. Jij legde meteen de lat erg hoog door te opteren voor Hamburg? Een teken van ambitie?

“Je kunt volgens mij maar ver geraken als je ambitieus bent. Sommigen pakken het liever stapsgewijs aan, ik heb meteen voor de top gekozen. Ik kon ook naar Nederland, meer bepaald naar Twente, maar dat was eigenlijk niet wat ik wilde. Ik heb meteen voor Hamburg gekozen. Als het hier niet zou lukken, kan ik nog altijd naar Nederland gaan. Als het echter wel lukt, dan kan ik wellicht nog wat hogerop kijken.”

Waren er nog andere concrete mogelijkheden?

“Heel wat clubs zijn aan de deur komen kloppen. Onder meer ook uit Italië. Maar om een of andere reden trekt het calcio me niet zo aan. Hamburg interesseerde me veel meer.”

Omdat Vincent Kompany hier ook zit?

“Dat heeft zeker meegespeeld. Ik heb hem om advies gevraagd en hij heeft een heel positief beeld van de club geschetst. Vincent en ik trekken nu veel samen op. Soms blijf ik zelfs bij hem slapen. Hij is voor mij een grote steun, maar het is toch niet hetzelfde als familie.”

Als je weinig speelt, weegt dat ongetwijfeld nog zwaarder…

“Ja, maar je kan mijn situatie hier toch niet vergelijken met die bij Anderlecht. Daar kende iedereen me. Ik liep er al rond vanaf mijn tiende. Bij Hamburg moet ik wel nog de mensen van mijn kwaliteiten overtuigen. In ieder geval, na een maand mocht ik al eens in de eerste ploeg meedraaien. Een mooi teken van vertrouwen, vond ik. Nu verandert alles weer, omdat we een nieuwe trainer krijgen.”

Heb je al met Martin Jol gesproken?

“Nog niet. Ik hoop echt dat hij mij een kans zal geven.”

Wat vertelde Huub Stevens je?

“We hebben vaak met elkaar gesproken. Hij zag dat ik het niet zo gemakkelijk had. Hij heeft me alleszins enkele goede tips gegeven en erbij gezegd dat ik daar best rekening mee hield als ik wilde doorbreken. Ik ben hem daarvoor erkentelijk. Hij is echt een heel goede trainer. Ik ben ervan overtuigd dat hij nu met PSV heel goede resultaten gaat neerzetten.”

Wat zijn volgens jou de belangrijkste verschillen tussen de Bundesliga en de Belgische competitie?

“In Duitsland gaat het er een stuk harder aan toe. Het spel is veel fysieker. En het algemene niveau ligt hoger, omdat hier heel veel erg goede spelers voetballen.”

Wie maakte indruk op je?

“Bij mijn teamgenoten zijn Rafael van der Vaart, José Guerrero en Nigel de Jong stuk voor stuk klassespelers. Op training probeer ik vooral van De Jong dingen over te nemen. En ik kijk natuurlijk ook veel naar Vincent.”

Heb je het gevoel dat je bij een groot team als HSV kan slagen?

“Natuurlijk. Er zitten bij ons veel jonge spelers in de kern, maar er staan er nog niet veel in de basis. De tweede helft van de competitie was redelijk moeilijk. Het was dan ook normaal dat de trainer de voorkeur gaf aan ervaren spelers. Het was niet het meest geschikte moment om de jonge gasten voor de leeuwen te gooien. Hij heeft dat in bepaalde wedstrijden, waarin we het wat gemakkelijker hadden, toch gedaan, maar dat waren uitzonderingen.”

Hoeveel tijd geef je jezelf om hier te slagen?

“Ik heb daar niet echt een datum op geplakt. Ik ben nog maar negentien. Het was al erg goed dat ik op mijn leeftijd een contract voor 4,5 jaar kon tekenen bij Hamburg. Ik zal hier de tijd nemen die ik nodig heb om door te breken.”

Geblesseerd in de basis

Vind je dat je bij Anderlecht een goede opleiding hebt gekregen?

“Zeker en vast. Qua jeugdwerking is Anderlecht een van de beste clubs van het land, ook al laat de staat van de velden soms wat te wensen over. De jeugdtoernooien die ik met Anderlecht speelde, ook tegen grote buitenlandse ploegen, wonnen we vaak. Op dat vlak zit het dus goed. De jongeren krijgen bij Anderlecht heel wat bagage mee.”

Maar toch is het moeilijk om een basisplaats af te dwingen…

“Tja, velen zijn geroepen, weinigen uitverkoren. Bij de A-kern geraken, is al niet gemakkelijk. En effectief in de ploeg geraken, is nog moeilijker.”

Kompany en Vanden Borre hebben nochtans bewezen dat het kan.

“Ja, maar die lijn is niet doorgetrokken. Jongeren zijn vandaag de dag nogal ongeduldig. Ik ben daar geen uitzondering op. En bij Anderlecht moet je juist heel geduldig zijn en mentaal sterk in je schoenen staan, anders maak je sowieso geen kans.”

Geef je zo niet toe dat je zelf niet geduldig was en mentaal niet sterk in je schoenen stond?

“Dat vertelt men bij Anderlecht. Ik weet alleen dat ik er twee jaar moest nagelbijten op de bank. Voor mij was dat genoeg. In twee jaar heb ik anderhalve wedstrijd mogen spelen. Ik heb daaruit mijn conclusies getrokken.”

Was er ook bij het bestuur niemand die achter je stond?

“Over het bestuur kan ik geen kwaad woord zeggen. Die mensen zijn altijd correct met me geweest. Anderlecht is een schitterende club waarbij ik me altijd heel goed heb gevoeld en ik weet dat ik er altijd met open armen ontvangen word. Het probleem lag bij de trainer die me om een of andere reden niet wilde laten spelen. Om man en paard te noemen: het klikte absoluut niet met Frankie Vercauteren.”

Is het niet jammer voor het Belgische publiek dat al onze jonge talenten zo snel het land verlaten?

“Tja, misschien. Daar heb ik alleszins niet aan gedacht. Ik heb gekeken naar wat voor mij belangrijk was, niet naar het publiek. Het is niet mijn fout dat ik slechts anderhalve wedstrijd mocht spelen. Ik zag heel de week geblesseerde spelers rond me, maar de dag voor de wedstrijd trainden ze één keer mee en dan stonden ze gewoon in de basis. Sommigen moesten daar zelfs een inspuiting voor krijgen. Ik kon daar moeilijk mee omgaan. Ik bleef me afvragen waarvoor de rest van de kernspelers dan diende. Het leek wel of we niets anders waren dan cornervlaggen…”

Nummer 8

Van de 24 spelers die de olympische stage in Malta meemaakten, was jij de jongste. Axel Witsel is één maand ouder dan jij. Was je verrast erbij te zijn?

“Neen, maar wel tevreden. Ik kijk niet zozeer meer naar de leeftijd van mijn teamgenoten. Ik denk dat we nu allemaal volwassen zijn. Ik maakte mijn debuut bij de nationale belofteploeg in november 2007 in de wedstrijd tegen IJsland. Jean-François de Sart riep me op omdat er wat gekwetsten waren. Ik stond niet in de basis, maar ik mocht invallen. En kennelijk deed ik dat niet slecht, want ik mocht ook mee naar Cyprus. Op basis daarvan wist ik dat er een kans was dat ik opgeroepen zou worden voor de olympische ploeg. Maar dat betekent nog niets. Het staat zeker nog niet vast dat ik mee mag naar China. Ondertussen is het wel plezant om zo vrienden terug te zien die ondertussen naar verschillende clubs zijn uitgezwermd.”

De nationale ploeg krijgt steeds meer een multiculturele inslag met spelers van uiteenlopende origine…

“Dat zorgt voor een goede mix. De diversiteit maakt het team completer, technischer ook. We zijn allemaal fier dat we voor België kunnen spelen. Dat we spelers hebben die in verschillende competities uitkomen, tilt het team naar een hoger niveau. Misschien zit er in China wel een stunt in. Nieuw-Zeeland lijkt me een haalbare tegenstander. China speelt wel voor eigen volk, maar is dat team echt zo sterk? Brazilië blijft natuurlijk andere koek. Als ik mee mag, zal ik in ieder geval heel blij zijn. De Olympische Spelen zijn toch dé sporthoogmis bij uitstek en er zijn niet zoveel voetballers die kunnen zeggen dat ze eraan hebben deelgenomen.”

Wat is eigenlijk je favoriete positie?

“Middenvelder, als nummer 8. Niet enkel als defensieve middenvelder. Ik kan ook offensief een steentje bijdragen.”

Kan je ook als verdediger spelen?

“Centraal kan ik wel mijn plan trekken, ja.”

En als rechtsachter?

“Pardon?”

Werd je niet eens op die positie getest bij Anderlecht?

“Dat was een fantasietje van een of andere trainer. Geen commentaar.” S

door daniel devos – beelden reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content